Van Holsbeeck deelt opnieuw sneer uit: "Anthony heeft weinig opvoeding gehad"

Herman Van Holsbeeck is in het programma De Nieuwe Wereld van Radio 1 nog eens teruggekomen op de hetze rond Anthony Vanden Borre. Eén ding werd in ieder geval snel duidelijk: de rechtsachter hoeft niet meteen te rekenen op een nieuwe kans.

Het is vooral de ondankbaarheid bij Vanden Borre die bij Van Holsbeeck in het verkeerde keelgat schiet. “Op een bepaald moment doe je een geste aan een jonge kerel die geen geld en geen vrienden meer heeft. Hij is bij mij komen aanbellen voor een nieuwe kans. We hebben hem dan teruggebracht naar de nationale ploeg, hij is mee geweest naar het WK. Dan ben je verplicht om hem terug een beter contract te geven. Maar meteen daarna merkte we dat het anders was dan toen hij 1.500 euro in de maand verdiende. Van zodra hij terug meer geld had en veel nieuwe vrienden werd ik opzijgeschoven. Dat raakte me wel, de schade is er nu. Al ben ik zeker dat hij het zich nu al beklaagt”.

Van Holsbeeck heeft al veel moeilijkere jongens gekend bij zijn club, maar iets als dit heeft hij zelden meegemaakt. “Wij hebben natuurlijk veel spelers van de pleintjes in Brussel, die soms iets hebben gemist in hun opvoeding. Onze sociale cel begeleidt die dan, maar eens ze volwassen zijn kan je niet elke dag bij ze zijn. Dat kan ook niet bij een gast van 27. Maar je voelt dan onmiddellijk dat ze terug veranderen, dat ze dingen doen die je doet als je jong bent en weinig opvoeding hebt gekregen. Bij Anthony is het bovendien niet de eerste keer, je moet al veel doen eer je bij ons naar de B-kern wordt gezet” .

Van Holsbeeck heeft echter wel gemerkt dat niet iedereen zijn kant kiest. “Vanden Borre heeft een deel van de publieke opinie wel meegekregen, het kwam er zo uit dat Anderlecht in fout was. Gelukkig dat wij hebben gereageerd en onze versie van de feiten hebben gegeven. Dat hebben we bij de wedstrijd gezien, een kwart staat nog achter Anthony maar de rest heeft door dat wat hij deed niet kan. Anderlecht blijft zo wel verdeeld, maar geen enkele speler, manager of voorzitter is groter dan de club zelf.”