De kroniek van een ongebruikelijke Gouden Schoen: vijf voorbeelden dat het kan

De kroniek van een ongebruikelijke Gouden Schoen: vijf voorbeelden dat het kan

12-01-2021 10:45 Laatste update: 16:00
54

Woensdagavond weten we wie de 67e Gouden Schoen op zijn schouw mag uitstallen. De voorbije jaren had Club Brugge een patent op de trofee, maar die hegemonie lijkt doorbroken te zullen worden. RSC Anderlecht en Standard Luik moeten nog minder hoop koesteren op een eindlaureaat. Bijgevolg zal de Gouden Schoen 2020 hoogstwaarschijnlijk een ‘opvallende’ zijn. In de geschiedenis van het Belgische voetbal kwam dat al eens vaker voor. Voetbalprimeur. pikt vijf opmerkelijke Gouden Schoenen uit de rijke traditie van het Gala.

1973 : Maurice Martens - RWDM
Toen de jonge linksachter op zijn 20e zijn neus aan het venster stak bij RSC Anderlecht, leek een grootse carrière voor hem weggelegd. Die kwam er ook, maar niet in dienst van paars-wit. De definitieve doorbraak bleef er uit. Daarom verkoos Martens begin jaren ’70 een ‘binnenstedelijke’ transfer richting Racing White, het latere RWDM. Een gedurfde zet, maar eentje die wonderwel uitpakte. In Molenbeek zou de Aalstenaar een prominente rol vertolken in één van de mooiste Belgische voetbalsprookjes.

In de jaren na zijn overstap groeide RWDM gestaag uit tot een absolute titelkandidaat. Onder impuls van ene Johan Boskamp sleepte de eens zo bescheiden traditieclub in 1975 het kampioenschap in de wacht. Martens, die niet lang na zijn aankomst de aanvoerdersband kreeg toegespeeld, verzilverde die successen eigenlijk voor de feiten. Als linksachter van RWDM de meest prestigieuze individuele trofee uit ons land veroveren, il faut le faire.

1979 : Jean Janssens – SK Beveren
Een gedroomde naam voor een lid van een pro-Belgicistische partij, maar toch niet voor een Gouden Schoen? De werkelijkheid zegt anders. Alleen al vanwege zijn clubliefde valt zijn decoratie verdiend te noemen. Met 568 op de teller mag Janssens zich met recht en reden Mister Beveren noemen. Jarenlang teisterde de flukse linksbuiten de tegenstand in dienst van de inmiddels herrezen volksclub. In 1979 zou het plaatje helemaal in elkaar vallen, op persoonlijk én collectief vlak.

In dat wonderjaar vierde ‘het kleine Anderlecht’ de eerste landstitel uit haar bestaan. Als toetje mocht Janssens aan het einde van het seizoen met de Gouden Schoen pronken, nota bene op de gezegende leeftijd van 35 jaar. Pas in 2000 ontnam Lorenzo Staelens hem dat record van oudste triomfator. De onderscheiding was bovendien een extra emotioneel moment, aangezien de zevenvoudige Rode Duivel zo’n drie jaar eerder nog serieus overwoog om een punt te zetten achter zijn loopbaan vanwege aanhoudend blessureleed. Noch Janssens, noch Beveren zal zich beklagen dat hij uiteindelijk doorbeet.

1994 : Gilles De Bilde – Eendracht Aalst
Over het Gouden-Schoen-verhaal van De Bilde is al veel inkt gevloeid, maar het blijft een uiterst opmerkelijke editie. In het voorjaar van ’94 openbaarde zich een ware sensatie bij het bescheiden Eendracht Aalst. Nadat de technisch onderlegde aanvaller zijn elftal al de promotie naar Eerste Klasse had geschonken als topschutter, trok hij die lijn vrolijk door op het hoogste niveau. Van plankenkoorts was hoegenaamd geen sprake. Aan het einde van zijn eerste seizoen bij de elite klokte de teller af op een indrukwekkend aantal van 21 potten.

Even voordien, in januari van dat memorabele jaar, had De Bilde die hoogvorm al verzilverd. Of moeten we zeggen verguld … De teleurstelling van Staelens na de bekendmaking van de uitslag zei eigenlijk alles. Wat een sensatie! Tot op heden staan er zo nog steeds enkele records op naam van De Bilde. De linkspoot blijft de enige die de trofee ooit pakte als speler van Aalst. Daarnaast slaagde niemand erin om dat te doen na slechts een half jaar in Eerste Klasse. Volgt Raphaël Holzhauser straks dat illustere voorbeeld? Dat De Ket die enorme aandacht beloond zag met een transfer naar Anderlecht, was in die periode een logische gang van zaken.

1995 : Paul Okon – Club Brugge
Een haast stereotiep voorbeeld van de Australische wereldveroveraar, deze Okon. Toen de man op een blauwe maandag in 1991 in Brugge neerstreek, durfde zelfs de grootste believer niet te vermoeden dat hier een toekomstige Gouden Schoen stond. In het begin had Okon het ook knaplastig om zich aan te passen in zijn nieuwe omgeving. De Europese cultuur blijkt voor veel Australiërs een moeilijk te passeren drempel, terwijl hij op sportief vlak vrede moest nemen met de B-kern van Blauw-Zwart.

Down Under staan de mensen echter bekend om hun keikop. Zo ook Okon, die vastberaden zijn beste beentje bleef voorzetten. Onder Hugo Broos werden die inspanningen beloond. In eerste instantie bewees hij zich als controlerende middenvelder, maar pas toen hij een rij achteruit geschoven werd, toonde Okon zijn ware klasse. Met de Gouden Schoen in zijn tas trok hij op schattentocht doorheen Europa. Die leidde hem langs enkele fraaie clubs uit de Serie A en de Premier League, al bleef het etiket van eeuwige belofte altijd wat kleven aan de voormalige Oceanische Voetballer van het Jaar.

2015 : Sven KumsKAA Gent
Wie grasduint door de erelijst van de Gouden Schoen, leert daar vanzelf ook veel uit over de gloriedagen van enkele subtoppers uit het Belgische voetbal. RWDM en Beveren kwamen al aan bod, maar het meest recente voorbeeld is natuurlijk de eerste en – voorlopig – enige landstitel van KAA Gent. Onder Hein Vanhaezebrouck zette de club uit de Vlaamse grootstad eindelijk een prestatie neer haar hinterland waardig. De feesttaferelen in de Gentse binnenstad staan in het collectieve geheugen gegrift.

Dat de Gouden Schoen dat jaar naar een Buffalo zou gaan, voelde zelfs de grootste voetballeek aankomen. Maar wie moest dat dan worden? De uitblinkende Matz Sels? De immer noest werkende Laurent Depoitre? Of eerder manusje-van-alles Brecht Dejaegere of stijlrijke spelmaker Danijel Milicevic? Niets van dat alles. Uiteindelijk kozen de stemgerechtigden voor het meesterbrein van dat iconische elftal: Kums. De Dilbekenaar topte een volledig blauw-wit podium. Dat een metronoom met amper één competitiegoal op de teller (uitgerekend in het titelduel met Standard Luik) de Gouden Schoen veroverde, deed het hartje van elke voetbalromanticus opleven.