Scouts, opgelet: 23 buitenlandse diamantjes om in de gaten te houden op EK U21

Scouts, opgelet: 23 buitenlandse diamantjes om in de gaten te houden op EK U21

20-06-2023 10:00 Laatste update: 21-06-2023 12:20
6

Georgië en Roemenië spelen de komende weken gastheer voor de grootste aanstormende voetbaltalenten die Europa te bieden heeft. Op het EK voor beloften gaat België samen met vijftien andere kandidaten de strijd aan om de titel. De meeste namen uit onze Duivelse selectie voelen al vertrouwd aan, maar bij de concurrentie komen eveneens gekende raspaardjes of nog onbeminde parels in actie. VoetbalPrimeur.be pikt er 23 uit om in de gaten te houden, aangezien dat de maximumleeftijd is op dit toernooi.

DOELMANNEN

Giorgi Mamardashvili (Georgië – Valencia FC)
Hij komt één centimeter tekort om de dubbele meter aan te tikken, maar dat maakt de Georgiër er niet minder reusachtig om. Nu al anderhalf jaar is Mamardashvili de eerste keuze onder de lat bij Valencia. Ondanks zijn lange lijf geraakt hij behoorlijk vlug tegen de grond, wat hier en daar een vergelijking met Thibaut Courtois uitlokte. Als de Belgische beloften naar de volgende ronde willen, zullen ze deze muur moeten passeren.

Bart Verbruggen (Nederland – RSC Anderlecht)
Die laatste aanname geldt ook voor de Nederlandse sluitpost, eveneens een groepsgenoot van de Jonge Duivels. Eén voordeel: de meesten zullen Verbruggen intussen wel kennen. Bij Anderlecht schitterde onze noorderbuur als één van de schaarse lichtpuntjes; een miljoenendeal met Brighton & Hove Albion hangt in de lucht. In de voorrondes kreeg Kjell Scherpen de voorkeur bij Oranje, maar dat lijkt nu ondenkbaar.

VERDEDIGING

Taylor Harwood-Bellis (Engeland – Burnley FC)
Nog eentje die al een belletje doet rinkelen vanuit de Jupiler Pro League. De nog prille carrière van Harwood-Bellis lijkt verbonden aan die van Vincent Kompany, want afgelopen seizoen vormde hij een steunpilaar in het promotiesucces van Burnley. Mogelijk zet de huurling van Man City ook zijn eerste pasjes in de Premier League onder Brusselse vleugels.

Pierre Kalulu (Frankrijk – AC Milan)
Eén van de oudsten op dit jeugd-EK, wat ook blijkt uit zijn staat van dienst. Anno 2023 is Kalulu al zo’n drie jaar een gerespecteerde kracht in de Milanese rangen. Zo verscheen het jeugdproduct van Olympique Lyon 21 keer aan de aftrap in het Scudetto-jaar. I Rossoneri beleefden nu een woeligere jaargang, maar daarin verzamelde Kalulu nog meer minuten.

Mohamed Simakan (Frankrijk – RB Leipzig)
Toen Dayot Upamecano onhoudbaar bleek, schakelde Leipzig vliegensvlug door. Bij Strasbourg pikte het een zoveelste ruwe diamant op. Veel slijpwerk had Simakan evenwel niet nodig, want hij dook meteen al geregeld in de elf op. De Fransman is krachtig en snel, heeft een uitgekiend positiespel en kan zowel centraal als rechts uit de voeten. Nog een beetje werken aan het uitvoetballen en dan dient de volgende stap zich aan.

Nuno Tavares (Portugal – Olympique Marseille)
Doorgebroken bij Benfica, eigendom van Arsenal, ervaring opgebouwd in het Velodrome. Als belofte heeft Tavares nu al een cv om ‘u’ tegen  te zeggen. De linksachter is een kenmerkend product uit de Portugese school: technisch onderlegd, razendsnel en bikkelhard als het moet. Bij Marseille bleek hij bovendien goed bij schot, met zes Ligue-1-goals.

Josha Vagnoman (Duitsland – VFB Stuttgart)
Geboren en getogen in Hamburg, waar hij ook zijn eerste pasjes in het profvoetbal zette. Toen de roemrijke traditieclub naar de 2. Bundesliga zakte, stond het als een paal boven water dat Vagnoman daar weg moest. Vorige zomer koos hij dan ook voor Stuttgart. Daar ontpopte de jonge verdediger zich meteen tot een belangrijke kracht. In maart volgde overigens al een debuut bij de Duitse A-macht, een invalbeurt van tien minuten tegen … de Rode Duivels.

