Razendsnelle openingstreffer levert De Bruyne liefst drie individuele records op

Manchester City - Real Madrid (4-3) werd een spektakelpot van jewelste en niemand minder dan Kevin De Bruyne stak het vuur aan de lont. Al halverwege de tweede minuut kopte de Rode Duivel raak op voorzet van Riyad Mahrez, het begin van een doldwaze Champions-League-avond. Die rondt De Bruyne af met maar liefst drie persoonlijke records erbij.

Tot drie keer toe heeft het record ook te maken met die uiterst vroege openingstreffer. Na één minuut en 33 seconden om precies te zijn hing de bal al tegen de touwen. Allereerst is dat het snelste doelpunt ooit in de halve finale van een Champions-League-wedstrijd. De Bruyne staat (voorlopig) dus mooi in de annalen van het kampioenenbal.

Daarnaast belandt KDB (nog maar eens) in de geschiedenisboeken van zijn eigen club. De kopbaltreffer langs Thibaut Courtois betekende immers de vroegste goal die Manchester City ooit maakte in de Champions League. Als klap op de vuurpijl schrijft De Bruyne ook vaderlandse voetbalhistorie. Geen enkele Belg slaagde er immers al in om in Europa's meest prestigieuze clubcompetitie zo snel op het scorebord te verschijnen. Het vorige record stond op naam van Romelu Lukaku, die als spits van Manchester United een klein minuutje meer nodig had tegen Paris Saint-Germain.