Hoe je de muur van Charleroi kan doorbreken, en zelf geen tegengoals slikt
Nu de Jupiler Pro League weer op volle toeren draait, vliegen de voor- en nabeschouwing de Belgische voetbalfan om de oren. VoetbalPrimeur.be wil daar een kwaliteitsvolle aanvulling op zijn. Daarom is onze redactie met de rubriek 'Het krijtbord' gestart, waarin tactische analyses rond de clubs uit onze hoogste klasse aan bod komen. In deze aflevering bestudeert huisanalist Kristof De Croock, scout bij het Nederlandse PEC Zwolle, het Charleroi van Karim Belhocine.
Charleroi kreeg dit seizoen nog maar één (!) tegendoelpunt tegen, nota bene in de omschakeling naar balverlies op een doeltrap van Penneteau. Hoe komt het dat Charleroi zo moeilijk te verslagen is? En hoe zou je ze kunnen verslaan? Ik heb deze keer Charleroi kort geanalyseerd. Omdat ze vrij bekende patronen/spelprincipes hebben. Maar hoe valt Charleroi te kloppen? Logisch antwoord zou zijn één goal meer maken dan de Carolo’s, maar dat leek mij iets te gemakkelijk. Dit is een voorbeeld en zeker geen garantie op succes aangezien ik gebuisd was voor mijn trainerscursus.
Sterktes van de spelerskern:
Charleroi is een zeer complementair team, dat goed op elkaar ingespeeld is. Met Dessoleil hebben ze één van de beste centrale verdedigers als het aankomt op puur verdedigen. Met Busi hebben ze een iets verdedigende back waardoor deze goed de restverdediging kan houden en Kayembe zich aanvallend kan uitleven.
Op het middenveld heb je met Ilaimaharitra een geweldige verdedigende middenvelder en Gillet die het loopvermogen brengt. Fall zorgt voor het loopvermogen op de flanken terwijl Gholizadeh iets vrijer kan bewegen naar binnen vanop de flank. Morioka is de vrije man en is zowel nuttig aan de bal als in verdedigend opzicht met zijn spelintelligentie. Met Rezai hebben ze een complete spits die zowel kan afmaken als aangeven.
Op de bank heb je met Hendrickx een ideale waterdrager, Nicholson een spits waarmee Charleroi een plan B heeft en kan pompen, Henen die fris op de counter ook iets kan forceren, Marinos waarop je altijd kan terugvallen,… De Carolo’s missen ook nog de geblesseerde Bruno en Diandy.
Ik heb een speler bewust niet vernoemd, Steven Willems, omdat ik hem als de zwakke schakel zie (vooral omdat hij als linksvoetige op rechts speelt) van dit Charleroi.
Wat doet Charleroi in balbezit?
Iedereen die ooit gevoetbald heeft, heeft zeker en vast al gehoord van 'maak het veld zo groot mogelijk in balbezit en zo klein mogelijk in balverlies'. Dit is precies wat Charleroi doet. Door de backs zo laag te laten opbouwen en de centrumspits zeer hoog te zetten, krijg je zeer veel ruimte tussen de middenveld linie en verdedigingslinie van de tegenstander. Hierdoor is Morioka vaak vrij aanspeelbaar tussen de linies. Door de linies zo ver uit mekaar te zetten krijg je ook een verticale opbouw. Charleroi is ook niet bang om de lange bal te spelen en zo de tweede bal proberen te winnen (dit doen ze vaak tegen grote ploegen).
Enkele spelprincipes zijn:
-Verticaliteit
-Winnen 2e bal
-veld groot maken
-Lokken tegenstander
-Overtal 2e fase
-Voldoende Restverdediging
Voorbeeld waar Charleroi het veld immens groot maakt zowel horizontaal en verticaal. Morioka komt vrij tussen de linies. Lok de tegenstander zodat je bij de 2e bal in een 4 vs 5 komt. Charleroi hoeft geen overtal rond de bal. Meestal zorgen ze ervoor dat ze een overtal krijgen op de contraflank of in de tweede fase van de opbouw.
Pas overtal in de tweede fase. Dit is na een uittrap van Penneteau.
Opbouw over rechts, aanvallers staan klaar op contraflank om doelgericht te worden. Ondertal rond de bal. Defensieve T zie je altijd terug bij Charleroi omdat Belhocine maximum één back laat meegaan. Indien de twee backs toch meegaan blijven de twee verdedigende middenvelders om de T te vormen. Charleroi is aan de bal al bezig met potentieel balverlies.
Hoe staat Charleroi in balverlies:
De hoogte van het blok en de intensiteit van druk of juist geen druk zetten hangt af van het spelbeeld. Meestal kiest Charleroi om in zone vanuit een 4-2-3-1 medium blok met een medium press te spelen. Met Morioka die kort op de 6 van de tegenstander speelt.
