Noa Lang bij Club Brugge: 'Clement beschikt over veelzijdige lefgozer'

Noa Lang maakte de overstap van Ajax naar Club Brugge. Waar kan coach Philippe Clement zich aan verwachten en wat zijn de kwaliteiten van Lang? De Nederlandse buitenspeler wordt onder de loep genomen door huisanalist en PEC-Zwolle-scout Kristof De Croock.

Veelzijdigheid van Lang geeft Clement een extra troef
Diatta is meer een pure winger vanop de zijlijn, zeker als hij vanop rechts speelt. Dennis is het best als hij mee voorin kan spelen in een vrije rol en dus ook minder taken meekrijgt, waardoor hij zorgeloos kan spelen. De Nigeriaan heeft nu ook gezonde concurrentie wat enkel in het voordeel van Club Brugge speelt. Dennis is een ongeleid projectiel, hij is onvoorspelbaar zowel in negatieve zin als positieve zin. Met extra concurrentie zal hij constanter moeten presteren.  

Lang kan gebruikt worden op verschillende posities, zijn beste positie is linkerflank die naar binnen komt met zijn goed rechterbeen. Zijn twee nevenposities zijn rechtsvoor en aanvallende middenvelder. Waardoor hij extra opties geeft aan Clement.

Kwaliteiten van Lang
Lang heeft de technische kwaliteiten en handelingssnelheid om tussen de linies gevaar te creëren door een meer dan behoorlijk overzicht aan de bal. Hij is creatief aan de bal, soms té waardoor hij de moeilijkste optie kiest terwijl er makkelijkere opties liggen. Hij kan ook makkelijk ruimte voor zich creëren door middel van vooracties. Hij is vinnig op de eerste meters en hij is wendbaar, waardoor hij makkelijk van richting kan veranderen in zijn dribbel, maar ook makkelijk kan wegdraaien bij tegenstanders die in zijn rug zitten. Door goed te scannen herkent hij deze momenten goed.

Lang heeft een korte balbehandeling, en kiest vaak het juiste moment om zijn tegenstander één vs één aan te vallen. Vooral als hij naar binnen komt op zijn rechterbeen. Hierdoor valt hij moeilijk af te stoppen. Hij heeft een vrij goed schot in zijn rechterbeen, maar kan ook gevaar stichten door met overzicht een bal in de tweede zone te leggen of een steekbal, chip achter de verdediging te steken. Het moment herkennen van direct spelen of even wachten beheerst hij goed. Zijn inspelen en heroriënteren is ook goed.

De rol van Lang in de winningoal van Club Brugge tegen Zenit mag niet onderschat worden. Eerst vraagt hij de bal diep, als vooractie. Hij positioneert zijn lichaam goed, waardoor hij naar doel kan doordraaien, hij wordt zijdelings onder druk gezet, waardoor het te moeilijk is om voor een actie te gaan waardoor hij terugdraait. Door pas in te spelen wanneer de andere Zenit speler hem onder druk zet, krijgt Vanaken meer ruimte. Lang maakt zich terug aanspeelbaar en wacht lang genoeg met inspelen op Vanaken. Mocht Lang sneller ingespeeld hebben kon de goal niet tot stand gekomen zijn.

Hoe zou de rol van Lang er kunnen uitzien bij Club Brugge
Ik denk dat Lang het best tot zijn recht zou komen als linkerflank in een 4-3-3 speelt. Doordat Lang graag aan de binnenkant speelt en naar het centrum toe zwerft (rechtervoet op links), kan hij vanop links naar binnen komen om tussen de linies te spelen en zo krijgt Sobol heel de linkerflank voor zich. Mata speelt toch vaker aan de binnenkant in de viermansverdediging.

Het voordeel door Lang zo te gebruiken zijn; dat de creativiteit minder op Vanaken en (mindere mate) Vormer komen te liggen. In het begin van het seizoen toen de tandem minder draaide, zagen we dit ook terug in het spel van Club. Tegen laag ingezakte ploegen hadden ze moeite om het blok te ontwrichten, met een creatieve Lang heeft Clement een extra troef in handen.

Heatmap van Lang tegen Standard, waar hij hoofdzakelijk in de linkerhalfspace speelde.

Door aan de binnenkant te spelen, zal hij de backs van de tegenstander voor keuzes zetten. Door nu in de diepte te gaan, loopt hij de back vrij. Naar Club vertaald; Sobol vrijlopen, omdat deze vaak dieper opgesteld staat ten opzichte van Mata die meer als defensievere back fungeert. Zijn timing om deze loopacties te maken is goed.

Noa Lang beheerst goed het spelprincipe minimale breedte, en de timing om naar binnen te komen is ook goed. De bedoeling van minimale breedte is simpel; als een vleugelaanvaller tegen de zijlijn gaat spelen, dan kan de back van de tegenstander hem loslaten en mee het centrum sluiten. Bij minimale breedte komt de flank naar binnen waardoor de back voor een keuze komt te staan, neem ik dichter positie bij de flank, dan komt er meer ruimte in het centrum. Laat hij de flank loskomt deze in een kansrijke schietpositie.

Hierboven speelt Lang goed minimale breedte, waardoor de back van Utrecht moet kiezen, dek ik dichter bij Lang = meer ruimte in het centrum. Kiest hij meer centraal positie komt Lang vrij aan de tweede paal.