MIDDENVELD

Alex Baena (Spanje - Villarreal)
Een zoveelste kwaliteitsproduct uit de typisch Spaanse school. Technisch vaardig, uitstekend overzicht en gemakkelijk te betrekken in de combinatie: Baena etaleerde zijn kunsten ruimschoots. Na een uitleenbeurt aan Girona is hij sterker teruggekeerd. Bovendien heeft Baena ook zijn neus voor doelpunten verder ontwikkeld. In La Liga zat hij aan zes stuks. Helaas kan je hem ook kennen van het beschamende incident met Fede Valverde, toen een onderlinge vete volledig uit de hand liep.

Harvey Elliott (Engeland – Liverpool FC)
Wie had voor aanvang van het seizoen voorspeld dat dit jeugdproduct achttien keer aan de aftrap zou verschijnen in een Premier-League-duel? Weinigen, dat staat vast. Dankzij zijn sierlijkheid en comfort aan de bal wist Elliott Jürgen Klopp echter al vroeg te overtuigen. In de nabije toekomst moet hij dé draaischijf van The Reds worden. Op het EK mag hij al een voorsmaakje geven.

Ryan Gravenberch (Nederland – Bayern München)
Deze briljant uit de Ajax-school koos als prille twintiger al voor een transfer naar de absolute top. Bij Bayern verzamelde Gravenberch tot dusver voornamelijk invalbeurten, maar geen kat die eraan twijfelt dat hij op termijn de leidersrol op het middenveld zal vervullen. Zijn spelinzicht en passingkwaliteit staan buiten kijf.

Curtis Jones (Engeland – Liverpool FC)
Enerzijds ietsje minder stilist dan zijn land- en ploeggenoot Elliott, anderzijds een pak completer. Als centrale middenvelder maakt Jones voornamelijk indruk met zijn balrecuperatie. Daar koppelt hij steevast een verticaal vervolg aan. Op de helft van de tegenstander moet de Brit nog bepalender kunnen zijn, al scoorde hij toch drie maal in de Premier League.

Simon Sohm (Zwitserland - Parma)
Niet al wat goud is, blinkt bij de traditionele toplanden. Bij de Zwitsers loopt er met Sohm een meer verscholen talentje rond. In z’n tienerjaren dwong de controleur al een vaste stek af bij FC Zürich. Een verhuis naar Parma volgde, waar hij evenwel meteen zakte uit de Serie A. Niet eenvoudig, maar Sohm leerde ook een trapje lager om te knokken voor zijn plek. Club Brugge zou hem er graag bij willen, net als Sassuolo.

Khéphren Thuram (Frankrijk – OGC Nice)
Hoog opgeschoten (1,92 meter), maar voor het overige doet hij niet onmiddellijk denken aan zijn vader, legende Lilian. Zoonlief Khéphren speelt een rijtje hoger en is begaafder aan de bal. Naar voren toe versnellen met de bal aan de voet is zijn stokpaardje. Thuram is al drie jaar incontournable op het middenveld van Nice.

Sandro Tonali (Italië – AC Milan)
Niet de eerste naam die al erg vertrouwd in de oren klinkt. Zijn opmars bij Brescia herbergde zoveel verwijzingen naar die van Andrea Pirlo dat Milan zich moreel verplicht voelde om Tonali in huis te halen. Na een lastige eerste jaargang maakt hij de verwachtingen stilaan volledig waar. In dat opzicht dient de balvaste middenvelder in de modestad als ijkpunt voor Charles De Ketelaere.

Vitinha (Portugal – PSG)
Hij zou één van de speerpunten moeten vormen van de nieuwe beleidsfilosofie in het Parc des Princes: weg sterrengeweld, tijd voor meer cohesie en jeugdige dynamiek. Met 40 basisplaatsen bewees Vitinha alvast uit het juiste hout gesneden te zijn. Als Marco Verratti straks verkast, ligt de weg pas helemaal open. Maar eerst nog even schitteren in Georgië en Roemenië.

