Zeven keer Estland in zeven weetjes: viervoudig kampioen, 110 en The Poominator

Zeven keer Estland in zeven weetjes: viervoudig kampioen, 110 en The Poominator

02-09-2021 13:00 Laatste update: 20:07
1

Donderdagavond trappen de Rode Duivels hun tweede drieluik af in aanloop naar het WK 2022 in Qatar. Met een verplaatsing naar het nietige Estland krijgen ze een uiterst haalbare kaart voorgeschoteld. Het is lang niet voor de eerste keer dat de Baltische staat ons pad kruist, want dat gebeurde eerder al zeven keer. Dat inspireert VoetbalPrimeur.be tot zeven weetjes over het Estse voetbal.

1) 109 plaatsen verschil
Nee, de FIFA-ranglijst is niet altijd de beste graadmeter, dat beseffen wij Belgen maar al te goed. Toch kan niemand ernaast kijken dat de Rode Duivels, nog steeds de mondiale nummer één, torenhoog favoriet zijn in Estland. Dat land prijkt immers pas op de 110e stek … Andere naties die zich in die buurt ophouden, zijn onder meer Guinee-Bissau, de Faeröer en Tadzjikistan. Veelbetekenend.

2) Een halve eeuw pauze
De voetbalhistorie van Estland loopt uiteraard samen met die van de politieke ontwikkelingen in de Baltische regio. Tot 1940 werkten The Blueshirts, zoals de Engelse bijnaam luidt, hun 'eigen' duels af, waarna de toenmalige Sovjet-Unie het land annexeerde. Pas in 1991 volgde opnieuw onafhankelijkheid. In juni 1992, liefst 52 jaar na een 2-1-overwinning tegen buurland Letland, mochten de Esten nog eens een interland van hun eigen volk aanschouwen. Tegen Slovenië boekte het een 1-1-gelijkspel.

3) Zo dichtbij en toch veraf
Een groot toernooi mocht de Estse voetbalfanaat nog nooit meemaken. In 2011, in aanloop naar het EK in Polen en Oekraïne, kwam de nationale trots er het dichtst bij. Na een puike kwalificatiecampagne met vijf overwinningen plaatste Estland zich zowaar als tweede voor de play-offs. Daarin kwam Ierland uit de trommel. Het geloof was aanwezig, maar na de heenwedstrijd doofde die vlam al genadeloos uit: de Ieren smeerden hun tegenstander een 0-4-thuisnederlaag aan en mochten zo hun koffers pakken voor Euro 2012.

4) Grotere prijzenkast
Terwijl de Rode Duivels deze zomer vruchteloos op jacht gingen naar eremetaal, slaagden de Esten er zowaar wél in om hun prijzenkast aan te vullen. Voor de vierde keer in hun geschiedenis triomfeerden ze namelijk in … de Baltische Beker. Dat is een tweejaarlijks driehoekstoernooi met ook nog die twee andere Baltische staten, Letland en Litouwen. Nadat zowel Estland als Letland de Litouwers een lesje hadden geleerd in hun openingsmatch, volgde de beslissende ontmoeting tussen beide overblijvende kanshebbers. Daarin trokken de Esten aan het langste eind, met dank aan een tweeklapper van grote held Mattias Kaït. Een historische prestatie, want de laatste eindzege dateerde al van voor Wereldoorlog II. Ter volledigheid: Letland is recordhouder op de Baltic Cup met liefst dertien trofeeën.

The Poominator
Een minder welluidende naam in het wereldvoetbal dan pakweg Kevin De Bruyne of Romelu Lukaku, maar in 2018 riep sportmagazine Sportskeeda Martin Poom uit tot beste Estse voetballer aller tijden. De legendarische doelman is dan ook één van de weinigen uit die regio die het tot de Engelse Premier League schopten. Bij Derby County en FC Sunderland was hij rond de eeuwwisseling jarenlang een vaste waarde onder de dwarsligger. Tussen 2005 en 2007 mocht Poom het zelfs even proberen bij Arsenal FC, maar daar bleef zijn bijdrage beperkt tot twee optredens. In 1992 maakte hij zijn debuut bij het nationale elftal, om uiteindelijk af te ronden op 120 caps. De Rode Duivels hoeven Poom al even niet meer te vrezen: in 2009 hing hij zijn handschoenen aan de haak.

6) Het dieptepunt
De zwarte sneeuw die de Rode Duivels een tiental jaar terug nog zagen, daar wordt geen enkele voetballiefhebber graag aan herinnerd. Toch zorgden de Esten ooit voor één van dé dieptepunten uit de Belgische voetbalgeschiedenis. Op 14 oktober 2009 ging onze nationale ploeg met trieste 2-0-cijfers onderuit in Tallinn. Onder meer Mousa Dembélé, Thomas Vermaelen en Jan Vertonghen draafden toen nochtans al rond in het Duivelse tenue.

7) Mijn thuis is waar mijn Le Coq staat
Tot slot nog een fun fact over het Lilleküla Stadion, de thuishaven waar de Esten onze Duivels zullen opwachten. De naam van die tempel is afgeleid van Le Coq, een Estse brouwerij (die inmiddels wel in handen is van een Finse holding). De Pruisische familie Le Coq stichtte het bedrijf al in 1807. Als notoire bierdrinkers zullen wij Belgen er ons dus zeker op ons gemak voelen. Het Lilleküla Stadion biedt overigens plaats aan zo’n 14.400 supporters.