Indraaiende voorzetten naar de tweede paal, vanop links beheerst hij goed: hij kijkt voor doel terwijl hij zijn bal klaarlegt voor een voorzet. Vanop links geeft hij regelmatig goede voorzetten naar de tweede zone.

Hij is links vrij beperkt, vaak heeft hij acties waar hij met links een pass, voorzet,… kan geven waar hij toch voor buitenkant rechts kiest. Hij is wel goed met buitenkant rechts, hij neemt vaak vanop links bal in één tijd mee buitenkant rechts, waardoor hij zijn actie lopend kan inzetten en als hij op snelheid aan het opdrijven is kan hij de bal onmiddellijk doorspelen tijdens zijn actie.

Hij biedt zich liever onder de back aan dan te kiezen voor een overlap, waardoor hij vaker in de positie komt om dit soort voorzetten te trappen. Voordeel van deze positie kiezen is dat hij onmiddellijk druk kan geven bij potentieel balverlies.

Dit heeft er vooral mee te maken, als hij overlapt over links, moet hij waarschijnlijk de voorzet geven met zijn mindere linker, daarom kiest hij bewust om onder de back te komen, zo geeft hij de back een kwalitatieve één vs één zoals hierboven.

Omschakeling naar balverlies
Ik vind Lang wel gedreven in zijn omschakeling naar balverlies, hij zet bij eigen balverlies onmiddellijk pressing op de balbezitter. Indien zijn ploeg de bal verliest zet hij vaak goed agressieve druk als het team druk zet. Enkel over grotere afstanden had hij het iets moeilijker afgelopen wedstrijden. Heeft er ook wel mee te maken dat hij tegen een wingback speelde, Fai en de linkermiddenvelder van de ruit van Zenit moest opvangen, waardoor hij vaak met een achterstand moest beginnen. Hij komt ook uit het Ajax-systeem, waar flankaanvallers druk zetten van buiten naar binnen, in tegenstelling tot Club Brugge dat druk zette vanuit een 4-4-2 op Standard.

Hij intercepteert ook veel ballen in de opbouw van de tegenstander op spelintelligentie, hij anticipeert vaak goed op mogelijk pass van de tegenstander. Met zijn eerste pass na balverovering creëert hij vaak veel gevaar. Zijn diagonale pressing van back naar centrale verdediger beheerst hij zeer goed, loopt zo aan dat de back niet aanspeelbaar is en dat de centrale verdediger aan de bal, er toch moeilijk uit geraakt door Lang zijn positieve agressie. De ‘no sweat no glory-mentaliteit’ heeft de jonge Nederlander wel.

Omschakeling naar balbezit
Met de omschakeling naar balbezit, zoekt hij zo snel mogelijk de weg naar doel. Hij anticipeert op de contraflank vaak zodat hij een voorsprong heeft op zijn rechtstreekse tegenstander. Hierdoor kan hij snel vrijkomen aan de tweede paal, of achter de laatste linie door middel van een diagonale loopactie.

Karakter
Lang heeft wel de “Amsterdamse’ arrogantie, als het goed loopt wordt hij wat uitdagend/speels. Ook bij doelpunten durft Lang wel eens extreem uitbundig te vieren of provocerend te juichen. Hij is een “mannetje” maar “mannetjes” hebben meestal iets bijzonder. Hij is ook wel echt een winnaar en is wel een “lefgozer”, waardoor hij ook een interessante invaller is wanneer Club het moeilijk heeft om door een stevig blok te spelen, omdat hij wel de risicopass durft geven of een dribbel waar andere spelers eerder op veilig spelen.

Conclusie
In Belgie wordt er toch anders gevoetbald ten opzichte van de Eredivisie. Vaak wordt er gezegd dat Nederlanders niet kunnen verdedigen, maar dat is een foute gedachte, verdedigers in de Eredivisie moeten grotere ruimtes verdedigen dan in België. In de Jupiler Pro League durven kleine teams zich vaak opstellen in een stevig blok van +- 20m in de lengte, dit zullen weinig Nederlandse teams doen. In Nederland proberen kleinere teams gewoon op te bouwen van achteruit, met de nodige risico’s in de omschakeling, en ze durven spelen met een zeer hoge achterlijn.

In de Jupiler Pro League, zal je kleinere ploegen sneller de lange bal hanteren bewust om op de tweede bal te spelen. Waardoor er meer vanuit de omschakeling gespeeld wordt en de intensiteit veel hoger ligt. België is vooral fysiek een moeilijkere competitie dan Nederland. Flankaanvallers komen in Nederland ook veel vaker in een kwalitatieve één vs één doordat backs sneller naar de man verdedigen dan naar het centrum, waar backs uit de Belgische competitie toch vooral het centrum dichthouden en er dus minder ruimte is voor acties.

Ik verwacht dat we aan de bal wat betreft acties en passing al de creatieve Lang zullen zien, maar wat betreft tactische discipline zal hij de Ajax-school moeten loslaten en aanpassen aan Club Brugge. 

Auteur: Kristof de Croock, huisanalist van VoetbalPrimeur.be en scout van PEC Zwolle

Welke speler of club wil jij een volledig geanalyseerd zien? Laat het ons weten in de reacties.