Als de 6 van de tegenstander zich laat uitzakken in de laatste linie, dan zet Charleroi druk in een 4-4-2 met Morioka naast de spits. De twee aanvallers sluiten de passlijn af naar het centrum waardoor de tegenstander naar de flanken moet, daar probeert Charleroi de tegenstander in te sluiten door helemaal te kantelen.
In het middenveld speelt Charleroi vanuit de zone, beide middenvelders zijn wel pro-actief, als iemand in hun zone of omgeving aangespeeld wordt zetten ze gecontroleerd druk.
Morioka's startpositie is de 6 van de tegenstander. Met zijn uitstekend spelinzicht kiest hij zijn moment goed om de 6 los te laten en zijn rug schaduw te gebruiken om deze niet aanspeelbaar te maken. Vanuit een 4-4-2 herkent hij goed de momenten waarop een kans ligt op onderschepping getuige de 0-1 op Club Brugge.
Gebruikte spelprinces zijn:
Compact houden
Centrum sluiten
Overtal rond bal op de flanken
Charleroi houdt het centrum dicht en dwingt Club Brugge naar de zijkant waar het hun zal vastzetten met een overtal.
Charleroi geeft de flanken weg en beheerst het centrum.
Charleroi kantelt helemaal door, nummer 17 is Fall (rechtsmidden).
Omschakeling naar balverlies.
Één iemand gaat druk zetten (ik noemt dit zelf lijnenpress omdat één speler uit de lijn druk zet) op de baldrager terwijl de laatste linie zo snel mogelijk terug compact wordt (dit moet in volle sprint omdat de afstand zeer groot is). Door de verticale opbouw houden ze ook veel mensen achter de bal. Charleroi is zeer gedisciplineerd in de omschakelingen en nemen ook niet veel risico in de omschakeling naar balbezit. Meestal voorste vier, dus zes mensen achter de bal met een gesloten centrum.
Enkele spelprincipes zijn:
-lijnenpress
-Klein worden
-Centrum sluiten
Charleroi verliest de bal en staat nog altijd zeer groot.
Charleroi wint de bal 9 seconden later terug met een compace laatste linie en 2 verdedigende middenvelders.
Ilaimaharitra waarvan ik niet begrijp dat deze speler ‘maar’ bij Charleroi speelt, houdt zeer goed de balans in het team bij omschakelmomenten. Hier is Kayembe weg voor een van zijn rushes, Ilaimaharitra neemt goed zijn zone over.
Hoe schakelt Charleroi om naar balbezit:
Doordat ze in een medium blok staan en in een 4-2-3-1 spelen, een ideale formatie voor de omschakeling, zijn ze een zeer gevaarlijke ploeg hierin en hebben ze al meermaals succes gehad. Met Fall (meestal rechts) hebben ze de snelheid, met Gholizadeh iemand die zowel goed de ruimte kan aanvallen als zelf een subtiele eindpass versturen. Splijtende passes van Morioka en die zijn doelgerichtheid en met Rezai een spits die een goed gevoel voor ruimte heeft en ook beseft wanneer hij een passlijn moet openlopen.
4-2-3-1 is een ideale omschakelformatie, meestal houden tegenstanders overtal +1 of defensieve T (vaak 3 verdedigers + verdedigende middenvelder). Hierdoor komt je vaak 4 tegen 4. Met genoeg restverdediging.
Nu we de basis van Charleroi kennen is het tijd om eens te kijken waar ze kwetsbaar en hoe je eventueel van hun zou kunnen winnen?
Charleroi zijn de zwarte pionnen in hun 4-4-2 medium/laag blok.
De opstelling:
De bedoeling is om wijd te gaan staan, om de afstanden groot te maken in het blok van Charleroi. We proberen met twee aanvallers (9 en 7) de centrale verdediging van de Carolo’s te pinnen.
We gebruiken een 10 om de 2 verdedigende middenvelders te pinnen en laten onze eigen centrale middenvelders (8 en 8) uit het blok positie kiezen.
Als Charleroi op deze spelers druk wil zetten moet het een grote afstand overbruggen. We bezetten de flank met max één iemand omdat Charleroi deze toch niet zal verdedigen zolang de bal centraal is.
Achterin houden we een overtal +1. Mochten we de bal verliezen achter de spitsen van Charleroi dan houden we zeker zeven mensen achter de bal waardoor we een overtal houden in een tegenaanval van Charleroi.
Ik zou de 6 bewust niet tussen de centrale verdedigers zetten omdat Morioka dan een man in het oog moet houden. Vanuit een 4-4-2 kan hij zich beter concentreren op mogelijke passlijnen.
