Vijf vragen over Buducnost, de Europese tegenstander van Racing Genk

8 juli 2016 om 11:43

Racing Genk moet het in de tweede voorronde van de Europa League opnemen tegen Buducnost, de vice-kampioen van Montenegro. Een totale onbekende, maar heeft Genk iets te vrezen?

Wat hebben ze Europees al bereikt?
Buducnost heeft nog nooit meegedaan aan de poulefase van de Europa League, het verste dat het ooit is gekomen is een derde voorronde in 2010-2011. Daar moet ook nog worden bijverteld dat het in die tijd rechtstreeks geplaatst was voor de tweede voorronde. Afgelopen seizoen werd het in de eerste voorronde uitgeschakeld door Spartaks Jurmala, een ploeg uit Letland. Het werd 0-0 in Letland en 1-3 in eigen huis.

Hoe groot in hun thuisvoordeel?
Voor een relatief bescheiden club heeft Buducnost wel een ruim stadion, er is plaats voor 17.000 supporters. De supporters van Buducnost hebben een niet mis te verstane bijnaam: Varvari, oftewel de barbaren. Die groep focust zich echter vooral om de basketbalclub Buducnost, die veel populairder is. Voor wedstrijden tegen onbekende tegenstanders zit het stadion bijgevolg nooit vol.

Hebben ze bekende spelers?
In één woord: nee. Alle spelers van Buducnost zijn Montenegrijnen, de club beschikt over welgeteld nul buitenlandse spelers. Zelfs bij de ex-spelers van de ploeg is het hopeloos zoeken naar een naam die bekend voorkomt. Het dichtste wat we krijgen is Ilija Stolica, ex-speler van STVV en Bergen.

Is het een leuke verplaatsing?
Hangt ervan af waar je naar op zoek bent, en hoe bereid je bent om 1.880 kilometer te reizen. In het westen van Podgorica heb je de typische 'lelijke' stijl van voor de val van het IJzeren Gordijn, maar het centrum heeft een uitgesproken West-Europese allure. Het is uiteraard geen Parijs of Londen, maar je zit ook niet in the middle of nowhere. Het is ook de geboorteplaats van Stevan Jovetic, die weliswaar nooit voor Buducnost heeft gespeeld.

Hoe spelen ze precies?
Buducnost maakt het niet te moeilijk, het speelt bijna altijd 4-4-2. Volgens de lokale media gaat het om een ploeg die technisch verzorgd probeert te spelen, maar daar vaak de prijs voor betaalt op een hoger niveau. Geen loopgravenploeg die het moet hebben van fysieke kracht en betonvoetbal, dat is al een positief punt voor Genk.