Gent geraakt niet onder stoom: zwakke efficiëntie, fysieke én mentale belasting

Gent geraakt niet onder stoom: zwakke efficiëntie, fysieke én mentale belasting

24-08-2021 11:00 Laatste update: 16:00
9

KAA Gent staat nu al voor één van de belangrijkste tweeluiken uit haar seizoen. Donderdag moet het zich thuis zien te plaatsen voor de groepsfase van de Conference League, drie dagen later wacht de altijd beladen Slag om Vlaanderen met Club Brugge. Er zit flink wat druk op de ketel, want na enkele mindere prestaties heerst vooral onzekerheid in de Ghelamco Arena. VoetbalPrimeur.be tast af waar het schoentje knelt bij De Buffalo’s.

Toen Rakow Czestochowa in de voorlaatste voorronde het beter gekende Rubin Kazan uit het toernooi kegelde, wreven Hein Vanhaezebrouck en co zich stiekem in de handen. Deze Poolse horde mocht geen eindstation betekenen. In de heenwedstrijd heeft Gent zich echter een lastig karwei op de hals gehaald. Ondanks veldoverwicht ging het in het Stadion Miejski met 1-0 onderuit. Daardoor moeten de Oost-Vlamingen donderdag nog vol aan de bak. Door de afgeschafte regel van de uitdoelpunten volstaat elke overwinning om minstens verlengingen af te dwingen.

Dat kan best lukken, maar eigenlijk zou een Gent in goede doen gewoon probleemloos in 90 minuten moeten afrekenen met een tegenstander van het allooi van Czestochowa. De voorbije wedstrijden vertoonde het spel echter verschillende lacunes en een gebrek aan regelmaat. Het bezoek uit Polen moet niet alleen een ticket voor de groepsfase van de Conference League opleveren, maar evenzeer de nodige vertrouwensboost om zondag de rivaal uit Brugge partij te geven. Waar scheelt het voorlopig aan bij Gent?

Ondermaatse efficiëntie
Als Vanhaezebrouck zelf tot in den treure op één nagel blijft hameren, is het die van de sputterende doelpuntenproductie wel. In haar openingswedstrijd van het seizoen, de overtuigende 4-0 tegen Valerenga, vielen de goals nog als rijpe appels van de bomen, maar daarna ogen de cijfers een stuk minder geruststellend. In de acht duels die volgden, scoorde Gent slechts acht keer. Geen aantal om trots op te zijn als Belgische topclub. In drie van die acht wedstrijden slaagde de ploeg er niet in om het vijandelijke net te vinden.

Vanhaezebrouck kan dat gebrek aan efficiëntie ook statistisch staven. Wekelijks legt hij uit dat zijn elftal onder de zogeheten ‘Expected Goals’ zit, het aantal doelpunten dat je mag verwachten op basis van de gecreëerde kansen. Soms kan een verklaring voor de hand liggen: Gent mist een echte sluipschutter. Roman Yaremchuk was dat ook niet echt, maar die kwam zo vaak in een doelrijpe positie dat hij er toch jaarlijks een twintigtal tegen de touwen jaagde. Gianni Bruno is wél een notoire goalgetter, maar is dan weer geblesseerd, terwijl Laurent Depoitre van ver moet terugkomen.

En dus kijkt iedereen naar Tarik Tissoudali. Het slangenmens beschikt over een onnavolgbare dribbel en kan zeker een doelpunt maken, maar een echte killer in de zestien is de Amsterdammer niet. In dat opzicht was de heenmatch tegen Czestochowa tekenend. In een vrij gesloten partij kwam Tissoudali tot twee keer toe alleen voor de Poolse doelman. Twee keer liep het verkeerd af. Zulke uitgelezen mogelijkheden mogen in Europa niet de mist ingaan, zelfs niet tegen een zogezegd minderwaardige opponent.

