Debuteren bij Standard: financiële onrust legt (her)opwaardering Academie op tafel

Debuteren bij Standard: financiële onrust legt (her)opwaardering Academie op tafel

01-07-2020 11:00 Laatste update: 13:30
7

Met Roméo Lavia zag RSC Anderlecht een tweetal weken geleden een grote belofte zwichten voor de uitstraling van Manchester City. Hij is lang niet de eerste jeugdspeler van een Belgische topclub die nog voor zijn debuut de sprong waagt. Dat draait vaak verkeerd uit, kijk maar naar Ismaïl Azzaoui of Charly Musonda Junior. Maar biedt geduld tonen en debuteren in de Jupiler Pro League een grotere garantie op een succesvolle loopbaan? VoetbalPrimeur.be zoekt het uit. In deze vijfde en laatste aflevering: recente debutanten bij Standard Luik.

In deze reeks bestuderen we de youngsters die de voorbije vijf jaar hun profdebuut hebben gemaakt bij een Belgische topclub. Hebben zij de verwachtingen kunnen inlossen? Om een overzicht te bieden, gebruiken we een codesysteem. In totaal zijn er vier categorieën:

- 🙋‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub en nu elders belangrijk, op een even hoog of nog hoger niveau;
- 🙆‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub en daar nu belangrijk;
- 🤷‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub, maar daar nog niet echt zijn stempel kunnen drukken;
- 🙅‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub, maar elders een stap terug moeten ze

In categorieën één en twee krijgen de jongelingen het etiket ‘geslaagd’. Aan het einde van het artikel maken we de balans op. Hoeveel procent van de debutanten van de voorbije vijf jaar mag zich ‘geslaagd’ noemen?

2015-2016

Achraf Achaoui (Olympic Charleroi, 23 – 1 keer)* 🙅‍♂️
Goed materiaal voor een voetbalquiz voor gevorderden. Op een blauwe maandag mocht deze Achaoui 76 minuten meevoetballen op Sclessin, aan de zijde van Réginal Goreux, Dino Arslanagic en Milos Kosanovic. Tegenstander Royal Excel Moeskroen werd met 4-1 in de pan gehakt, maar nadien verdween de linksvoetige verdediger weer helemaal in de anonimiteit. Anno 2020 heeft hij zijn carrière nog steeds geen nieuw leven kunnen inblazen. Het voorbije seizoen kwam Achaoui, geboren in Gent, nauwelijks aan een handvol wedstrijden in dienst van Olympic Charleroi.

Beni Badibanga (Waasland-Beveren, 24 – 27 keer) 🙅‍♂️
In dat ene seizoen onder Yannick Ferrera mochten liefst zeven beloften hun debuut vieren. Het meest overtuigd was de trainer van Badibanga. Met zijn onvoorspelbare dribbels stichtte onze landgenoot destijds al vaak gevaar, al viel tegelijk meteen zijn manco op: de efficiëntie. Dat kostte hem uiteindelijk de kop op Standard. Een half decennium later zijn diezelfde troeven en gebreken nog steeds aanwezig. De voorbije twee jaar werkte Badibanga zich wel op tot één van de lichtpuntjes bij het vaak zwalpende Waasland-Beveren. Toch blijft de balans van de flankaanvaller magertjes ogen: na 5054 competitieminuten bij de profs staat de teller op … vijf doelpuntjes.

Hugo Cuypers (Ajaccio, 23 – 1 keer) 🙅‍♂️
Bij de jeugd van Standard stond de Vlaamse Luikenaar te boek als een topper-in-wording, vooral vanwege zijn neus voor goals. Een invalbeurt van zeven minuten tegen Waasland-Beveren betekende zijn debuut, maar kreeg geen gevolg. Na een uitleenperiode bij streekgenoot RFC Seraing verbaasde Cuypers met een overstap naar … de Griekse tweede klasse. Een gok, maar eentje die geweldig uitpakte, want bij het nietige Ergotelis bloeide de spits helemaal open. Na 22 rozen loodste Ajaccio hem naar Corsica. In de Ligue 2 staat de teller voorlopig op vijf. Opvallend: nu zou Standard azen op een terugkeer van haar verloren zoon. Cuypers moet anderhalf miljoen euro kosten.

