Gouden Schoen-koorts: de sterktes en zwaktes van de kandidaten gewikt en gewogen

Gouden Schoen-koorts: de sterktes en zwaktes van de kandidaten gewikt en gewogen

31-12-2016 08:00

Het voetbaljaar 2016 zit erop. In ons land betekent dat dat men binnenkort op zoek gaat naar de beste speler op de Belgische velden. Volgens de bookies zijn José Izquierdo, Alejandro Pozuelo, Lukasz Teodorczyk, Hans Vanaken en Ruud Vormer de topkandidaten. VoetbalPrimeur.be legt hun troeven en tekortkomingen onder het vergrootglas.

José Izquierdo (Club Brugge)
Op papier dé topfavoriet, dat lijdt geen twijfel. Als ‘Joske’ niet te kampen had gekregen met een hardnekkige blessure aan het begin van de huidige jaargang, stond de eindlaureaat al vast. De ogen sluiten voor de realiteit kan echter niet: Izquierdo miste aardig wat wedstrijden na de zomer en hervond, eens opnieuw fit, (vanzelfsprekend) niet meteen zijn vertrouwde niveau.

Toch mag de Colombiaan vertrouwen koesteren voor de nakende verkiezing. Wat hij in de voorbije Play-Offs op de mat legde, daar viel zelfs bij de concurrentie de mond van open. Met verschroeiende versnellingen, kwieke dribbels en heerlijke plaatsballen gidste hij Club Brugge voor het eerst in elf jaar naar de landstitel. Dat zullen de stemgerechtigden zich ook nog wel herinneren.

Alejandro Pozuelo (KRC Genk)
Ongetwijfeld de outsider van het vijftal. Dat ligt vooral aan het feit dat zijn club er een vrij bleek 2016 opzitten heeft, op de knappe Europese campagne in het huidige seizoen na. Daarin valt Pozuelo echter weinig te verwijten. Tussen de Leon Baileys en de Wilfred Ndidi’s door was de Spanjaard diegene die het regelmatigst een hoog niveau behaalde.

Als spelverdeler kent ‘Pozo’ in België zijn gelijke niet. Dankzij zijn arendsoog en tweevoetigheid heeft hij altijd controle over het spel. Interessant voor zijn kansen is bovendien dat Pozuelo zijn uitmuntende techniek weet te koppelen aan efficiëntie. Acht doelpunten en tien assists na je eerste jaar in een nieuwe competitie, daar kan een voetballer tevreden mee zijn.

Lukasz Teodorczyk (RSC Anderlecht)
Vreemde eend in de bijt in het rijtje van topkandidaten. Teodorczyk is namelijk de enige reële kanshebber die slechts in één stemronde punten kan verzamelen. De Poolse goalgetter arriveerde immers pas in de zomer in onze competitie. Als je ondanks die achterstand veelvuldig genoemd wordt als potentiële Gouden Schoen, moeten je prestaties wel indrukwekkend zijn.

En dat zijn ze zeker. In vijf maanden tijd werkte ‘Teo’ zich nu al op tot hét fenomeen dat recent in het Astridpark te bezichtigen viel. Gracieus kan je het moeilijk noemen, maar de statistieken spreken boekdelen: 30 duels leverden 24 goals op over alle competities heen. Een Gouden Stier als Gouden Schoen? Het zou zomaar kunnen.

Hans Vanaken (Club Brugge)
Eerlijk is eerlijk: dit seizoen hebben we nog maar zelden de allerbeste Vanaken gezien. Geheel Blauw-Zwart zette het post-kampioenenjaar behoorlijk zwak in; de Limburger kon zich niet aan die malaise onttrekken. Dat wordt natuurlijk wel verwacht van een spelmaker. Verzachtende omstandigheid is wel dat hij door de blessures van Izquierdo en Lior Refaelov minder kwaliteit om zich heen had lopen.

Als Vanaken zich tot opvolger van Sven Kums wil kronen, zal hij dus vooral moeten teren op zijn eerste vijf maanden van 2016. Daarin liet de middenvelder meermaals alle kunstjes uit zijn arsenaal bewonderen: uitstekende vista, zuiver balgevoel en efficiëntie voor doel. Of de periode tot mei voldoende zal zijn, valt echter te betwijfelen...

Ruud Vormer (Club Brugge)
Nee, als iemand uit het Brugse kamp Izquierdo het vuur aan de schenen kan leggen, zou het normaliter Vormer moeten zijn. Van alle opgelijste favorieten was hij zonder twijfel de meest constante factor het afgelopen jaar. De Nederlander stond er altijd, liep overal voorop in de strijd en ging nooit een interview uit de weg. Ook dat laatste speelt mee bij de stemmers.