De 6 moet Morioka (die soort mandekking speelt) weglokken van de linkercentrale verdediger. De linkercentrale moet indribbelen. Hierop moet één iemand uitstappen bij Charleroi, wat de flank zal zijn aangezien de verdedigende middenvelders gepind zijn. Linkercentrale verdediger speelt in op de linkercentrale middenvelder waardoor er een 1 vs 2 ontstaat op de linkerflank of 2 vs 3 als de gepinde speler deelneemt aan de actie. Hierdoor zal de centrale verdediger het centrum moeten verlaten.
Voorbeeld in de praktijk:
Vanaken speelt als buitenste middenvelder, Mata loopt in de hoek om aanspeelbaar te worden, volgt Kayembe en dan is Dennis vrij tussen de linies.
Kayembe twijfelt omdat hij weet dat Dennis in zijn rug zit, en corrigeert te laat. Dennis kapt vervolgens Dessoleil uit en komt oog in oog met Penneteau maar verpruts de aanval.
Mocht een centrale middenvelder uitstappen dan moet de gepinde aanvallende middenvelder een loopactie maken naar de flank, hierdoor moet het blok van Charleroi kantelen naar links. Als je team dan snel kantelt creëer je op de andere flank een overtal.
Voorbeeld in de praktijk:
- Ik heb geprobeerd na te bootsen hoe er ruimte zou kunnen ontstaan in onze formatie:
Vormer is buiten het blok aan de bal. Doordat de andere middenvelder buiten (Vanaken) het blok speelt, kan deze ongedekt infiltreren in het blok van Charleroi zonder tegenstander. Gillet is druk gaan zetten, Ilaimaharitra kantelt mee om steun te geven en Fall moet mee kantelen om de gepinde speler af te schermen, hierdoor ontstaat er een grote ruimte links in het middenveld.
Na een formatie moeten we ook wat aanvallende spelprincipes gebruiken. Ik heb er drie uitgekozen waar Charleroi het zeer moeilijk tegen heeft:
3e of 4e man zoeken
Diepgang zonder bal
Minimale breedte in balbezit
3e of 4e manprincipe
Als je van achteruit een verticale pass speelt op je gepinde aanvaller kan deze hem terugleggen op je aanvallende middenvelder (die met zijn gezicht naar doel staat). Je aanvallende middenvelder kan dan kiezen om een andere aanvaller voor doel te zetten, te schieten of een lopende middenvelder (4e man) diep te steken.
Voordeel van dit soort acties is dat spelers meestal anticiperen op de eerste pass, waardoor de speler die de tweede pass ontvangt vaak niet gedekt is, laat staan de dat de lopende 4e gedekt is. Dit principe is vaak gebruikt door Julian Nagelsmann, de kans is groot dat KV Oostende dit ook vaker zal toepassen.
Met Dessoleil en Willems heb je toch twee iet of wat verdedigers die graag meer fysiek contact maken met hun tegenstanders waardoor deze snel de laatste lijn zullen verlaten. Hier ligt het voordeel van de derde of zelf vierde man die lopend is. Die kan dan in de ruimte lopen de centrale verdediger openlaat.
Hier een voorbeeld van 3e mansfase: Doordat Dessoleil doordekt op de eerste pass komt er een ruimte in zijn rug, als Hubert deze ruimte aanvalt komt hij alleen voor doel (alle Charleroi spelers hebben oog voor de bal). Gebruik 3e manprincipe met je gepinde speler aanvallers!
Diepgang zonder bal
Het principe 3e man en diepgang zonder bal liggen kort bij mekaar; Indien de 3e mansfase niet lukt, kan de spits ervoor kiezen om zich te laten uitzakken en een middenvelder mee te trekken, de middenvelder maakt dan de omgekeerde loopbeweging.
Hier een voorbeeld van hoe de formatie zou kunnen staan. Gueye (pin aanvaller) komt in de bal waarop de enthousiaste Willems meegaat, Hjulsager herkent de ruimte en valt deze aan. Willems die nu achteruit moet lopen is verslagen, Hjulsager kopt alleen voor doel naast.
Verstoor de opbouw op de rechterkant van Charleroi, en val aan over linkerkant.
Hoe goed Kayembe aanvallend de voorbije wedstrijden speelde, zoveel werk is er positioneel nog nodig. Hij heeft vaak nog de drang om te veel naar de man te verdedigen in plaats van in de zone te blijven. Doordat Gholizadeh veel minder loopvermogen heeft ten opzichte van Fall, en wel eens rouw momenten durft kennen bij de omschakeling naar balverlies liggen hier kansen voor de tegenstander. Helemaal als je weet dat Charleroi pro actief verdedigt op aanspeelbare mensen in het middenveld. Hierdoor kan onze middenvelder de middenvelders van Charleroi wegtrekken uit de halfspace, waardoor er een gelijktal ontstaat.
