Oppermachtig Man City vernedert Real en Courtois, De Bruyne weer belangrijk
Manchester City heeft woensdagavond ten koste van Real Madrid de finale van de Champions League bereikt. Een briljant City was negentig minuten lang heer en meester tegen het tandeloze Real Madrid: 4-0. Op 10 juni staat voor Pep Guardiola en zijn spelers de finale op het programma, waarin Internazionale de tegenstander is.
Voorin was er uiteraard opnieuw plek voor Erling Haaland, die in de wervelende openingsfase twee gigantische kansen kreeg. De Noorse superspits stuitte daarbij op Thibaut Courtois, die een apathisch Real nog even op de been wist te houden. Even later was het weer Courtois die de Noor van scoren kon beletten met een sublieme redding.
Het bleek echter uitstel van executie. De Madrilenen bleken totaal niet opgewassen tegen de City-machine. Bernardo Silva, de ster van de avond, tekende na een splijtende pass van Kevin De Bruyne voor de 1-0. Toni Kroos was met een schot op de lat nog dichtbij de gelijkmaker voor Real, maar zag even later hoe Silva met een rake kopbal de score verdubbelde.
In het tweede bedrijf deed City het iets rustiger aan, maar de Koninklijke wist niet echt gevaarlijk te worden. David Alaba was nog wel dichtbij met een prachtige vrije trap, maar Ederson greep goed in. Carlo Ancelotti haalde halverwege nog Kroos en Luka Modric naar de kant, maar ook met invallers Antonio Rüdiger en Marco Asensio wist het vrijwel niets klaar te spelen.
Niet lang nadat Haaland zijn derde gigantische kans van de avond miste (na wéér een save van Courtois), maakte City alsnog de 3-0 na een vrije trap van De Bruyne. De treffer leek even op de naam van Manuel Akanji te komen, maar bleek uiteindelijk een eigen doelpunt van Eder Militao. Het laatste wapenfeit kwam van de voet van invaller Julian Álvarez, die Courtois op koelbloedige wijze verschalkte. City is nu, net als in 2021, CL-finalist. Op 10 juni is Inter, dat dinsdagavond AC Milan uitschakelde, de tegenstander.