Jérôme Deom (MVV, 21 – 10 keer) 🙅‍♂️
Van het septet debutanten onder Ferrera werd Deom de mooiste toekomst voorspeld. Bij de middenvelder van 1,75 meter was de vergelijking met Steven Defour nooit veraf. In de Play-Off-2-campagne van 2017 wilde hij de sportieve staf overtuigen van zijn waarde voor het komende seizoen, maar net dan gaf Deom niet thuis. Een uitleenbeurt aan MVV moest soelaas bieden. In Maastricht deed de spelverdeler het zó naar behoren (hij maakte er zijn eerste officiële doelpunten, drie stuks in totaal) dat MVV het jaar nadien prompt met een definitief bod in Luik stond. Na enig beraad ging Standard daarop in. In zijn tweede seizoen in de Keuken Kampioen Divisie bevestigde Deom al het goede.

Fadel Gobitaka (Roda JC, 22 – 3 keer) 🙅‍♂️
Zijn Togolese roots kan hij moeilijk wegsteken, maar Gobitaka werd wel degelijk geboren in Sint-Agatha-Berchem. Na een eerdere periode bij Sporting Charleroi voltooide de aanvaller zijn jeugdopleiding als lid van Standard. Als zeventienjarige mocht hij er een profcontract ondertekenen en enkele maanden later volgden ook drie korte invalbeurten bij het A-team. Zijn loopbaan leek gelanceerd, maar in de volgende twee jaar kreeg Gobitaka plots geen enkele kans meer. Een stap terug zetten is dan vaak een logische optie. Bij ASV Geel vond hij zijn voetbalplezier terug, waarna Roda JC op de proppen kwam. De eerste ervaring in het buitenland valt voorlopig vies tegen. Gobitaka totaliseerde in Kerkrade welgeteld zeven competitieminuten.

Guillaume Hubert (Cercle Brugge, 26 – 28 keer) 🙅‍♂️
Sinds 2012 behoorde de lange, soms wat slungelig ogende Hubert al tot de A-kern van de Rouches. Geregeld verscheen zijn naam op het wedstrijdblad, maar op zijn vuurdoop was het wachten tot het seizoen 2015-2016. Even maakte het jeugddproduct de dienst uit als nummer één onder de dwarsligger. Uiteindelijk besloot Standard toch dat zijn prestaties onvoldoende waren. Groot was de verrassing toen … Club Brugge Hubert oppikte. In dat ene turbulente keepersjaar op Jan Breydel kreeg de Waal vier matchen zijn kans, maar ook hij viel door de mand. Een recente uitleenbeurt aan stadsgenoot Cercle deed zijn loopbaan zeker geen kwaad. Wie neemt Hubert deze zomer over?

Farouk Miya (Konyaspor, 22 – 6 keer) 🙅‍♂️
In Oeganda was Standard een naar verluidt zeldzaam talent op het spoor gekomen. Het verwachtingspatroon was dan ook hoog toen Miya op amper achttienjarige leeftijd zijn debuut maakte bij de Rouches. Het enthousiasme nam enkel toe toen de aanvallende middenvelder bij zijn eerste basisstek meteen wist te scoren. Daarna zakte Miya echter weg. Een calvarietocht via Azerbeidzjan en Kroatië blies zijn voetbalbestaan nieuw leven in. Het Turkse Konyaspor werd zijn volgende bestemming. Momenteel staat de club voorlaatste in de Süper Lig, maar daar zal niemand Miya met de vinger voor wijzen. De inmiddels 22-voudige Oegandese international is er clubtopschutter met vijf doelpunten.

