Strijd om extra Champions-League-tickets barst los, België hoeft niet te dromen

Strijd om extra Champions-League-tickets barst los, België hoeft niet te dromen

29 maart - 15:00 Laatste update: 1 april - 09:00
13

De Serie A, de Bundesliga, de Premier League, de Ligue 1 en La Liga: deze competities mogen allemaal hopen op een vijfde Champions League-ticket. Hoe kan het dat de nummers vijf of vier van deze competities volgend seizoen alsnog actief kunnen zijn in het miljardenbal en welke clubs maken concreet kans op de 'wildcard'? VoetbalPrimeur zoekt het uit.

In de afgelopen jaren waren de nummers één, twee, drie en vier van de top-vier-competities steevast verzekerd van een plekje in de groepsfase van de Champions League. Concreet gaat dat om de vier beste teams van Engeland, Spanje, Duitsland en Italië. Deze landen kunnen dit jaar, net als andere landen, echter een extra Champions League-ticket verdienen. Dat heeft alles te maken met de nieuwe opzet van de Champions League.

Vanaf volgend seizoen gaat het miljardenbal op de schop. Daardoor zullen niet 32, maar 36 teams deelnemen aan het hoofdtoernooi. Er komen dus vier extra plekjes vrij. Twee van deze startbewijzen gaan naar de twee landen die het seizoen ervoor het best gepresteerd hebben op de UEFA-coëfficiëntenlijst. Dit gaat dan wel enkel om de prestaties van dat jaar, in plaats van de vijfjarige cyclus die normaal wordt aangehouden.

Concreet houdt dat in dat de twee landen wiens teams dit seizoen het best presteren in de Europese competities, een extra club mogen afleveren in de Champions League van volgend seizoen. Als Engeland op basis van deze voetbaljaargang op de eerste plek van de coëfficiëntenlijst eindigt, krijgt het een extra Champions League-plekje waardoor de nummer vijf – die normaal gesproken Europa League speelt – zich het seizoen erna ineens in de meest prestigieuze Europese competitie mag melden.

Het oorspronkelijke, omstreden plan van de UEFA
Aanvankelijk was de UEFA van plan om de extra Champions League-plaatsen anders te verdelen. Zo werd er gesproken over een systeem waarin de twee niet-Champions League-clubs met het hoogste clubcoëfficiënt een wildcard kregen voor het toernooi. Een club als Chelsea zou in dat geval waarschijnlijk alsnog op het hoogste Europese podium actief zijn volgend seizoen, ondanks dat het nu elfde staat in de Premier League. Dat idee stuitte echter op veel weerstand, waardoor de UEFA zijn plannen besloot bij te schaven. Daaruit is het huidige systeem op basis van het landencoëfficiënt geboren.

Stand van zaken: Italië en Duitsland hebben beste papieren
Als we een blik werpen op de coëfficiëntenlijst, dan valt het op dat Italië op de eerste plek staat. Duitsland is nu de nummer twee. Dat zou aan het einde van het seizoen betekenen dat de nummers vijf van de Serie A en de Bundesliga via deze ontsnappingsroute deel mogen nemen aan de Champions League. De race is echter nog niet gelopen: de achterstand van nummer drie Engeland is niet groot, terwijl ook Frankrijk en Spanje stiekem nog mogen hopen.


Mogelijk lacht Romelu Lukaku in zijn vuistje dankzij de hernieuwde CL-formule.

Als Italië en Duitsland hun voorsprong weten vast te houden, zouden AS Roma en RB Leipzig de teams zijn die profiteren van het succes. Beide ploegen staan momenteel op de vijfde plek in hun competitie, al wordt Roma in de nek gehijgd door nummer zes Atalanta Bergamo en mag Leipzig juist nog hopen op plek vier.

Als Engeland zich nog in de top-twee weet te nestelen, dan zou Tottenham Hotspur momenteel de lachende derde zijn. Spurs kan echter wel nog over nummer vier Aston Villa heengaan op de ranglijst, terwijl Manchester United ook zicht heeft op de vijfde plek. In Frankrijk zou Lille OSC als nummer vier van de competitie profiteren, aangezien de Ligue 1 normaal gesproken één Champions League-deelnemer minder aflevert dan de vier grootste competities. In Spanje zou Atlético Madrid profiteren van het extra CL-ticket.

Geen hoop meer voor België
De hamvraag luidt nu: maakt ook de Jupiler Pro League nog kans op een bijkomende deelnemer aan de Europese topcompetitie? Het antwoord is jammer genoeg negatief ... Hoewel de Belgische clubs er over het algemeen een puike jaargang van hebben gemaakt, zijn de Europese prestaties tot dusver onvoldoende om nog op een plek in de top-twee te mikken.  

Met 13,200 punten hoeft ons land zich niet te schamen in het Europese clubvoetbal. Integendeel, de huidige zevende plek van dit seizoen is één positie beter dan onze positie op de vijfjaarlijkse UEFA-ranking. Met Club Brugge is er bovendien nog één Belgische deelnemer actief, meer bepaald in de kwartfinales van de Conference League. Toch kan Blauw-Zwart mathematisch niet voldoende punten meer halen om de kloof met de toplanden te dichten.

De stand op de coëfficiëntenlijst van enkel dit seizoen
1. Italië (17.714) (4/7)
2. Duitsland (16.357) (3/7)
3. Engeland (16.250) (5/8)
4. Frankrijk (14.750) (3/6)
5. Spanje (14.313) (3/8)
6. Tsjechië (13.250) (1/4)
7. BELGIË (13.200) (1/5)
8. Turkije (11.500) (1/4)
9. Portugal (11.500) (1/4)
10. Nederland (10.000) (0/5)