Mocht (we zeggen: mocht) Vormer de Gouden Schoen in de wacht slepen, zullen er ongetwijfeld enkele kritische geluiden opstijgen. Een raspaardje kan de middenvelder immers moeilijk genoemd worden. Zoals wel vaker bij het gala dringt de vraag zich op: bekroon je de speler met het meeste talent of de speler die de grootste waarde had voor zijn ploeg? Als dat laatste doorslaggevend is, kan Vormer héél ver geraken.

José Izquierdo (Club Brugge)
Op papier dé topfavoriet, dat lijdt geen twijfel. Als ‘Joske’niet te kampen had gekregen met een hardnekkige blessure aan het begin van de huidige jaargang, stond de eindlaureaat al vast. De ogen sluiten voor de realiteit kan echter niet: Izquierdo miste aardig wat wedstrijden na de zomer en hervond, eens opnieuw fit, (vanzelfsprekend) niet meteen zijn vertrouwde niveau.

Toch mag de Colombiaan vertrouwen koesteren voor de nakende verkiezing. Wat hij in de voorbije Play-Offs op de mat legde, daar viel zelfs bij de concurrentie de mond van open. Met verschroeiende versnellingen, kwieke dribbels en heerlijke plaatsballen gidste hij Club Brugge voor het eerst in elf jaar naar de landstitel. Dat zullen de stemgerechtigden zich ook nog wel herinneren.

Alejandro Pozuelo (KRC Genk)
Ongetwijfeld de outsider van het vijftal. Dat ligt vooral aan het feit dat zijn club er een vrij bleek 2016 opzitten heeft, op de knappe Europese campagne in het huidige seizoen na. Daarin valt Pozuelo echter weinig te verwijten. Tussen de Leon Baileys en de Wilfred Ndidi’s door was de Spanjaard diegene die het regelmatigst een hoog niveau behaalde.

Als spelverdeler kent ‘Pozo’ in België zijn gelijke niet. Dankzij zijn arendsoog en tweevoetigheid heeft hij altijd controle over het spel. Interessant voor zijn kansen is bovendien dat Pozuelo zijn uitmuntende techniek weet te koppelen aan efficiëntie. Acht doelpunten en tien assists na je eerste jaar in een nieuwe competitie, daar kan een voetballer tevreden mee zijn.

Lukasz Teodorczyk (RSC Anderlecht)
Vreemde eend in de bijt in het rijtje van topkandidaten. Teodorczyk is namelijk de enige reële kanshebber die slechts in één stemronde punten kan verzamelen. De Poolse goalgetter arriveerde immers pas in de zomer in onze competitie. Als je ondanks die achterstand veelvuldig genoemd wordt als potentiële Gouden Schoen, moeten je prestaties wel indrukwekkend zijn.

En dat zijn ze zeker. In vijf maanden tijd werkte ‘Teo’zich nu al op tot hét fenomeen dat recent in het Astridpark te bezichtigen viel. Gracieus kan je het moeilijk noemen, maar de statistieken spreken boekdelen: 30 duels leverden 24 goals op over alle competities heen. Een Gouden Stier als Gouden Schoen? Het zou zomaar kunnen.

Hans Vanaken (Club Brugge)
Eerlijk is eerlijk: dit seizoen hebben we nog maar zelden de allerbeste Vanaken gezien. Geheel Blauw-Zwart zette het post-kampioenenjaar behoorlijk zwak in; de Limburger kon zich niet aan die malaise onttrekken. Dat wordt natuurlijk wel verwacht van een spelmaker. Verzachtende omstandigheid is wel dat hij door de blessures van Izquierdo en Lior Refaelov minder kwaliteit om zich heen had lopen.

Als Vanaken zich tot opvolger van Sven Kums wil kronen, zal hij dus vooral moeten teren op zijn eerste vijf maanden van 2016. Daarin liet de middenvelder meermaals alle kunstjes uit zijn arsenaal bewonderen: uitstekende vista, zuiver balgevoel en efficiëntie voor doel. Of de periode tot mei voldoende zal zijn, valt echter te betwijfelen...

Ruud Vormer (Club Brugge)
Nee, als iemand uit het Brugse kamp Izquierdo het vuur aan de schenen kan leggen, zou het  normaliter Vormer moeten zijn. Van alle opgelijste favorieten was hij zonder twijfel de meest constante factor het afgelopen jaar. De Nederlander stond er altijd, liep overal voorop in de strijd en ging nooit een interview uit de weg. Ook dat laatste speelt mee bij de stemmers.

Mocht (we zeggen: mocht) Vormer de Gouden Schoen in de wacht slepen, zullen er ongetwijfeld enkele kritische geluiden opstijgen. Een raspaardje kan de middenvelder immers moeilijk genoemd worden. Zoals wel vaker bij het gala dringt de vraag zich op: bekroon je de speler met het meeste talent of de speler die de grootste waarde had voor zijn ploeg? Als dat laatste doorslaggevend is, kan Vormer héél ver geraken.