Debuteren bij Anderlecht: kansen genoeg, geduld wordt steeds vaker beloond

Debuteren bij Anderlecht: kansen genoeg, geduld wordt steeds vaker beloond

23-06-2020 10:00 Laatste update: 24-06-2020 09:30
28

Met Roméo Lavia zag RSC Anderlecht vorige week een grote belofte zwichten voor de uitstraling van Manchester City. Het is lang niet de eerste keer dat een jeugdspeler van een Belgische topclub nog voor zijn profdebuut voor de lokroep van het buitenland kiest. Dat draait vaak verkeerd uit, kijk maar naar Ismaïl Azzaoui of Charly Musonda Junior. Het lijkt dan ook de moeite om geduld te tonen tot je debuut in de Jupiler Pro League. Maar is dat wel een garantie op een succesvolle loopbaan? VoetbalPrimeur.be zoekt het uit. Aflevering één: recente debutanten bij RSC Anderlecht.

In deze reeks bestuderen we de youngsters die de voorbije vijf jaar hun profdebuut hebben gemaakt bij een Belgische topclub. Hebben zij de verwachtingen kunnen inlossen? Om een overzicht te bieden, gebruiken we een codesysteem. In totaal zijn er vier categorieën:

- 🙋‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub en nu elders belangrijk, op een even hoog of nog hoger niveau;
🙆‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub en daar nu belangrijk;
- 🤷‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub, maar daar nog niet echt zijn stempel kunnen drukken;
🙅‍♂️ : Gedebuteerd bij een Belgische topclub, maar elders een stap terug moeten zetten.

In categorieën één en twee krijgen de jongelingen het etiket ‘geslaagd’ mee. Aan het einde van het artikel maken we de balans op. Hoeveel procent van de debutanten van de voorbije vijf jaar mag zich ‘geslaagd’ noemen?

2015-2016

Nathan De Medina (Royal Excel Moeskroen, 22 – 2 keer)*
In de Play-Offs van 2016 ziet Besnik Hasi zich plots genoodzaakt om de dan achttienjarige De Medina voor de leeuwen te werpen. Verder dan die 180 minuten komt de mandekker niet in het paars-witte shirt. Via Leuven strijkt hij neer in Moeskroen. In zijn derde jaar op Le Cannonier groeide De Medina eindelijk uit tot een vaste waarde. Desondanks is zijn toekomst er onzeker na een blessure in het voorjaar. 

Dodi Lukebakio (Hertha BSC, 22 – 17 keer) 🙋‍♂️
De slangenbewegingen van onze huidige belofteninternational doen de Anderlecht-fans al snel dromen, maar blijven ook in het buitenland niet onopgemerkt. Passages bij Toulouse en Watford FC worden een flop. Felice Mazzu gelooft wél nog in het talent van Lukebakio. Na een sterke revival bij Sporting Charleroi komt de linkspoot al in zijn derde topcompetitie terecht: de Bundesliga. Daar ontploft hij pas echt, eerst in het countersysteem van Fortuna Düsseldorf, momenteel bij het ambitieuze Hertha. Na zes werkgevers in vijf jaar tijd mag dat ook wel voor het 22-jarige rastalent.

2016-2017

Idrissa Doumbia (Sporting Club, 22 – 2 keer) 🙋‍♂️
Een product van Neerpede kan je Doumbia bezwaarlijk noemen, maar na zijn overstap uit Afrika vierde de Ivoriaan bij Anderlecht wel zijn debuut bij de grote jongens. Na 94 speelminuten besloot paars-wit hem echter door te schuiven. Een goed anderhalf jaar bij Zulte Waregem en Akhmat Grozny wekte de aandacht van Sporting Clube de Portugal. Daar mag Doumbia zich stilaan een vaste waarde noemen.  Vorig seizoen veroverde de controlerende middenvelder in Lissabon de Portugese beker.

Emmanuel Sowah (KAS Eupen, 22 – 10 keer) 🙅‍♂️
Toen de vleugelverdediger in de winter van het seizoen 2016-2017 negen wedstrijden mocht aantreden, leek zijn carrière in Brussel gelanceerd. Even snel doofde die weer uit. Pas in de afgelopen wintermercato kwam er wat schot in de zaak. Een uitleenbeurt aan Eupen moest Sowah weer op het juiste pad krijgen. De jeugdige Ghanees leek zich net in de gunst van trainer Beñat San José gespeeld te hebben toen het coronavirus roet in het eten strooide. Afwachten of die gedwongen onderbreking geen nieuwe rem op zijn ontwikkeling wordt.