AANVAL

Oscar Bobb (Noorwegen – Manchester City)
Als kind kwam de Noor al in het nieuws toen de FIFA een overstap naar de vermaarde academie van FC Porto tegenhield. Onrechtstreeks wist Man City daar munt uit te slaan. Inmiddels zit Bobb, een zeer dribbelvaardige vleugelaanvaller annex hangende spits, daar immers in het belofte-elftal. The Guardian omschreef hem als ‘het grootste talent uit zijn lichting’. Dat wil tegenwoordig wel wat zeggen bij City …

Amine Gouiri (Frankrijk – Stade Rennes)
37 doelpunten in de Ligue 1 en zes in Europa: weinig min-23-jarigen waren al zo productief op het hoogste niveau. Na twee veelbelovende jaren bij Nice verraste Gouiri met een transfer naar Rennes, toch eerder een horizontale beweging. Die keuze pakte goed uit, want als ploegmaat van Jérémy Doku en Arthur Theate zette de Algerijnse Fransman opnieuw een stap voorwaarts. Arsenal zou in hem de ideale back-up zien voor Gabriel Jesus.

Wilfried Gnonto (Italië – Leeds United)
Even stond RSC Anderlecht in de vuurlinie van de (transfer)strijd, maar de Brusselaars moesten het afleggen tegen het kapitaalkrachtigere Leeds. Vooral dankzij zijn vele optredens in de Nations League, voor de echte Squadra wel te verstaan, had Gnonto zich in de kijker gespeeld. Zijn Engelse avontuur verliep voorlopig ontgoochelend, gezien de degradatie. Als de linkspoot geen trek heeft in de Championship, krijgt hij op het EK een uitgelezen kans om zich in het uitstalraam te plaatsen.

Chukwunonso Madueke (Engeland – Chelsea FC)
Roepnaam ‘Noni’. De vleugelspits legde een bijzonder parcours af, aangezien hij als tiener besloot om een aanbod van Manchester United naast zich neer te leggen. Madueke sloot zich liever aan bij de jeugd van … PSV. Die strategie lijkt hem geen windeieren gelegd te hebben. In een twintigtal basisplaatsen in Eindhoven imponeerde hij regelmatig. Chelsea was er als de kippen bij om de Engelsman met Nigeriaanse roots terug over het Kanaal te loodsen.

Mykhailo Mudryk (Oekraïne – Chelsea FC)
Of hij de allerbeste van alle EK-gangers is, is voer voor discussie, maar de eretitel van ‘duurste speler’ sleept Mudryk eenvoudig in de wacht. In januari telde Chelsea prompt 100 miljoen euro voor hem neer. Dat zegt iets over de impulsieve transferpolitiek van de Londenaren, maar eveneens over het vertrouwen in de vleugelaanvaller. Die liet bij Shakhtar Donetsk heerlijke dingen bewonderen.

Youssoufa Moukoko (Duitsland – Borussia Dortmund)
Nog steeds bitter jong, maar toch gaat zijn naam in heel Europa al enige tijd over de tongen. De voorbije jaren brak Moukoko bij BVB namelijk zowat alle (jeugd)records. Ook zijn doorbraak bij de grote jongens verloopt stormachtig. Zo rondde hij begin november al de kaap van de tien Bundesliga-treffers, als jongste speler ooit. Moukoko was toen amper zeventien …

Antonio Nusa (Noorwegen – Club Brugge)
Een naam die ongetwijfeld hoog aangeschreven staat bij de volgers van de Jupiler Pro League. Bij Club Brugge krijgt Nusa met mondjesmaat zijn kans, goede wetende dat hij in zijn thuisland te boek staat als een topper in spe. Bij de Noorse beloften deed hij al geregeld monden van scouts openvallen met flitsende acties. Teert vooral op een verschroeiende versnelling.

Eli Wahi (Frankrijk – Montpellier)
We schrijven 7 mei: spektakel in de Ligue 1! In de doelpuntenkermis Olympique Lyon – Montpellier (5-4) scoorden liefst twee spelers vier keer. In het geval van Alexandre Lacazette keek niemand erg verbaasd op, maar deze Wahi deed wél wenkbrauwen fronsen. (Franse) voetbalgeschiedenis, al belooft het slechts een opstapje te zijn in de carrière van die laatste. Met negentien treffers streed Wahi nu al hardnekkig mee voor de topschutterstitel. Samen met Gouiri moet hij de dodelijke tandem vormen die Frankrijk naar EK-goud leidt.