Onthuld: 'Anderlecht maakte gebruik van factoring bij transfer Doku'

De financiële situatie van Anderlecht is niet bepaald rooskleurig, en dus moest Jérémy Doku vorige zomer vertrekken. Hij werd voor 27 miljoen verkocht aan Stade Rennais. Anderlecht kreeg dat bedrag in één keer binnen, maar daar zijn ook nadelen aan verbonden. 

In het Europese voetbal worden grote transfersommen meestal in schijven betaald. Door de coronacrisis hebben veel clubs echter snel geld nodig, waardoor ook 'factoring' nu populair is. Daarbij worden toekomstige transferrechten in één keer verkocht aan een investeringsmaatschappij. Anderlecht heeft dat gedaan met Doku, maar houdt zo op termijn wel minder geld over. Het moet namelijk wel een rente betalen aan de investeringsfirma.

Michel Maus, hoogleraar recht van de VUB, snapt dat teams hun toevlucht nemen toe die bedrijven. "Als je financieel in de problemen zit, je kortetermijnschulden hebt en een licentie moet halen, dan is dat een begrijpelijke redenering. De overheid kan in coronatijden misschien ver in het rood gaan zonder gevolgen, voor een gewoon bedrijf - dus ook een voetbalclub - geldt dat niet. Maar het is tegelijkertijd ook een zwaktebod", geeft hij aan bij Het Laatste Nieuws.

"Op de lange termijn houd je als club minder over aan dit soort transacties. Het zijn 'quick wins', die kunnen helpen om te overleven op korte termijn. Maar op middellange en langere termijn zijn daar toch zeker risico's aan verbonden. Als een club zich tot factoring wendt als paniekreactie op de coronasituatie, dan zou het weleens als een boemerang kunnen terugkeren binnen twee seizoenen. Want dan heeft de club minder inkomsten gegenereerd, maar de kostenstructuur blijft wel dezelfde", besluit Maus.