Debuteren bij Club Brugge: na jaren in woestijn mikt kampioen vol op doorstroming

Debuteren bij Club Brugge: na jaren in woestijn mikt kampioen vol op doorstroming

26-06-2020 09:00 Laatste update: 16:00
20

Met Roméo Lavia zag RSC Anderlecht vorige week een grote belofte zwichten voor de uitstraling van Manchester City. Hij is lang niet de eerste jeugdspeler van een Belgische topclub die nog voor zijn debuut de sprong waagt. Dat draait vaak verkeerd uit, kijk maar naar Ismaïl Azzaoui of Charly Musonda Junior. Maar biedt geduld tonen en debuteren in de Jupiler Pro League een grotere garantie op een succesvolle loopbaan? VoetbalPrimeur.be zoekt het uit. Aflevering drie: recente debutanten bij Club Brugge.

In deze reeks bestuderen we de youngsters die de voorbije vijf jaar hun profdebuut hebben gemaakt bij een Belgische topclub. Hebben zij de verwachtingen kunnen inlossen? Om een overzicht te bieden, gebruiken we een codesysteem. In totaal zijn er vier categorieën:

- 🙋‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub en nu elders belangrijk, op een even hoog of nog hoger niveau;
-
🙆‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub en daar nu belangrijk;
-
🤷‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub, maar daar nog niet echt zijn stempel kunnen drukken;
-
🙅‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub, maar elders een stap terug moeten zetten.

In categorieën één en twee krijgen de jongelingen het etiket ‘geslaagd’. Aan het einde van het artikel maken we de balans op. Hoeveel procent van de debutanten van de voorbije vijf jaar mag zich ‘geslaagd’ noemen?

2015-2016

In het voorlaatste seizoen onder het bewind van Michel Preud’homme, waarin Club voor het eerst sinds 2005 nog eens mocht pronken met de landstitel, stak geen enkele debutant zijn neus aan het venster. Wél kon de ervaren oefenmeester beroep doen op een resem Brugse producten uit een oudere generatie: Sander Coopman, Tuur Dierckx, Björn Engels, Brandon Mechele, Obbi Oulare en Nikola Storm. Zij hadden op dat moment al enige ervaring op het hoogste niveau. Momenteel zijn die jongens één voor één op hun pootjes terecht gekomen, grotendeels in Eerste Klasse A.

2016-2017

Ahmed Touba (Beroe, 22 – 8 keer)* 🙅‍♂️
In de Play-Off-1-campagne van 2017 wordt Preud’homme plots gedwongen om de onervaren Touba voor de leeuwen te gooien. De rijzige linksachter past wel in de voetbalvisie van zijn trainer: een krachtige verdediger met een grote motor. Onze landgenoot, die weliswaar geboren is in Roubaix, doet het lang niet onaardig. Het seizoen erop kan hij echter moeilijk bevestigen. Nadat een uitleenbeurt aan Oud-Heverlee Leuven niet al te veel zoden aan de dijk brengt, kiest Touba voor een avontuur in … Bulgarije. Bij subtopper Beroe is de linkspoot wél een vaste kracht. Toch is Club van plan om Touba deze zomer definitief van de hand te doen.

Thibault Vlietinck (Club Brugge, 22 – 22 keer) 🙆‍♂️
Dertig jaar na Vital Borkelmans ontdekt het Brugse legioen een nieuw ‘brommerke’. Mondjesmaat krijgt de jonge Vlietinck kansen om zich in de harten van de fans te spelen. Met zijn energie en loopvermogen verleidt hij vooral Ivan Leko, die graag een beroep doet op de flankspeler in lastige wedstrijden. Daardoor heeft die nu al vijf Champions-League-krakers op zijn teller. Bij zijn eerste en voorlopig enige doelpunt schrijft de Knokkenaar een sprookje: in de topper tegen RSC Anderlecht zet hij als invaller met zijn derde baltoets de 2-2-gelijkmaker op het bord. Ook Philippe Clement kan de tomeloze inzet van Vlietinck wel smaken, maar een terugkerende blessure en de moordende concurrentie verdrijven hem naar het tweede plan.  

2017-2018

Het lijkt haast een (kwalijke) traditie te worden, maar ook bij de volgende titel van Club mag geen enkele youngster zich verheugen op zijn profdebuut. Nochtans is Leko zeker iemand die jonge veulens kansen biedt. In Jan Breydel is het daarop echter wachten tot het seizoen nadien, wanneer KRC Genk Blauw-Zwart de loef afsteekt in de titelstrijd.

2018-2019

Brandon Baiye (Clermont, 19 – 1 keer) 🙅‍♂️
Op speeldag 1 van het nieuwe kampioenschap maakt Leko zijn reputatie (met een jaartje uitstel dus) dan toch waar. De piepjonge Baiye, op dat moment zeventien, schrijft in de 5-2-zege tegen KAS Eupen welgeteld 34 minuten in de blauw-zwarte kleuren op zijn conto. Die staan mooi op zijn cv, maar verder komt de Luikenaar niet in de hoofdstad van West-Vlaanderen. In de zomer van 2019 zet Baiye een stapje terug. Ook het bescheiden Clermont uit de Ligue 2 blijkt voorlopig echter een maatje te groot, want de middenvelder mag er enkel opdraven bij het tweede elftal. Dat komt uit op het vijfde niveau van het Franse voetbal …

Cyril Ngonge (PSV, 20 – 4 keer) 🙅‍♂️
Een jongen die met flink wat adelbrieven doorstroomt, is aanvaller Ngonge. De zoon van Michel Ngonge (in de jaren ’90 actief bij onder meer RFC Seraing en KRC Harelbeke) krijgt enkele momenten om te schitteren, maar kan Leko niet volledig overtuigen. Er volgt een opvallende move: het Nederlandse PSV wil de spits huren, weliswaar als versterking voor de belofteploeg, die uitkomt in de tweede klasse. Daar presteert Ngonge puik. Hij maakt er zijn eerste goals in het volwassenenvoetbal en klokt uiteindelijk af op zeven potten. Met dat aantal kroont hij zich in één klap tot topschutter van PSV II. Zijn nabije toekomst lijkt in de Eredivisie te liggen, waar enkele clubs interesse tonen.

