Hongaren op een wolk: "In een superdag kloppen we de Rode Duivels"

In hun achtste finale kijken de Rode Duivels Hongarije in de ogen. Voor het eerst sinds 1972 nemen de Hongaren nog eens deel aan een Europees Kampioenschap. Het land presteerde in de poulefase alvast boven verwachting door IJsland, Oostenrijk en vooral Portugal achter zich te laten. 

Laszlo Köteles, de Hongaarse doelman van KRC Genk, geeft bij Het Laatste Nieuws zijn kijk op het sprookje van zijn landgenoten. "De vorige bondscoach, Pál Dárdai, heeft voor de ommezwaai gezorgd. Hij heeft de nationale ploeg opnieuw een identiteit gegeven. Ze spelen niet meer voor zichzelf, maar voor hun land. Het grote strijdershart ligt aan de basis van dit succes," vindt hij.

Köteles ziet verschillen met zijn periode bij de nationale selectie. "Wat mij nu enorm opvalt, is de solidariteit. Iedereen vecht voor mekaar. Vroeger bestond de ploeg steeds uit een verzameling individualisten. De spelers vonden zichzelf vedetten en dachten enkel en alleen aan zichzelf," merkt hij op.

Wie moeten de Belgen het meest vrezen? "Balázs Dzsudzsák is dé sterke man. En hij plooit zich ook nog eens dubbel voor het teambelang," zwaait Köteles met lof. De doelman is dan ook overtuigd van de kracht van zijn landgenoten. "In een superdag kloppen we de Rode Duivels!"