Jorn Vancamp (K. Beerschot V.A., 21 – 1 keer) 🙅‍♂️
Een invalbeurt van twee schamele minuutjes tegen KVC Westerlo en een basisplek in de Europa League tegen Saint-Etienne. Ziedaar, het rapport van aanvaller Vancamp bij Anderlecht. Hoewel de Antwerpenaar bij de jeugd aan de lopende band scoorde, vindt hij zijn neus voor doelpunten bijzonder moeilijk terug op profniveau. Op huurbasis bij Roda JC mocht Vancamp nog vier keer juichen in de Eredivisie. Het voorbije seizoen trof hij amper één keertje raak voor promotiekandidaat Beerschot. Ondanks die magere cijfers was de spits wel een gewaardeerde kracht, tot het noodlot toesloeg op winterstage.

2017-2018

Francis Amuzu (Anderlecht, 20 – 61 keer) 🙆‍♂️
Van alle debutanten sinds 2015 is Amuzu degene die nu al het langst in het huidige Lotto Park actief is. Zijn soms onnavolgbare dribbels wisten de aanhang zeker te bekoren, al doken ook enkele mankementen op. Eén codewoord voor de flankaanvaller: efficiëntie. Lange tijd leek Amuzu de twijfels niet te kunnen bannen, maar in januari en februari van dit jaar liet hij plots drie treffers optekenen. Als de geboren Ghanees die lijn kan doortrekken, moet hij op termijn uitgroeien tot een onbetwistbare basispion.

Nelson Azevedo (zonder club, 22 – 1 keer) 🙅‍♂️
Waarschijnlijk het verst weggezonken in de vergetelheid van allemaal. Op een blauwe maandag in februari 2018 dropte Hein Vanhaezebrouck Azevedo in de startelf voor een thuismatch tegen KV Mechelen. Bij de rust moest de flankaanvaller al plaatsruimen voor Pieter Gerkens, mede vanwege een 1-2-achterstand. Daar stopte het Brusselse avontuur van onze landgenoot met Portugese roots. Ook een verblijf bij aartsrivaal Standard Luik bracht geen zoden aan de dijk. Na een periode zonder club wierp RAAL La Louvière, dat uitkomt in Tweede Amateur, Azevedo recent een reddingsboei toe.

Abdoul Karim Dante (Excelsior Virton, 21 – 4 keer) 🙅‍♂️
Als aanvoerder van de Malinese U17, die het op het WK in 2015 tot in de finale schopte, kwam Dante met grote trom binnen op Anderlecht. Vroeg of laat zou de krachtige verdediger het waarmaken in Brussel, dat stond in de sterren geschreven. De astrologie liet de believers in de steek, helaas. Het aandeel van Dante bleef beperkt tot vier invalbeurten. Afgelopen zomer besloot Anderlecht om de Malinees te definitief te laten gaan. Dat klonk Excelsior Virton als muziek in de oren, maar ook in de Ardennen mocht hij sindsdien nog maar een handvol keer aantreden.

Edo Kayembe (Anderlecht, 22 – 31 keer) 🙆‍♂️
Door sommigen verguisd, deze Kayembe, die nog niet zo lang geleden nog werd uitgefloten door het thuispubliek. Wanneer je niet meteen in de stijl van het huis past, is dat op Anderlecht vaak de harde realiteit. Als breker op het middenveld is Kayembe eerder nuttig dan aantrekkelijk. Gelukkig voor de Congolees is Frank Vercauteren, nochtans zelf een Anderlecht-chouchou, geen notoire voetbalromanticus. Daardoor mag hij met de regelmaat van de klok op de nodige minuten rekenen, al is het maar om een nipte voorsprong te verdedigen. Het leverde Kayembe zelfs een allereerste cap voor zijn vaderland op.

Alexis Saelemaekers (AC Milan, 20 – 59 keer) 🙋‍♂️
Bij de jeugd werd Saelemaekers nooit bestempeld als ‘the next big thing’, maar kijk, ieder ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Na zijn debuut begin 2018 werkte de flankspeler zich gestaag op tot belangrijke kracht. Dat deed hij bovendien in een steeds aanvallendere rol. De onvoorspelbaarheid van het woelwater zorgde soms voor kortsluiting, maar leverde wel een interessante huurdeal met het roemruchte AC Milan op. Voorlopig staat de teller in San Siro op … 45 minuten. De voorbije weken was het dan ook windstil rond de (verplichte) aankoopoptie in zijn contract.

Albert Sambi-Lokonga (Anderlecht, 20 – 36 keer) 🙆‍♂️
Het broertje van Paul-José Mpoku behoort tot de nieuwste generatie goudhaantjes van het Astridpark. Met zijn opvallende flair en cool domineert Sambi-Lokonga het paars-witte middenveld nu al zoals een doorwinterde routinier. Bij momenten voetbalt de stilist zelfs té zeer vanuit zijn luie zetel. Dat neemt niet weg dat het talent eraf druipt. Op zijn twintigste leerde Sambi-Lokongba bovendien ook al de keerzijde van de medaille kennen. Eind 2018 plaatste een zware knieblessure hem maandenlang op inactief, maar nu staat de jongeling er weer helemaal.

