De Decker over toekomst: ''Ik staar mij niet blind op een job als T1 in 1A''
Het was de tamelijk onervaren Wim De Decker die Royal Antwerp FC in 2017 na dertien lange jaren terug naar de hoogste afdeling wist te loodsen. Ondanks de promotie deed hij een stap opzij om de rol van assistent terug aan te nemen. De Decker voelde zich nog niet rijp om het ambitieuze Antwerp in de Jupiler Pro League te leiden.
''Ergens wilde de familie Gheysens dat ik T1 zou blijven, maar aan de andere kant beseften ze dat het moeilijk zou worden, omdat de club op het punt stond om enorm te groeien. Als ik voor mezelf de puzzel legde, merkte ik dat mijn voetbalvisie er wel al was, maar dat ik nog geen tijd had gehad om die echt uit te werken op praktisch vlak'', blikt De Decker terug in Sport/Voetbalmagazine.
Elders hoofdcoach worden, zag hij niet zitten. ''Er waren enkele 1A-clubs geprikkeld, maar als het volledige plaatje niet klopt, hoeft het niet voor mij. Om mij op dat moment weg te krijgen van de Bosuil moesten ze ook al met iets heel strafs komen. Trouwens: was dat überhaupt een moment om Antwerp te verlaten?'', vraagt de ex-middenvelder zich af.
Bruin water
De Decker weet nog niet of hij ooit opnieuw T1 wordt. ''Ik staar mij niet blind op een job als T1 in 1A'', klinkt het. De Decker zit namelijk op zijn plaats bij Antwerp, waar men bezig is aan een speciaal project. ''Ik zit nu twintig jaar in het profvoetbal en deze aanpak, waarbij ineens zó veel mogelijk is, heb ik nooit eerder gezien. In Gent maakte ik als speler ook een groei mee waarvan ik dacht: chapeau, maar dit is van een ander kaliber. We komen van niets, hé. Nog niet zo lang geleden kwam er op de Bosuil nog bruin water uit de kraan'', benadrukt de rechterhand van Laszlo Bölöni.
Lees ook: De Decker onder de indruk: "Het Antwerp van vandaag is maar tussenstap"