Ex-Rode Duivel van gouden generatie koestert geen wrok na halfslachtige carrière

In de zomer van 2008 was Sepp De Roover 23 jaar. Nog net jong genoeg om deel te nemen aan de Olympische Spelen in Peking. Als de vaste rechtsachter van de jonge Duivels haalde hij een vierde plaats. Hij doet zijn verhaal in 'Gazet van Antwerpen'

Nadien volgden nog twee interlands met het "grote België", tegen Qatar (2-0) en Hongarije (3-0). Anno 2015 zit de 30-jarige De Roover op de bank bij de Nederlandse degradatiekandidaat NAC Breda en denkt hij na over een leven na het professionele voetbal.

"Als ervaren speler wordt ik gewaardeerd. De trainer kiest voor iemand anders, maar ik zit daarvoor niet in de put. Ik kan er best mee om. Het ziet er niet naar uit dat de situatie snel zal veranderen, de ploeg doet het goed en er is weinig reden tot verandering", aldus De Roover. NAC staat nog steeds op een penibele zestiende plaats, maar verdubbelde met een 10 op 15 de afgelopen maand wel bijna zijn puntentotaal.

Wat brengt volgend seizoen dan voor de rechtsachter? "Ik denk aan een club waar je twee of drie keer moet trainen, dus ook niet tweede klasse. Er had meer in mijn carrière kunnen zitten. Ik maakte mijn echte debuut onder Advocaat, maar iets later scheurde ik alles in mijn linkerknie af. Maar ik nam deel aan de Olympische Spelen en speelde op het hoogste niveau. Wie kan dat zeggen? Ik ben tevreden. Ik denk dat er veel spelers in mijn schoenen zouden willen staan."