2018-2019

Sebastiaan Bornauw (1FC. Köln, 21 – 24 keer) 🙋‍♂️
Na zijn behoorlijke debuutseizoen was de mandekker voorbestemd voor enkele jaren als basiskracht bij Anderlecht. De terugkeer van Vincent Kompany dwarsboomde die plannen echter. Naar verluidt zag het coryfee het niet meteen in Bornauw, waarop die laatste eieren voor zijn geld koos. De overstap naar de Bundesliga kwam vroeg, maar zou een voltreffer worden. Bij Köln speelt de blonde verdediger nagenoeg alles. Opvallen doet hij er voornamelijk in … het aanvallende compartiment! Met zes Bundesliga-treffers klinkt de vergelijking met oud-Rode-Duivel Daniël Van Buyten steeds minder gek.

Hannes Delcroix (RKC Waalwijk, 21 – 1 keer) 🙅‍♂️
In de jeugdcategorieën een directe concurrent van Bornauw, maar de carrière van deze Delcroix neemt minder snel vaart. Op speeldag twee van het vorige seizoen kreeg de stevige verdediger een helft de kans tegen KV Oostende (5-2). Daar bleef het ook bij. Tijdens zijn uitleenbeurt aan RKC Waalwijk liet Delcroix opnieuw van zich sprake dankzij 23 optredens in de Eredivisie. Of die prestaties voldoende zijn om Vercauteren en Kompany te overtuigen, moet in de volgende weken duidelijk worden. Anders gaat Anderlecht hoogstwaarschijnlijk op zoek naar een definitieve oplossing.

Jeremy Doku (Anderlecht, 18 – 27 keer) 🙆‍♂️
Als Anderlecht (op termijn) weer een financiële grootmacht wil worden, zal het moeten inzetten op de verkoop van talent uit eigen kweek. Vleugelflitser Doku wordt in dat opzicht een enorme troefkaart. Op achttienjarige leeftijd staat de viervoudige belofteninternational al op de radar van zowat alle Engelse topclubs. Zijn enorme explosiviteit en dribbelvaardigheid doen het allerbeste vermoeden, al geldt voor hem wat ook voor Amuzu geldt: de efficiëntie moet omhoog. Des te sneu dat de coronabreak opdook na twee bevrijdende treffers tegen Zulte Waregem.

Yari Verschaeren (Anderlecht, 18 – 42 keer) 🙆‍♂️
Samen met Lokonga en Doku moet Verschaeren de gevaarlijke drietand van paars-wit vormen. Na zijn overweldigende doorbraak volgden de klassieke moeilijkheden in het jaar van de bevestiging. Die kregen echter een jammerlijk dieptepunt toen de spelmaker zijn enkel omsloeg op het veld van Standard. Daardoor zag hij zowat heel het vervolg van de competitie in rook opgaan. Gelukkig heeft elk nadeel een voordeel: Verschaeren staat wat meer in de schaduw, wekt zo minder interesse op uit het buitenland en is hongerig om te knallen in zijn derde seizoen voor het A-elftal.

2019-2020

Antoine Colassin (Anderlecht, 19 – 4 keer) 🙆‍♂️
Als de nood het hoogst is, komt de redding vaak uit onverwachte hoek. Toen Anderlecht het nieuwe jaar indook zonder volwaardige spits, geloofde Vercauteren in de mogelijkheden van jeugdproduct Colassin. De Carolo ontgoochelde allerminst, wel integendeel. In zijn eerste vier duels bij de grote jongens zette hij meteen drie keer de netten bol. En niet tegen de minsten: zowel Simon Mignolet als Thomas Kaminski moest zich omdraaien. Net toen de Brusselaars een nieuwe briljant in de armen sloten, viel Colassin uit. Benieuwd of hij deze zomer snel weer op niveau komt. 

Sieben Dewaele (Anderlecht, 21 – 15 keer) 🙆‍♂️
In de voorbereiding maakte de overgehevelde Dewaele in die mate indruk op Kompany dat het hem zowaar een basisstek opleverde in de eerste seizoenshelft. Dat gebeurde wel op de vleugelback, terwijl onze landgenoot van nature een nummer zes is. Met zijn 21 jaar is hij eerder een ‘laatbloeier’, althans in vergelijking met tieners als Doku of Verschaeren. Ook Dewaele viel rond Nieuwjaar geblesseerd uit, waardoor hij het vervolg in rook zag opgaan. De kans lijkt reëel dat Anderlecht hem deze zomer uitleent om verder ervaring op te doen.