Nog een voordeel vanop links aan te vallen is: Dessoleil moet uitstappen naar de flank, Dessoleil is qua dekking in de zestien een van de beste in België, waar met Willems toch meer kansen liggen.
Voorbeeld: Je ziet Kayembe doordekken naar Boonen terwijl deze op een ongevaarlijke positie in balbezit komt, Ilaimaharitra sluit de passlijn af naar Vandendriessche. Gholizadeh geeft slechte rug schaduw naar Boonen, waardoor de pass kan gegeven worden.
De slimme Vandendriessche trekt Ilaimaharitra weg van de situatie, de minder gedisciplineerde Gholizadeh Laat Bataille lopen. Door de loopactie van Bataille kan Boonen in de ruimte naar binnen snijden en meegeven aan Bataille.
Dessoleil stapt uit op Bataille, Willems reageert te laat waardoor Gueye vrij is in de tweede zone, Bataille moet de bal in één tijd geven maar doet dit niet.
Spelprincipe minimale breedte aanvallend
Door als back of flankspeler meer naar binnen te spelen en niet ‘met het krijt tegen de schoenen’ stel je de backs van de tegenstander voor veel moeilijkere keuzes. Staat de tegenstander te ver naar binnen kan je bal meepakken en overhoeks schieten, staat hij te ver naar buiten kan de bal in zijn rug gespeeld worden.
Had Aguemon minimale breedte gehouden stond Busi voor een veel moeilijkere keuze. Ideale situatie zou zijn dat Croizet de loopactie naar binnen maakt en Mercier de bal dan zou spelen op Aguemon in de rug van Busi.
Charleroi slikte vorig jaar hun laatste doelpunt op deze manier. Doordat Niangbo minimale breedte kiest, moet Nurio happen op de pass van Bezus naar Niangbo. Nurio is te laat waardoor Niangbo scoort.
Zwakke schakel Willems: Wat kan je doen om als tegenstander maximaal profijt te halen door Willems in moeilijkheden te brengen.
Willems heeft vaak de neiging te weinig zijn omgeving te scannen, hierdoor verliest hij zijn medespelers uit het oog waardoor de buitenspelval open kan komen en heeft Willems geen zicht op spelers die in zijn rug kunnen duiken. Daarom als spits zijnde kan je best vanuit de zone van Willems vertrekken, je vertrekt dan ook vanuit de blind spot van Dessoleil. Willems is ook iemand die vaker re actief is dan pro actief waardoor je als snelle speler een voordeel hebt.
Voorbeeld: Dessoleil beslist de buitenspelval (centrale verdediger dichtst bij de bal zet de buitenspellijn), Badji zet 1 stap achteruit, in plaats van Badji buitenspel te zetten stapt Willems een stap terug waardoor Badji in de rug van Dessoleil kan duiken. Doordat hij uit de blind spot van Dessoleil vertrekt kan deze niet meer reageren.
Ik zou minstens twee pressingtraps gebruiken om Willems onder druk te zetten. Tegen Charleroi zal je een pressingtrap maar één keer kunnen gebruiken vrees ik, omdat ze niet bang zijn om lang te spelen. Indien mogelijk voer de pressingtrap niet de eerste keer uit als de kans zich voordoet.
Voorbeeld van een pressingtrap:
Het lijkt wat onduidelijk maar met een korte uitleg is het vrij simpel. Gele nummers is een fase.
Fase 0: De opstelling is zo gepositioneerd dat Charleroi moet opbouwen over links, we laten Willems vrij aan de bal
Fase 1: 8 zet druk in een boog zodat de middenvelder niet aanspeelbaar kan worden. 7 zet geen druk, maar kantelt lichtjes naar Willems. Er ligt 1 optie open en dat is Busi, dus verwacht ik dat hij Busi zal inspelen.
Fase 2: 5 zet druk op Busi waardoor deze niet vooruit kan spelen en moet terugdraaien. 8 keert terug in positie en sluit de passlijn naar de middenvelder van Charleroi. 7 kantelt iets verder naar Willems.
Fase 3: Busi past terug naar Willems. 5 loopt door naar Willems, en 9 spurt naar Willems en dekt zijn linkerbeen. Willems moet nu de bal weg trappen met rechts of verliest de bal omdat hij 1 vs 2 staat.
Conclusie: Theorie is geen praktijk.
Kristof De Croock
(Scout PEC Zwolle)
Huisanalist voor VoetbalPrimeur.be
Screenshot Eleven Sports