Kostelijke affaire: 'Belofteteam in 1B? Dan moet één miljoen euro op tafel komen'

Kostelijke affaire: 'Belofteteam in 1B? Dan moet één miljoen euro op tafel komen'

09-07-2021 11:10 Laatste update: 11:21
9

De Pro League hakte op haar vorige vergadering een belangrijke knoop door. Vanaf het seizoen 2022-2023 zullen de belofteploegen van de Belgische profclubs volop onderverdeeld worden in de lagere reeksen, tot en met Eerste Klasse B. Dat zal de clubs in kwestie wel een flinke duit kosten.

De topploegen uit ons vaderlandse voetbal azen al langer op een integratie van hun U21-elftallen in het volwassenenvoetbal. Op die manier kunnen zij sneller de stap zetten naar de A-ploeg, klinkt het. Die verandering werd onlangs goedgekeurd. Komend seizoen zal bepalen wie waar terecht komt, op basis van de eindrangschikking in de huidige beloftecompetities.

Welk belofteteam komt waar terecht?
- De top-vier uit reeks A van de beloftecompetitie krijgt plekje in Eerste Klasse B. Reeks A bestaat uit de U21 van Club Brugge, Genk, Anderlecht, Standard, Antwerp, Gent, Charleroi, STVV, Zulte Waregem, KV Mechelen, OHL en Cercle Brugge;
- De nummers vijf tot en met acht uit die A-reeks gaan hun kans in Eerste Nationale;
- De laatste vier en de nummer één en twee van de B-reeks (bestaande uit de overige profclubs) gaan naar Tweede Nationale;
- De overigen belofteteams blijven actief in een aparte competitie.

Financiële plaatje
In de praktijk ligt die verdeling echter niet zo vast als het papier doet uitschijnen, waarschuwt Het Belang van Limburg. Er zit namelijk nog een financieel addertje onder het gras. Ter compensatie van de oorspronkelijke clubs uit de verschillende volwassenenreeksen moeten de profclubs een compensatie op tafel leggen voor de integratie van hun belofte-elftal. In Eerste Nationale komt dat neer op 125.000 euro, in Tweede Nationale 100.000 euro. Een aanvaardbare prijs.

Wie aan Eerste Klasse B wil deelnemen, zal echter uit een ander vaatje moeten tappen. Daar komt het 'startbedrag' neer op één miljoen euro, per seizoen. Voor groten als Club Brugge of Genk zal dat ongetwijfeld geen probleem vormen, maar de minder bedeelde clubs zullen daar toch even over nadenken. Zo kan het dus zijn dat de eindstand van de beloftecompetitie medio 2022 niet helemaal overeenkomt met de uiteindelijke verdeling.

Overigens gaan de sommen die de profclubs moeten ophoesten, integraal naar de andere clubs uit de reeks waarin ze willen toetreden. Concreet voorbeeld: elk jaar komt er in 1B vier miljoen euro in kas, aangezien er vier belofteteams zullen deelnemen. Die vier miljoen wordt eerlijk verdeeld onder de oorspronkelijke 1B-clubs.