'Dat De Bruyne toen koos voor KRC Genk, was het begin van hun succes'

'Dat De Bruyne toen koos voor KRC Genk, was het begin van hun succes'

14-04-2020 16:30
1

KRC Genk is één van de beste springplanken van Europa. Dat blijkt uit een onderzoek van CIES. Liefst zestien spelers zijn via KRC Genk naar een topcompetitie gegaan. Volgens Sport/Voetbalmagazine was Kevin De Bruyne de sleutel naar dat succes.

'Genk heeft al een aantal jaar geleden beslist om voor jonge Belgische spelers te gaan', aldus clubwatcher Geert Foutré. 'Bij de verkoop van Kevin De Bruyne en Thibaut Courtois zijn hun ogen opengegaan. Vooral De Bruyne was daar heel belangrijk in. Toen hij nog bij KAA Gent jeugdspeler was, kon hij overal naartoe. Gent investeerde namelijk nog niet veel in de jeugd en De Bruyne was er gewoonweg te goed. En hij koos toen voor Genk.'

KRC Genk zette dan ook alles op alles voor hem. 'Genk was de enige, maar dan ook echt de enige, club in België die werkte met gastgezinnen en een prachtige jeugdacademie had. Anderlecht had dat ook wel, maar dat was zeker nog niet zoals het er nu allemaal staat. Dat De Bruyne toen koos voor Genk, was eigenlijk het begin van hun huidige succes. Genk had toen, begin jaren 2000, wel een grote voorsprong en het kon zelfs strijden tegen buitenlandse academies.'

Op basis van die kwaliteiten bouwde KRC Genk verder. 'Denk bijvoorbeeld aan Kalidou Koulibaly die voor bijna tien miljoen aan Napoli verkocht werd. Dat was toen echt al veel geld en iedereen vond die transfer ook best vreemd, maar die deed het dan zo goed dat de mentaliteit van Genk ook wat veranderde. Waar vroeger nog de grote talenten naar Nederland gingen, kwamen ze nu bijvoorbeeld naar Genk en toen ook nog eens Sergej Milinkovic-Savic verkocht werd aan Lazio voor net geen tien miljoen en die het ook geweldig deed, was de interesse gewekt bij de buitenlandse competities. En die koppositie heeft Genk niet meer gelost.'

Uitstekende reputatie
Door hun status als doorgeefluik moeten ze wel altijd bouwen aan een nieuw team. 'Ja, dat klopt. Maar het is ook een businessmodel. Het liefst van al houden ze hun spelers zo lang mogelijk, zo'n drie jaar. Meestal blijven ze maar twee jaar in Genk. In het eerste jaar moeten ze zich aanpassen, of dat wordt toch verwacht, in het tweede jaar doen ze het dan goed en in het derde kan de club oogsten. Maar dat is een moeilijke oefening natuurlijk.'