Loïs Openda (Club Brugge, 20 – 35 keer) 🙆‍♂️
Na twee jaar bij de grote jongens is de sportieve staf in Brugge er eigenlijk nog steeds niet uit: is Openda nu een topper-in-spe of niet? In het voorjaar van 2019 leek de twijfel richting het ‘ja’-kamp over te hellen, toen de aalvlugge spits drie keer raak trof in Play-Off 1. Onder de deskundige begeleiding van Clement moest Openda de finale sprong voorwaarts maken, maar die kwam er niet. Ondanks de soms falende concurrentie in de punt kon het jeugdproduct zich niet opwerpen. Zijn cijfers spreken boekdelen: van de 35 keer dat Openda aantrad in de Jupiler Pro League, gebeurde dat slechts zes keer als basiskracht! Door zijn snelheid is de belofteninternational vooral gedoemd tot ideale invaller om de tegenstander af te maken op de counter.

2019-2020

Maxim De Cuyper (Club Brugge, 19 – 0 keer) 🤷‍♂️
Sta ons toe om de criteria in dit geval niet helemaal na te leven. De negentienjarige De Cuyper wacht namelijk nog altijd op zijn eerste pasjes in de Jupiler Pro League. Toch mocht de flankspeler al zijn debuut vieren, en hoe! In de Europa League kruiste het roemrijke Manchester United zijn pad. De debutant deed het lang niet onaardig, al kreeg die eerste kennismaking met het profvoetbal tot op heden dus geen vervolg. Daar zal de komende jaargang naar alle waarschijnlijkheid verandering in komen. Dat Clement een liefhebber is van veelvuldig roteren, speelt De Cuyper ongetwijfeld in de kaart.

Charles De Ketelaere (Club Brugge, 19 – 13 keer) 🙆‍♂️
De rising star uit de Brugse academie behoeft stilaan geen introductie meer. Vanaf november groeide De Ketelaere uit tot één van de revelaties van de competitie. Met zijn fluwelen baltoets belooft de sierlijke linkspoot op termijn de gedroomde opvolger van Hans Vanaken te worden. Wat de echte toppers op jonge leeftijd vaak kenmerkt, is dat ze op minder vertrouwde posities evenzeer hun streng trekken. Dat bewees De Ketelaere door zelfs als valse negen paniek te zaaien in de verdedigende rangen van de tegenstrever. Kortom, de spelmaker heeft alles in zich om de komende jaren furore te maken voor Blauw-Zwart.

Ignace Van Der Brempt (Club Brugge, 18 – 1 keer) 🤷‍♂️
Een belofte die evenzeer in de pijplijn zit, deze Van Der Brempt. Naar verluidt is Clement wild van de lange verdediger van 1,87 meter. Dat hij nog maar één keer mocht opdraven, ligt vooral aan zijn positie. In het defensieve compartiment moet je doorgaans meer geduld opbrengen om speelminuten te verzamelen. Zijn debuut midden september was wel eentje om in te kaderen: winst in de stadsderby tegen Cercle (0-2). Zelfs voor een Antwerpenaar smaakt dat zoet. Op winterstage mocht Van Der Brempt zich al bewijzen tegen PSV en Ajax. Benieuwd of Clement zijn talent kan inpassen in de onwrikbare achterhoede van Club.

Balans
Jarenlang kreeg Club Brugge het verwijt dat de jeugdopleiding haar achilleshiel was. Er stroomden nauwelijks beloftevolle jongelingen door richting het A-elftal, en als dat dan toch eens het geval was, verdwenen ze even snel weer via de achterdeur. Dat vertaalt zich anno 2020 nog steeds in de statistieken. In totaal verschenen over de voorbije vijf jaar amper acht spelers uit eigen kweek aan de oppervlakte. In diezelfde tijdspanne waren er dat in Genk dertien, bij RSC Anderlecht zelfs 23. Die clubs hebben dus nog altijd een voorsprong inzake doorstroming van de jeugd.

Maar er is hoop! Vincent Mannaert en Bart Verhaeghe hebben zich voorgenomen om dat manco weg te poetsen. De uitbouw van het Belfius Basecamp in Knokke-Heist, een hypermodern oefencomplex met alle noodzakelijke faciliteiten, zet die ambitie het best in de verf. Niet toevallig braken zes van de acht debutanten door in de recente twee seizoenen. Club is met andere woorden bezig aan een inhaalrace. Naar analogie van Vincent Kompany bij Anderlecht en Kevin De Bruyne bij Genk zou goudhaantje De Ketelaere het uithangbord moeten worden van een frisse generatie Brugs toptalent.

*tussen haakjes staat steeds de huidige club van de speler, zijn leeftijd en het aantal JPL-wedstrijden dat hij speelde voor Club Brugge, vermeld.