De reisziekte
Wie de resultaten van Gent wat nauwgezetter onder de loep neemt, kan niet anders dan een hemelsbreed verschil vaststellen tussen thuis- en uitwedstrijden. In de eigen Ghelamco Arena pakten De Buffalo’s tot nu toe twee overwinningen en twee gelijke spelen. Opvallend: in die vier duels scoorden ze telkens minstens twee doelpunten. Wat daar op verplaatsing tegenover staat, is gewoonweg erbarmelijk. Bij Valerenga (2-0), KV Oostende (1-0) en Rakow Czestochowa (1-0) ging Gent roemloos onderuit. Enkel op RFS, met het mes op de keel, slaagde het erin om een uitpartij tot een goed einde te brengen: 0-1.

Het mag dan ook een opsteker van jewelste heten dat Gent haar komende drie wedstrijden thuis mag betwisten. Zeker nu de stadions weer mogen vol lopen, kunnen de fans in de Ghelamco Arena het doorslaggevende zetje in de rug geven. Dat gaf Tissoudali ook min of meer aan in zijn interview na de zeperd in Polen: dit varkentje wassen we thuis wel even. Toch mag Vanhaezebrouck niet blind blijven voor het euvel op verplaatsing. Hoe komt het dat Gent buitenshuis zo moeilijk in haar ritme geraakt en nauwelijks weet te scoren? Wij denken graag even mee …

Wisselvallige wedstrijdmentaliteit
Zou het kunnen dat de ingesteldheid van De Buffalo’s niet altijd even optimaal is? Het zou meteen de matige optredens buiten de Arteveldestad helpen verklaren. Eigenlijk vertoont de spelersgroep van Gent al enkele jaren moeilijkheden om zich week in week uit op te laden. Soms zijn Sinan Bolat, Sven Kums en Vadis Odjidja tot het allerbeste in staat, maar even goed zakken ze door de ondergrens heen. Misschien ontbreekt het binnen de Gentse kern wel aan echte aanjagers, jongens die steevast met het mes tussen de tanden spelen en hun ploeggenoten op tijd en stond eens op hun verdomde plichten wijzen.

De laatste aanvoerders (eerst Kums, nadien Vadis) hebben ontegensprekelijk hun kwaliteiten, maar zijn zij de aangewezen figuren die een elftal over een dood punt heen loodsen? Een venijnig ‘klootzakje’ (vergeef ons de omschrijving) à la Steven Defour of Ruud Vormer misstaat hoe dan ook niet op de Gentse loonlijst. Het zou er zomaar voor kunnen zorgen dat je bij de rust van een thuiswedstrijd tegen een Letse ploeg niet tegen een 0-2-achterstand hoeft aan te kijken of een dubbele voorsprong tegen K. Beerschot V.A. nog te grabbel gooit. Opnieuw verwijzen we naar de uitspraken van Tissoudali. Moet een zelfverklaarde topclub niet in staat zijn om ook op verplaatsing haar beste spel te ontwikkelen?

Nu al overbelast?
Als vierde en laatste mogelijke oorzaak kan ook de fysieke paraatheid van de Gentenaars in vraag gesteld worden. Laat het nu net één van de stokpaardjes van Vanhaezebrouck zijn: een zware, intensieve voorbereiding zodat zijn troepen over de benen beschikken om zijn dynamische voetbal vakkundig tot uitvoering te brengen. Heeft de trainer zijn hand deze keer overspeeld? Met zes Europese voorrondewedstrijden in een maand tijd, uiteraard aangevuld met de vroege competitiestart in de JPL, kregen De Buffalo’s voorlopig het drukst bezette programma van alle Belgische clubs voor de voeten geschoven.

Daar komt nog eens bij dat het voorbije seizoen loodzwaar was, met enkele corona-uitbraken, de propvolle agenda en interlandverplichtingen tot diep in de zomer voor een aantal Gentse spelers. Of Vanhaezebrouck zijn voorbereiding voldoende aangepast heeft aan die omstandigheden, is een open vraag. In bepaalde wedstrijden maakten zijn manschappen een wat uitgebluste indruk, wat behoorlijk verontrustend lijkt zo vroeg op het seizoen. Toen Vadis een vraag over vroege vermoeidheid kreeg voorgeschoteld, wimpelde hij die af als ‘naar excuses zoeken’. De komende vijf dagen krijgt Gent alvast een dubbele kans om de stand van haar energiepeil te demonstreren.