Pots legt monumentale blunder van Engelse arbitrage uit: "Dit is brute pech"

De heropstart van de Premier League gaat al meteen met flink wat controverse gepaard. Deze keer niet vanwege het coronavirus, maar door de blunder van de arbitrage tijdens Aston Villa - Sheffield United (0-0). Oud-scheidsrechter Tim Pots schrijft die toe aan "brute pech".

Net voor rust viel hét moment uit de wedstrijd: na een vrije schop vanop de flank viel Villa-doelman Orjan Nyland pardoes met bal en al over de doellijn in het zijnet. Doelpunt, zag iedereen, maar omdat het horloge van scheidsrechter Michael Oliver niet afging en ook de VAR weigerde in te grijpen, ging het Sheffield-feestje niet door. Dat zorgde voor een stevige dosis kritiek aan het adres van de Engelse arbitrage.

Onterecht, oordeelt Pots. "Per doel staan er zeven camera’s opgesteld van Hawk-Eye", legt hij uit bij Het Laatste Nieuws. "Dus eigenlijk veertien per terrein. Theoretische gezien heb je drie camerastandpunten nodig om een 3D-beeld te maken en de exacte locatie van de bal te bepalen. Het loopt fout als je geen drie beelden hebt."

Blind vertrouwen
"In de wedstrijd tussen Aston Villa en Sheffield United waren er maar liefst vier camerastandpunten waar de bal afgeschermd was door spelers of doelpaal en die dus niet konden gebruikt worden", merkt Pots op. "Dat is brute pech, want normaal werkt die technologie feilloos en is er qua aantal camera’s genoeg marge. Het systeem faalt één keer op 9.000 matchen. Volgens mij is paniek hier niet nodig."

"Voor een ref zijn dergelijke goals sowieso heel moeilijk te zien", verdedigt Pots zijn oud-collega's. "Bijna onmogelijk, zeg maar. Bovendien zijn ze in Engeland getraind op die doellijntechnologie. De arbiters zijn het niet meer gewend om te achterhalen of die bal al dan niet over de doellijn is. Ze vertrouwen blind op de technologie, en dat is begrijpelijk."