2016-2017

Ibrahima Sory Bah (Union Saint-Gilloise, 21 – 1 keer) 🙅‍♂️
Zo gul Ferrera was voor talent uit de eigen Academie, zo karig bood opvolger Aleksandar Jankovic kansen. Eén belofte viel die eer te beurt: Bah. In februari 2017 beleefde de spits zijn moment de gloire als vervanger tegen KV Kortrijk. Die achttien minuten neemt niemand hem nog af, maar zouden wel eens zijn hoogtepunt kunnen blijven. Een overstap naar KV Oostende pakte verkeerd uit, dus moest Bah zich tevreden stellen met een uitleenbeurt in de Amateurklasse. Bij RWDM krikte hij zijn niveau weer op. In onderling overleg besloot KVO zijn contract te ontbinden, zodat de Belgische Guinees vrije baan kreeg om bij Union Saint-Gilloise te tekenen. Met twee basisplaatsen en twee invalbeurten werd dat op het eerste zicht nog geen succes. En toch was Bah al belangrijk, want hij scoorde wel twee keer, twee treffers die bovendien belangrijke uitzeges opleverden voor de Brusselaars.

2017-2018

Moussa Djénépo (Southampton FC, 22 – 49 keer) 🙋‍♂️
Eindelijk een jongen die een stormachtige ontwikkeling doormaakte na zijn profdebuut. Op jonge leeftijd haalde Standard de Malinees weg uit zijn vaderland. In zijn maidenseizoen in Wallonië mocht Djénépo meteen zeventien keer opdraven, zij het nooit vanaf de aftrap! Het jaar erop was de flankaanvaller wél voldoende rijp voor die rol. Djénépo presteerde overweldigend, vooral omdat hij zijn flegmatieke slangenbewegingen wist te koppelen aan de broodnodige doeltreffendheid. Na acht doelpunten klopte de Premier League aan de deur. Southampton FC zou de ideale opstap moeten worden. In zijn eerste jaar over het Kanaal schipperde Djénépo tussen basis en bank, wat zeker niet slecht is voor een jongen van zijn leeftijd.

Lindon Selahi (FC Twente, 21 – 1 keer) 🙅‍♂️
In Play-Off 1 van dat seizoen pakte de onvoorspelbare Ricardo Sa Pinto uit met een verrassing van formaat op het veld van eeuwige rivaal RSC Anderlecht. De piepjonge Selahi werd er voor de leeuwen geworpen. Die keuze pakte wonderwel uit: Standard won in het Astridpark met 1-3 en Selahi deed het meer dan aardig. Nadien kreeg dat blitzdebuut echter geen navolging. Althans niet in Luik, want sinds vorige zomer probeert de sierlijke middenvelder met Albanese achtergrond het bij FC Twente. In Enschede groeide hij in no time uit tot een betrouwbare pion op de middenstrook. Mede dankzij zijn inbreng wist Twente zich te behoeden voor degradatie.

Zinho Vanheusden (Standard, 20 – 47 keer) 🙆‍♂️
Na tien namen in dit lijstje komen we pas bij de eerste uit die nu nog op Sclessin actief is. En hoe! Van de huidige selectie heeft Vanheusden ongetwijfeld de mooiste adelbrieven om een grootse carrière uit te bouwen. De kneepjes van het vak leerde de verdediger bij Internazionale, maar dat vond hem nog te groen achter de oren voor de Serie A. Standard twijfelde niet over haar voormalige jeugdspeler en legde een recordsom van ruim twaalf miljoen euro op tafel. Ondanks langdurig blessureleed (tot twee maal toe) verantwoordde Vanheusden dat hoge bedrag met geregelde klasseflitsen. De Limburger wordt nu al enige tijd getipt als Rode-Duivel-in-spe. Een blessureloos knalseizoen in Luik zou het laatste zetje moeten geven.

