Bayern München verslaat PSG en wint boekt zesde Champions League-eindzege

Bayern München heeft zondagavond voor de zesde keer in de clubhistorie de Champions League in de wacht gesleept. In een boeiende finale werd Paris Saint-Germain met 1-0 verslagen door een doelpunt van Kingsley Coman.

Bayern stond in Lissabon voor de elfde keer in de eindstrijd van het belangrijkste clubtoernooi van Europa, terwijl PSG debuteerde. Vanaf het eerste fluitsignaal vlogen beide ploegen erop, maar het was duurde even voordat de eerste kansen genoteerd konden worden.

Na een minuut of twintig kregen we die dan toch: eerst Neymar stuitte in twee instanties op de ijzersterk keepende Manuel Neuer en niet veel later raakte Champions League-tospcorer Robert Lewandowski (vijftien goals) de paal. Vervolgens voorkwam Keylor Navas met een katachtige reflex dat Lewandowski alsnog kon scoren.

Jerôme Boateng kon al vroeg niet verder. Bayern-trainer Hansi Flick nam een risico door de verdediger, die in de aanloop naar de eindstrijd kampte met enkelklachten, op te stellen. Niklas Süle verving Boateng. Voor rust was ook een goede kans niet aan Kylian Mbappé besteed. Aan de andere kant weigerde scheidsrechter Daniele Orsato te fluiten voor een vermeende overtreding van Thilo Kehrer op Coman in het strafschopgebied.

Toch raak
Na een kwartier spelen in de tweede helft was het uiteindelijk toch raak. Bayern combineerde vlot, waarna Joshua Kimmich de bal perfect op het hoofd van Coman legde: 1-0. Uitgerekend Coman dus, die het levenslicht zag in Parijs en op jonge leeftijd ook twee keer kampioen werd met PSG.

PSG leek rijp voor de sloop en Bayern kreeg kansen op meer, maar de Franse kampioen bleef overeind. Een slotoffensief volgde, maar de Duitsers waren té uitgekookt om nog echt in de problemen te komen. Bayern, dat al de Bundesliga en DFB Pokal won, is na 1974, 1975, 1976, 2001, 2013 voor de zesde keer de beste van Europa.