Maakt KRC Genk de juiste keuze? Het verschil tussen Thorup en Wolf

Maakt KRC Genk de juiste keuze? Het verschil tussen Thorup en Wolf

30-09-2020 18:00 Laatste update: 10-10-2020 10:40
11

KRC Genk heeft Jess Thorup aangesteld als nieuwe hoofdtrainer. De ex-KAA Gent-coach is de opvolger van Hannes Wolf. Onze huisanalist, PEC-Zwolle-scout Kristof De Croock, legt het verschil tussen biede oefenmeesters uit in een analyse.

Verschil 1: Rol van de spits
Waar bij Wolf de spits een bepalende rol had in het druk zetten en dus ook meer meters moest afleggen. Werd tegen KV Oostende onder Thorup Onuachu ondersteund door de flanken die vaak van buiten naar binnen presste op de centrale verdedigers van Oostende. Met Toma die plakte op D’Arpino kwam er veel minder verantwoordelijkheid op Onuachu zijn schouders, zodoende kon hij veel frisser zijn aanvallende taken uitvoeren.

Bij Wolf werd Onuachu nooit in zijn sterkte gebruikt, namelijk zijn kopbalsterkte. Dit ligt nu anders, eens de bal op de flank is moet Onuachu zich voor doel melden en geen steun aan de flanken geven. Buiten de 16 meters moet hij ervoor zorgen dat hij zijn duels wint en de lopende mensen kan wegsturen door te koppen of de bal bij te houden en de mensen die aansluiten bereiken.


Oostende staat goed in zone op de voorzet van Maehle, maar Onuachu valt op dit soort situaties amper te verdedigen in de lucht.

Verschil 2: Meer dynamiek vanuit het middenveld dankzij Thorstvedt en de ongelukkige Toma
Ondanks zijn rode kaart en in balbezit een vrij dramatische wedstrijd speelde, zorgde Toma wel voor de nodige dynamiek in het aanvalsspel van Genk. Hij zorgde voor onderlinge positiewissels met de flanken, maar ook in de opbouw met bv Thorstvedt. Als Onuachu afhaakte zocht hij goed de diepte. Hij nam defensieve taken over als iemand anders uit positie was, en ging vaak naar de flanken op de balkant om een overtal te creëren en zocht dan in de tweede fase positie voor doel indien mogelijk.


Toma zoekt hier goed diepte zonder bal. Hij creëert hieruit met wat geluk een goede kans.

Thorup past aan in de wedstrijd tegenover Oostende, snelle switches door het ondertal in het middenveld en de ruimtes op de flank voor KRC Genk. De backs staan iets lager in de opbouw.

Wat we vaak terugzagen bij Wolf was de 3+1 of 2+2 opbouw met de centrale verdedigers en de twee verdedigende middenvelders. De backs schoven dan vaak zeer hoog door en de flanken kwamen dan in de halfspaces te spelen, met de ‘10’ die dan in de ruimte tussen verdediging en middenveld, de middenvelders van de tegenstanders pinnen. Waardoor Genk in een soort 3-1-5-1 speelde met drie tienen.

Na de 0-1 zagen we de backs vaak opstomen in plaats van er te staan zoals onder Wolf, door laag op te bouwen konden de backs op snelheid opkomen.

Doordat de aanvallers van Oostende druk zetten op de twee centrale verdedigers van Genk, waren de backs ook de enige die aanspeelbaar waren zonder directe druk, Oostende had altijd een overtal had op het middenveld door hun 4-4-2 ruit. Met de backs iets lager te zetten moesten de buitenste middenvelders van Oostende meer lopen om druk te kunnen zetten op de backs van Genk.

Hierdoor kon Genk makkelijker kantelen in balbezit naar de contraflank waar ze dan in een overtal kwamen. Thorstvedt week vaak uit naar links om de rechtermiddenvelder meer te trekken van Oostende, hierdoor kwamen met een snelle switch Ito en Maehle in een 1 versus 2 op de rechterflank.


Oostende had vaak een overtal op de balkant door hun ruit die helemaal naar de balkant kantelde, Genk probeerde Oostende te lokken via de linkerflank.  