Anouar Aït El Hadj (Anderlecht, 18 – 2 keer) 🤷‍♂️
Op de dramatische verlopen openingsspeeldag tegen KV Oostende (1-2) gunde Kompany liefst drie Neerpede-producten hun profdebuut. Eén van hen was deze El Hadj, die op drie minuten van het einde gelegenheidsspits Pieter Gerkens mocht vervangen. Veel zoden bracht die wissel niet aan de dijk, maar ongetwijfeld blijft die 28e juli voor eeuwig in het geheugen van de flankspeler gegrift. Eind september voegde El Hadj daar nog een 25-tal minuten aan toe tegen Waasland-Beveren (0-0). Nadien moest hij wel tot februari van dit jaar wachten op een nieuwe selectie.

Hotman El Kababri (Zulte Waregem, 20 – 1 keer) 🙅‍♂️
Een honderd-procent-ratio wat betreft selecties en gespeelde wedstrijden, met die opvallende statistiek op zijn conto trok de Marokkaan inmiddels de deur van het Lotto Park achter zich dicht. Met 82 minuten tegen Oostende trapte El Kababri deze jaargang onverhoopt af, maar nadien verdween hij weer volledig naar de achtergrond. Bij Francky Dury deed zijn naam wél nog een belletje rinkelen. Zulte Waregem nam hem eind januari definitief over van Anderlecht, ondanks de nadrukkelijke geruchten over een constructie met Borussia Dortmund. Op zijn eerste minuten aan de Gaverbeek is het wel nog wachten.

Marco Kana (Anderlecht, 17 – 15 keer) 🙆‍♂️
De allerjongste der youngsters, de jongen die zomaar eens de opvolger van zijn huidige leermeester kan worden. Toegegeven, dat is een loodzware erfenis, maar de flair en het technische vermogen van Kana doen ongewild denken aan de debuterende Kompany. Bovendien lukt het ook vanuit verdedigend oogpunt vrij aardig: in de vijftien wedstrijden die Kana betwistte, hield RSCA zes keer de nul. Het uitvallen van Philippe Sandler kwam hem overigens stiekem goed uit. De verwachting is dat de adolescent volgend seizoen nog prominenter op de voorgrond zal treden.

Thierry Lutonda (Anderlecht, 18 – 1 keer) 🤷‍♂️
De derde en laatste debutant van speeldag één moet het tot op heden nog altijd stellen met die acht minuutjes op het hoogste niveau. Dat zegt echter niets over het geloof van de Anderlecht-staf in de kwaliteiten van Lutonda, die bij de nationale U19 van Jacky Mathijssen een vaste waarde was. De Luikenaar is in staat om de gehele linkerflank voor zijn rekening te nemen. Aangezien paars-wit op het punt staat om een Oekraïense linksachter aan te trekken, zou een verhuur geen slecht idee zijn voor Lutonda.

Killian Sardella (Anderlecht, 18 – 18 keer) 🙆‍♂️
Met een gelijkaardig profiel aan dat van Lutonda wist Sardella zijn sportieve bazen blijkbaar wél over de hele lijn te overtuigen. Opmerkelijk is alvast dat de rechtsvoetige vleugelverdediger onder zowel Kompany als Vercauteren geregeld in het elftal verscheen. Die vaststelling onderstreept de constante lijn in zijn prestaties. Defensief kan er nog wat bijgeschaafd worden, wat enkel logisch is op zijn leeftijd. Met Amir Murillo heeft Sardella een stevige concurrent voor zich, maar evenzeer iemand om met open ogen en oren van te stelen.

Balans
Van de 23 debutanten van de laatste jaren krijgen dertien spelers het predikaat ‘geslaagd’ opgekleefd, ruim de helft met andere woorden. Vier van die jeugdproducten zetten hun opmars verder bij een andere club. Dat betekent dat er op dit moment dus negen eigen opgeleide jongelingen in de Anderlecht-kern zitten die regelmatig aan spelen toekomen of zich zelfs al een vaste waarde mogen noemen. Dat zijn cijfers die de slogan ‘In Youth We Trust’ rechtvaardigen.

Wat daarnaast opvalt, is dat het aantal doorgestroomde spelers dat een kans krijgt, steeds stijgt. Waren dat er in 2015-2016 nog twee, dan gooiden Kompany en co het voorbije seizoen liefst zeven debutanten voor de leeuwen. Nu het gloednieuwe meerjarenplan ‘2020-2025’ de talentenfabriek van Neerpede meer dan ooit centraal stelt, zal het aandeel van de youngsters enkel toenemen de komende jaren. De herschikte bestuurstop rekent uitdrukkelijk op hen om Anderlecht weer naar de hoogste regionen van het Belgische voetbal te loodsen.

*tussen haakjes staat steeds de huidige club van de speler, zijn leeftijd en het aantal JPL-wedstrijden dat hij speelde voor Anderlecht, vermeld.