Vanhaezebrouck briest: "Zij putten uit hun jeugd, wij afhankelijk van makelaars"

KAA Gent kwam op voorsprong tegen KRC Genk, maar moest na een bemoedigende prestatie alsnog in het zand bijten: 2-3. Na afloop van de partij haalde Hein Vanhaezebrouck bijzonder hard uit naar zijn eigen bestuur, met Michel Louwagie als voornaamste schietschijf.

Bij Sporza ging de Gent-trainer in eerste instantie nog enigszins nuchter in op de nederlaag. "We hebben het Genk heel moeilijk gemaakt, zij vonden geen oplossingen. We hadden controle en kwamen op voorsprong", klopt Vanhaezebrouck zich op de borst. Voor de rust volgden dan enkele kansen om er 2-0 van te maken, zag hij. "Dan kregen we toch een raar doelpunt tegen, de interventie was niet geweldig daar."

"Het is jammer, want de ploeg speelde zo'n goede eerste helft en bij de eerste kans voor Genk was het meteen prijs", zucht hij. Ook in de tweede helft had Gent het duel "in handen", vindt Vanhaezebrouck. "We waren minstens de evenknie van Genk en eigenlijk zelfs een beetje beter. Hun frisse mannen, met kwaliteit, maakten dan het verschil."

Giftige tirade
Op dat laatste punt ging Vanhaezebrouck nog wat diepgaander in op zijn perspraatje, ditmaal echter met een behoorlijke dosis frustratie erbij. "Ook daar lag het verschil vandaag. Genk heeft veel meer middelen en het de voorbije jaren wellicht veel beter heeft aangepakt dan wij. Zij zitten met reserves", krijgt eerst het financiële beleid van De Buffalo's een veeg uit de pan.

Nadien komt de - in Vanhaezebroucks ogen - povere jeugdwerking aan bod. "Kijk, ik had vandaag een jonge gast bij de selectie kunnen pakken. Maar die had ik toch niet ingebracht. Omdat zij niet klaar zijn voor dit niveau. Salah en Fofana zijn de enige youngsters die dit niveau al aankonden. Maar er komt niemand achter. Ook dát is het verschil met Racing Genk. Zij hebben een jeugdopleiding die staat als een huis", spuwt de Gentse trainer zijn gal.

"Zij kunnen putten uit hun jeugd. En wij zijn afhankelijk van spelers die via makelaars binnen komen", trekt Vanhaezebrouck een bijzonder pijnlijke vergelijking. "En dan zijn wij trots om te zeggen dat we een speler uit Haïti hebben, en één uit Jordanië. Sorry, hé. Ik meen het: hoeveel van die jongens zijn al in de A-kern terecht gekomen in de voorbije twintig jaar? Je moet ze niet op één hand tellen. Met twee vingers heb je genoeg", besluit hij cynisch..