Om dan over rechts snelheid en verticaliteit in de aanval te brengen. Maehle komt aan de bal na een snelle switch van Hrosovksy, door de loopactie van Ito in de ruimte kan Ndicka niet uistappen en krijgt Maehle meer tijd aan voor een goede voorzet. Theate moet anticiperen op Ito waardoor de ruimte waar Onuachu kan inlopen nog groter wordt.

Verschil 4: er staan opbouwers voor de verdediging en geen afbrekers. Wat ook een nadeel met zich meebrengt.

Onder Wolf speelde Genk vaak met Kouassi/Wouters of Munoz voor de verdediging. Hierdoor had Genk vaak een tragere balcirculatie van achteruit. Voordeel is wel dat “zone 14” altijd goed afgedekt werd en het centrum ook vaak door één van de twee verdedigende middenvelders werd afgesloten. Onder Wolf viel Genk regelmatig in ‘twee’ doordat de middenvelders achteruitliepen en de aanvallende spelers druk vooruit wouden zetten.

Onder Thorup stonden er met Thorstvedt en Hrosovsky twee middenvelders die hun kwaliteiten meer aan de bal liggen en in hun loopvermogen en minder in hun defensieve kwaliteiten.

Voordeel hier is: Doordat de middenvelders van nature al aanvallender ingesteld zijn, sluiten ze goed bij aanvallend, Thorstvedt kwam regelmatig in de 16 meter en Hrosovksy kwam goed bijsluiten rond de 16 meter, hierdoor waren de ruimtes ook vrij klein in balbezit, waardoor de omschakeling naar balverlies vlotter verliep. De back aan de contraflank speelde meer aan de binnenkant, om de ruimtes in het centrum kleiner te maken.

Nadeel hier was wel dat er veel ruimte kwam tussen verdediging en middenveld. McGeehan bespeelde deze ruimte zeer goed, als een van de twee aanvallers afhaakte in zone 14 zocht hij dan weeral diepgang.


Bij de goal schakelt Thorstvedt te traag om naar balverlies, hij is te laat terug om McGeehan iets in de weg te leggen bij de 0-1 terwijl hij met een voorsprong start. Dit is een nadeel van twee voetbalingestelde spelers om deze posities.


Hier zijn beide verdedigende middenvelders gekanteld naar rechts, bij balverlies kunnen ze onmiddellijk counterpressing geven. Mocht Oostende onder deze pressing uitvoetballen ontstaat er een grote ruimte in het centrum van het veld.

Wel een pluim voor de tactische zetten van Blessin, die het Genk zeer moeilijk maakte door bewust de rechterkant vrij te laten, waardoor Uronen vaak back op back kwam met Bataille, indien Uronen doordekte ging een van de vrije middenvelders van Oostende goed de ruimte in zijn rug in. Daardoor moest een centrale verdediger uitstappen naar de linkerflank bij Genk, die ze dan te kort kwamen in de eigen 16 meter omdat beide verdedigende middenvelders vrij pover waren in het dekken van zone “14”. De goal komt hier mede door. Thorstvedt had opvallend veel moeite met de omschakelingen naar balverlies.


Mede dankzij de slimme zet van Blessin, had Uronen moeite met de ruimte in zijn rug.

Na de rode kaart:
Met tien spelers schakelde Genk over naar een 4-4-1 waar de flanken vaak ver dichtplooide naar binnen toe om de ruimtes zo compact mogelijk te maken in het centrum. Aanvallend kwam Genk er amper uit en kon het enkel opschuiven door Onuachu lang aan te spelen, die trouwens een zeer goede partij speelde. Door Oyen te vervangen en Thorstvedt naar links te brengen zorgde Thorup voor meer verdedigende stabiliteit in het centrum.

Conclusie:
Na één week Thorup zijn de grote lijnen nog altijd hetzelfde. Thorup greep tactisch snel en goed in tegen de 4-4-2 ruit van Oostende. Het probleem van Wolf was dat hij te snel te veel wou veranderen, ik vermoed dat Thorup met zijn ervaring hier meer gestaag te werk zal gaan.

Auteur: Kristof de Croock, huisanalist van VoetbalPrimeur.be en scout van PEC Zwolle

Welke speler of club wil jij een volledig geanalyseerd zien? Laat het ons weten in de reacties.