VP Analyse: Verdedigen onze clubs in Europa de Belgische eer met trots?

VP Analyse: Verdedigen onze clubs in Europa de Belgische eer met trots?

21-10-2016 13:45

Voor het eerst in vijftien jaar tijd heeft ons land nog eens vijf vertegenwoordigers in de groepsfase van de twee grootste Europese voetbalcompetities. Die wetenschap is belangrijk in de strijd om de coëfficiëntenlijst van de UEFA, waar België het seizoen begon op plek negen. Verdedigen Club Brugge, RSC Anderlecht, AA Gent, KRC Genk en Standard Luik onze eer voldoende om die stek vast te houden of te versterken? VoetbalPrimeur.be analyseert.

Allereerst verdient het systeem van de Europese plaatsingslijst een woordje uitleg. De UEFA stelt die rangschikking op op basis van de Europese prestaties van de clubs van de respectievelijke landen. Aan het begin van elk seizoen wordt de ranking opgesteld, gebaseerd op de resultaten van de laatste vijf jaar.

De Champions League of de Europa League, gelijkwaardige prestaties leveren in beide competities hetzelfde aantal punten op: twee voor een overwinning, één voor een gelijkspel. Bij een nederlaag krijgt een club vanzelfsprekend niets. Tijdens de kwalificatiefase in de maanden juli en augustus wordt de inzet gehalveerd: voor winst krijgt men dan slechts één punt. In bepaalde fases van het eindtoernooi vallen overigens nog bonussen te verdienen.

Allemaal goed en wel, maar waarom is die Europese coëfficiënt überhaupt belangrijk? Wel, omdat die lijst bepaalt voor welke Europese competitie de ploegen zich kunnen kwalificeren. Zo krijgt de landskampioen van een land uit de top-12 van de coëfficiëntenlijst voorlopig minstens één rechtstreeks ticket voor de groepsfase (en dus ook de vetpotten) van de CL. Voorlopig, want vanaf 2018 zal de UEFA deze maatregel strenger maken. Het huidige plekje in de top-tien houdt België dus maar best vast.

Positief beeld
Als we eens wat diepgaander kijken naar de resultaten van de Belgische vertegenwoordigers, lijkt de globale conclusie te zijn: onze clubs doen het allesbehalve slecht dit seizoen. Zoals gezegd wisten voor het eerst sinds lang vijf ploegen zich te kwalificeren voor een Europees hoofdtoernooi. Op het eerste zicht kunnen we dus meer punten winnen, al wordt het aantal punten steeds gedeeld door het aantal vertegenwoordigers.

Met een gemiddelde van 5,5 punten per ploeg moet België slechts acht landen laten voorgaan. Daarbij zitten uiteraard grootheden als Spanje, Engeland en Duitsland. Verrassende eend in de bijt is Denemarken, dat voorlopig tweede staat. De Scandinaviërs hebben echter nog maar één ploeg die Europees actief is: FC Kopenhagen, dat in de CL-poule van Club Brugge zit. Het valt dus te verwachten dat zij nog zullen terugvallen.

Genk top, Club en Standard moeten beter
Hoe presteren onze clubs nu afzonderlijk? Genk is voorlopig de ploeg die onze competitie het best helpt in de coëfficiëntenstrijd. De Limburgers verzamelden al 8,5 punten, onder meer door vier zeges in de kwalificaties en twee in de groepsfase. Anderlecht en Gent houden mekaar in evenwicht (elk 6,5 punten). In zeven wedstrijden, voorrondes meegerekend, verloren zowel paars-wit als de Buffalo’s slechts één keer.

Voor Club Brugge en Standard zien de Europese prestaties er tot op heden iets minder rooskleurig uit. De ploeg van Michel Preud’homme geraakt dit seizoen maar niet op toerental, wat pijnlijk duidelijk wordt op het kampioenenbal. Ondanks hun drie nederlagen vergaarden de West-Vlamingen wel al vier coëfficiëntiepunten. Kwalificatie voor de poulefase van de CL levert namelijk een bonus op. Standard heeft die bonus niet en staat na drie speeldagen dus op twee schamele puntjes.

Gouden zaak
De Belgische clubs doen het dus behoorlijk in Europa, al helemaal als we onze resultaten vergelijken met die van onze naaste belagers op de lijst. Als nummer negen moeten we vooral de concurrentie vrezen van Turkije (10e), Tsjechië (11e), Zwitserland (12e), Nederland (13e) en Griekenland (14e). Voorlopig is van concurrentie echter weinig sprake. Van al deze landen komt enkel Turkije wat in de buurt van ons puntentotaal: 4,9 punten verzamelden de Oost-Europeanen al.

Qua plaatsbehoud ziet het er dus uitstekend uit voor ons clubvoetbal. Is er misschien ook een mogelijkheid om (een) plaatsje(s) te stijgen? Het antwoord op die vraag is positief. De huidige nummer acht, Oekraïne, heeft momenteel 'slechts' vijf punten meer. Bovendien verliezen zij aan het eind van deze jaargang 9,5 punten uit het seizoen 2012-2013, terwijl dat voor België slechts 6,5 is. Enkele goede prestaties van onze clubs kunnen ons dus voorbij de Oekraïners loodsen. Portugal, de nummer zeven, is voorlopig buiten schot.

Gestage progressie
Ondanks het regelmatige doemdenken over ons Belgisch clubvoetbal is de conclusie eenduidig positief. Onze Belgische topclubs boeken jaar na jaar vooruitgang, zij het geleidelijk. Zo kampeerde ons land in 2010 nog op de veertiende stek op de Europese lijst. Laat dat nu net het jaar zijn waarin in België voor het eerst play-offs werden afgewerkt. Toeval?