2018-2019

William Balikwisha (MVV, 21 – 5 keer) 🤷‍♂️
In vijf invalbeurten kreeg de jeugdige aanvaller de kans om zich te tonen aan het Luikse publiek. Daarin kon Balikwisha jammer genoeg geen potten breken. Omdat een uitleenbeurt aan Cercle Brugge een flop werd, besloot Standard hem daar na zes maanden al weg te halen. Trouwe partner MVV moest een betere omgeving zijn. Tussen januari en de corona-uitbraak leverde het Balikwisha zijn eerste basisplaatsen in het profvoetbal op. En toch knaagt het voor een spits ongetwijfeld: na 487 speelminuten liet hij de vijandelijke netten nog steeds onaangeroerd. Desondanks blijft Standard in zijn kunnen geloven. Onder kersvers trainer Philippe Montanier mag Balikwisha zich bewijzen op de zomerse oefenstage.

2019-2020

Arnaud Bodart (Standard, 22 – 31 keer) 🙆‍♂️
In 2017 mocht de huidige nummer één van de Rouches al eens proeven van het grote werk, al is die term in het geval van Play-Off 2 misschien niet volledig op haar plaats. De voorbije twaalf maanden volgde pas de échte doorbraak. Vanuit het niets, geholpen door de matige concurrentie, bombardeerde Bodart zich tot vaste waarde in het Luikse doel. Meer nog, de youngster maakte simpelweg furore. Bodart behoedde Standard meermaals voor puntenverlies en valt voornamelijk op vanwege zijn sobere stijl. Het jeugdproduct gaat zelden in de fout, enkel op de Freethiel liet hij een steekje vallen. Als hij aan boord blijft, hoeft de club zich in de nabije toekomst geen zorgen te maken over de keeperspositie.

Joachim Carcela (Standard, 20 – 1 keer) 🤷‍♂️
Als neefje van (gewezen?) ster Mehdi heb je in Luik hoe dan ook een streepje voor. Toch moet Carcela junior het natuurlijk vooral zélf laten zien op de grasmat. In oktober 2019 kreeg hij daar een allereerste keer de kans toe. In de thuismatch tegen Waasland-Beveren verving Carcela … Carcela! Klein dompertje op de feestvreugde: nog geen minuut later floot de scheidsrechter de partij al af. Joachim deelt dus zijn familienaam met zijn oudere neef, maar qua type zijn beide middenvelders best verschillend. De benjamin is fysiek wat sterker en beschikt over een grotere polyvalentie. Zo kan hij zowat alle posities in de centrale as bekleden en voetbalde hij bij de beloften zelfs regelmatig als vleugelback.

Balans
Met veertien debutanten in de voorbije vijf jaar zit Standard zowat op dezelfde lijn als KRC Genk, dat vaak geroemd wordt om haar jeugdwerking. Toch moet de jeugdcel in Luik ergens met een wrang gevoel blijven zitten. Nadat geen enkele van het zevental onder Ferrera eigenlijk écht zijn stempel wist te drukken, ging de kraan van de doorstroming dicht. Met Djénépo en Vanheusden lanceerde de club wel twee absolute voltreffers, maar geen van beiden is het perfecte voorbeeld van een zelfopgeleide jeugdspeler. De kassa rinkelt er echter wél door. Dat is in deze lastige financiële tijden niet onbelangrijk aan de Maas.

En dus beloofde Standard onlangs al verschillende keren dat het weer meer de kaart van de eigen jeugd zal trekken. De ietwat onverwachte meevaller met Bodart moet die filosofie versterken. In zijn spoor hoopt elke Rouche dat er een nieuwe generatie Marouane Fellaini’s en Axel Witsels opstaat. Op de komende stage in Duitsland krijgen zeker vijf beloften de kans om zich in de kijker te spelen, al was dat de voorbije jaren niet anders. De vraag rijst of Standard nu bereid is om op de lange termijn te denken.

*tussen haakjes staat steeds de huidige club van de speler, zijn leeftijd en het aantal JPL-wedstrijden dat hij speelde voor Standard, vermeld.