VP's Elf, centrale middenvelders: Gentse wondertandem, ervaren Deen en King Tuur

VP's Elf, centrale middenvelders: Gentse wondertandem, ervaren Deen en King Tuur

26-12-2023 11:00 Laatste update: 27-12-2023 15:46
7

Op woensdag 27 december staan de laatste duels uit de Jupiler Pro League van 2023 gepland. Aangezien de competitie dan exact halverwege is, met twintig speeldagen op een totaal van veertig, gaat VoetbalPrimeur.be in deze kerstperiode op zoek naar de grootste uitblinkers van de voorbije eerste seizoenshelft. In deze vijfde aflevering: de jacht op twee centrale middenvelders.

Steve Alzate (Standard Luik)
Hij haalt misschien niet hetzelfde niveau als onder Ronny Deila, maar ook in de huidige Standard-kern steekt het voetballende vermogen van Alzate erbovenuit. De Colombiaanse Brit brengt ten allen tijde rust aan de bal. Bij het uitvoetballen is hij dan ook van onschatbare waarde voor De Rouches. Ergens blijf je denken: het zou een plezier zijn om deze Alzate eens in een écht sterk elftal aan het werk te zien.

Thomas Delaney (RSC Anderlecht)
Zelden bracht een transfer zo exact wat men ervan verwacht had. Met tonnen opgebouwde ervaring bij onder meer Borussia Dortmund en Sevilla FC voegde Delaney een flinke brok geslepenheid en onverzettelijkheid toe aan het Brusselse middenveld. De Deen bewaakt de ruimte in de rug van de frivolere types en deinst er niet voor terug om bikkelhard in duel te gaan. Zelfs als mandekker, ter vervanging van een gekwetste Jan Vertonghen, bracht hij het er keurig van af. Dat heet métier.

Julien De Sart (KAA Gent)
De natuurlijke opvolger van Sven Kums (die verderop nog terugkomt) draaft gewoon al aan zijn zijde. Beide controleurs van Gent voelen elkaar uitstekend aan, ook al is hun profiel nu ook geen blauwdruk van elkaar. De Sart blinkt vooral uit in de passes over grote afstand, waarin hij zijn gelijke niet kent in België. Daardoor beschikt hij evenzeer over een aartsgevaarlijk afstandschot. Eigenlijk vormt de Luikenaar zo van bijna overal op het veld een bedreiging voor de tegenstander.

Pierre Dwomoh (RWDM)
Over zijn talent bestond slechts weinig discussie onder zijn (jeugd)trainers, maar tussen de oren zat het niet altijd even snor. In Molenbeek lijkt dat voor het eerst in orde. De Dwomoh die ze daar te zien krijgen, beantwoordt (eindelijk) aan de veelbelovende voorspellingen. Bijzonder hardnekkig in de recuperatie, terwijl hij aan de bal met flitsen fraaie dingen laat zien.  Hoewel hij al enkele (hevige) watertjes doorzwom, is de middenvelder nog altijd maar negentien jaar jong.

Bryan Heynen (KRC Genk)
Zijn statistieken ogen wat minder indrukwekkend dan tijdens het voorbije boerenseizoen, maar dat zegt amper iets over de stempel die de aanvoerder op zijn ploeg drukt. Toen de Limburgers in de zomer ontgoocheling na ontgoocheling opliepen in Europa, was dat niet toevallig onder zijn afwezigheid. Heynen is niet alleen belangrijk vanwege zijn geweldige spelinzicht en passing. Ook mentaal is het jeugdproduct de grote leider van dit Genk.

Mandela Keita (Royal Antwerp FC)
Van de tien gegadigden uit dit lijstje beschikt hij misschien wel over het grootste kleurenpalet. De krachtpatser van The Great Old leest het spel uitstekend, is onverzettelijk aan de bal, draagt voldoende snelheid met zich mee en passt ook nog eens keurig. Wat opvalt, is dat Keita dat vaak verticaal doet, niet altijd eenvoudig voor een controlerende middenvelder. Zijn debuut bij de Rode Duivels smaakt naar meer.

Sven Kums (KAA Gent)
We lieten zijn naam al even vallen: in februari wordt Kums 36, maar op die gezegende leeftijd geldt hij nog steeds als rolmodel voor een heleboel beginnende ‘zessen’. In het moderne voetbal is hij haast een anachronisme geworden. Brede schouders heeft Kums niet, razendsnelle benen evenmin, maar wie maalt daarom als je voetbaltechnisch zoveel meesterschap aan de dag legt? Met zijn blinde pasjes en stijlrijke balaannames nog altijd een lust voor het oog!

Raphael Onyedika (Club Brugge)
Wat Keita voor Antwerp is, is deze Onyedika voor Club. Ook de Nigeriaan vinkt zowat alle vakjes af die in het hedendaagse voetbal worden opgedragen aan een centrale middenvelder. In de wisselvallige eerste maanden van Club liet ook hij zich wel eens van zijn mindere kant zien, maar als de ploeg draait, imponeert Onyedika mee. In Brugge blijft men zeker van hun stuk: op een dag blijkt die 9,5 miljoen euro om hem aan boord te halen, een slimme investering.

Charles Vanhoutte (Union Saint-Gilloise)
Ook op de binnenlandse markt toont Union geregeld haar kennis van zaken. De transfer van Vanhoutte is daar een schoolvoorbeeld van. Toch al 25, geen wekelijkse uitblinker bij Cercle … Het gros van de Belgische topclubs zou daarom haar neus ophalen, maar niet zo in de bestuurskamers van het Dudenpark. Terecht, want Vanhoutte past geweldig bij Union en speelt zowat elke minuut. In de schaduw van alle offensieve klasse kuist de Bruggeling een heleboel rotzooi op.

Arthur Vermeeren (Royal Antwerp FC)
Eindigen in stijl, heet zoiets. Naast de naam van Vermeeren kan werkelijk niemand nog heen. De nuchterheid uit zijn babbels valt eigenlijk ook op de grasmat terug te zien. Verwacht geen duizelingwekkend overstapjes of verschroeiende afstandsschoten. Neen, Vermeeren is de koning van de eenvoud. Elk tikje ziet er zo beheerst en  uitgekiend uit, dat het magistraal wordt. De Antwerp-fans bidden luidop dat ‘Tuur, Tuur, Tuur’ nog minstens tot volgende zomer op de Bosuil te bewonderen valt.