Crisis op Anfield: Origi ziet Liverpool van op de bank verliezen tegen Southampton

Liverpool lijkt in een vormcrisis te zitten. De Engelse kampioen ging op St. Mary's met 1-0 onderuit tegen Southampton en heeft al drie wedstrijden op rij niet gewonnen.

Liverpool sloot het jaar 2020 af met remises tegen West Bromwich Albion en Newcastle United, maar het nieuwe jaar brengt The Reds nog weinig goeds. De ploeg van Jürgen Klopp kampt het hele seizoen al met defensieve problemen en trad tegen Southampton voor de dertiende keer (!) aan met een centraal duo. Deze keer stonden Jordan Henderson en Fabinho in het hart van de verdediging. 

Trent-Alexander Arnold stond wel gewoon op zijn vertrouwde positie, maar juist hij ging in de fout bij de enige goal van de wedstrijd. Hij verkeek zich al na één minuut volledig op een vrije trap van James-Ward Prowse, waarna topscorer Danny Ings de bal over Alisson Becker lobte.

Het liep tegen Southampton voor geen meter bij Liverpool. Southampton-manager Ralph Hasenhüttl had zijn spelers opdracht gegeven om alle spelers van Liverpool op te jagen en ze nauwelijks tijd aan de bal te geven. Dat lukte, waardoor The Reds moeite hadden om oplossingen te vinden. Kansen werden ook nauwelijks gecreërd. Sadio Mané was in de blessuretijd wel dicht bij de gelijkmaker.

Kort na rust schreeuwde Liverpool om een penalty, nadat Georginio Wijnaldum de bal tegen de arm van verdediger Jack Stephens aan schoot. Maar daar wilde de arbiter niet aan, ook de VAR deed niets. Van het gevreesde trio Mané-Firmino-Salah moest Liverpool het maandagavond ook niet hebben. Klopp probeerde met Xerdan Shaqiri en James Milner nog wel wat te forceren, maar zonder succes. Divock Origi moet negentig minuten op de bank.

En dus blijft Southampton maar door stunten. De achterstand op Liverpool, dat op doelsaldo nog wel eerste staat, is vier punten.