Club Brugge is klaar om nieuw stadion te bouwen: “Heb er alle vertrouwen in”

Club Brugge is klaar om nieuw stadion te bouwen: “Heb er alle vertrouwen in”

17-03-2021 10:12 Laatste update: 10:15
69

Club Brugge en de soap om het nieuwe stadion heeft al heel wat inkt doen vloeien. In een interview met De Tijd geven Bart Verhaeghe en Vincent Mannaert meer informatie over de nieuwe voetbaltempel die er tegen 2023-2024 zou moeten staan.

“Ik heb er alle vertrouwen in dat de Vlaamse regering haar job professioneel zal doen en de vergunning zal afleveren binnen de te respecteren termijnen”, begint Verhaeghe. “Wij zijn klaar om te bouwen. Heel de Vlaamse regering staat achter het project, de stad Brugge – oppositie inclusief – ook. Wij communiceren alle dagen met de buurtbewoners. Het huidige stadion is op. Het zal ons dwingen naar een nieuw stadium.”

“Het nieuwe stadion is een stadion dat minder overlast zal creëren dan het oude stadion. Er zal ook beter ingespeeld worden op mobiliteitsstromen. Wij bieden een park aan – dat op wedstrijddagen een parking wordt. Op matchdagen mikken we op een verdubbeling van de omzet. Uit voeding en drank kan het maal drie. En dat allemaal met een beperkte kostenstijging. We gaan van een Lada naar een Mercedes. Nu zitten we vast.”

De uitbreiding van het stadion zorgt voor een flexibel systeem. “Onze 24.000 abonnees houden vast aan hun ticket. Ik kan dus nooit nieuw volk in Jan Breydel ontvangen, wat logischerwijs tot klachten leidt bij onze community. Met het nieuwe stadion gaan we het aantal zitjes kunnen uitbreiden en daarbovenop een flexibel systeem voor vrijgekomen zitjes kunnen perfectioneren”, aldus Verhaeghe.

Mannaert vergelijkt Club Brugge met een bedrijf. “Bekijk het ook uit economisch perspectief: we zijn een bedrijf. Direct en indirect creëren we veel werkgelegenheid en toegevoegde waarde. Het financieel model is helder: we gaan alles zelf financieren. Het enige dat we vragen als Vlaams verankerd bedrijf: laat ons een nieuwe fabriek – want dat is het nieuwe stadion – neerzetten.”