Antwerp op rapport : The Great Old oogt ‘greater’ dan ooit na (te?) vroege dubbel

Antwerp op rapport : The Great Old oogt ‘greater’ dan ooit na (te?) vroege dubbel

16-06-2023 15:00 Laatste update: 18-06-2023 13:51
11

Nu ook het strijdgewoel van de Play-Offs helemaal gaan liggen is, kunnen de spelers en trainers uit de Jupiler Pro League aan hun welverdiende (?) vakantie beginnen. VoetbalPrimeur.be geeft hen daarbij graag wat leesvoer mee voor op het vliegtuig: het eindrapport van de clubs uit de top-acht. In deze laatste aflevering komt kampioen en bekerwinnaar Royal Antwerp FC aan de beurt.

Eindstand
1e met 47 punten (72 na de reguliere competitie)
25W – 8G – 7V
Doelpuntensaldo: 69-34

Hoogtepunt
Een donkerbruin vermoeden dat de Antwerp-fans het roerend eens zullen zijn, maar minuut 94 van de slotspeeldag, misschien? De nu al mythische kruisraket van Toby Alderweireld deed een volksfeest van jewelste ontploffen in Antwerpen en omstreken. De plaats, het tijdstip, de hoofdrolspeler, de historische geladenheid … Kippenvelmoment, bij vriend én vijand!

Dieptepunt
Nóg een extra pigment in die sensationele ontknoping is het feit dat de Bosuil zeven dagen eerder nog in zak en as zat. Thuis tegen Union Saint-Gilloise krijgt Stamnummer Eén een uitgelezen kans om de klus te klaren. Alle wedstrijdomstandigheden vallen bovendien mee: een vroege voorsprong, enkele bepalende Union-krachten die ontbreken en als klap op de vuurpijl de uitsluiting van Senne Lynen. Toch komt die kenmerkende veerkracht van de Brusselaars opnieuw aan de oppervlakte. De Bosuil druipt af, even niet gelovend in de wonderlijke apotheose die zich een week nadien zou voltrekken.

Seizoen in een notendop
Voor het eerst sinds 1957 (!) heeft Antwerp zich nog eens tot ’s lands beste voetbalvereniging gekroond. In aanloop naar die memorabele Play-Offs pikte rood-wit ook nog eens de beker mee, waardoor er na 27 jaar eindelijk nog eens een club in slaagde om de twee hoofdprijzen weg te kapen. Het bijzonderste jaar uit de roemrijke geschiedenis van de oudste club van ons land? Zou best kunnen, al durfden slechts weinigen dat succes elf maanden terug voorspellen. Na een tegenvallend jaar onder Brian Priske was het immers toch vooral opnieuw bouwen: nieuwe trainersstaf, een dozijn nieuwe spelers en de bijbehorende zoektocht naar een nieuwe groepsdynamiek. Wel maakte de aanstelling van Alderweireld en (eerder al) Marc Overmars duidelijk dat het Paul Gheysens menens was/is in zijn bestorming van de (Belgische) voetbalhemel.

De puzzelstukjes vielen sneller in elkaar dan verwacht. Van juli tot september zette Antwerp zelfs een clubrecord neer met een straffe 27 op 27. Mark van Bommel trok de eerdere lijn uit zijn trainersloopbaan zo vrolijk door: als een pletwals openen, maar na verloop van tijd struikelen over interne strubbelingen. Dat tweede luik leek zich ook te voltrekken toen de Antwerpenaren met het WK in zicht stevig van hun pluimen lieten. Na de onderbreking rechtten ze evenwel de rug, mede dankzij een herschikt middenveld. Plots volgden ook de vlotte combinaties en knappe doelpunten elkaar op, waar het in die zomermaanden toch wat aan ontbroken had. Het zette de Bosuil nog feller in brand dan gewoonlijk, want ook de uitzinnige fans hebben hun aandeel in de titelroes. Antwerp dichtte vakkundig de kloof op KRC Genk en begon met droomkaarten aan de Champions’ Play-Off: beker in de tas, vertrouwen bij de vleet en binnen schietafstand van het kopduo. De rest is geschiedenis …

Bepalende spelers
Het kantelpunt na de WK-break werd vorm gegeven door een centrale driehoek die prompt in elkaar klikte. ‘Den dubbel’ kan niet los gezien worden van de stormachtige doorbraak van groeibriljant Arthur Vermeeren. Zelden straalde een tiener op die positie zoveel klasse en zelfzekerheid uit. Als diamanten slijpen ergens een specialiteit is, dan toch in Antwerpen … Naast hem kwamen Mandela Keita en Calvin Stengs, die openbloeide in een centrale rol, in dezelfde stroomversnelling terecht. Nu slaagde Antwerp er wél in om de tegenstand bij vlagen weg te spelen, waardoor niet alle druk meer op de schouders van de verdediging én diepe spits Vincent Janssen rustte.

Achterin beschikte de kersverse kampioen over een drietand die slechts zelden te omzeilen viel. Aanvoerder Alderweireld gebruikte zijn passie voor zijn stad om hartstochtelijk leiding te geven. Daar profiteerde William Pacho, stiekem misschien wel de allerbeste Red, met volle teugen van. Als die twee dan toch eens verschalkt werden, knapte Jean Butez het vuile werk wel even op. In de helft van zijn wedstrijden hield de Fransman de nul, ronduit waanzinnig. Aan de overzijde zaaide Janssen de grootste paniek. De Nederlander scoorde geregeld, maar toonde zich vooral ijzersterk met rug naar doel. Het blinde vertrouwen in hem diende als de kapstok waar Antwerp haar mooiste aanvalspatronen aan ophing.

De trainer
Na zijn eerste opdrachten als hoofdcoach was wat twijfel gerezen, maar Van Bommel heeft op de best mogelijke wijze geantwoord: met eremetaal! Tactisch tovert onze noorderbuur geen baanbrekende ideeën uit zijn koker, maar aan de hand van enkele duidelijke spelprincipes kom je al erg ver. Zijn meerwaarde lag voornamelijk op mentaal vlak. Zelfs bij de turbulentste fases in de Play-Offs straalde Van Bommel steevast Olympische rust uit. Ergens begrijpelijk, als je in je jongere jaren een Champions League won en een WK-finale betwistte. In zijn analyses was de Antwerp-trainer daarnaast telkens eerlijk. Gooi daar nog een flinke dosis lef bovenop, onder meer door de jeugd te brengen, en je krijgt een mogelijke succesformule. Onder Van Bommel is The Great Old weer eerder ‘great’ dan ‘old’ geworden. Toen gaandeweg bleek dat Antwerp wel degelijk naar de hoofdprijzen ging meedingen, moest Overmars zich toch eens voor het hoofd slaan. Hij zat nog maar in de opbouwende fase van zijn (transfer)plannen … Wees maar zeker dat de club haar troon volgend jaar niet zonder slag of stoot uit handen zal geven!