Vierde Belgische topclub voor Leko, die zich bij bijzonder duo schaart

Nu al vier Belgische topclubs: contract in Gent voegt Leko bij bijzonder duo

Update: 10 juni om 13:08
7Reacties

Altijd fijn om goed in de markt te liggen. Ivan Leko kan het weten, want binnen een tweetal weken begint hij al aan zijn vierde opdracht bij een topclub uit de Jupiler Pro League. Na passages bij Club Brugge, Royal Antwerp FC en recent nog Standard Luik neemt de trainer straks plaats in de dug-out van KAA Gent. Maakt dat kwartet het cv van Leko uniek? VoetbalPrimeur.be speurde naar trainers die eveneens vaak aan de Belgische top opdoken, en vond er slechts twee die hem evenaren.

Vorige week verbond Ivan Leko zich aan Gent, dat een nieuwe leidsman zocht na een dramatisch parcours in de Play-Offs. Met de vurige Kroaat halen De Buffalo’s alvast flink wat ervaring in huis. Ondanks zijn eerder jeugdige leeftijd (in februari blies hij 47 kaarsjes uit) is de oud-middenvelder stilaan gepokt en gemazeld in het trainersvak. Na een rijpingsperiode in Leuven en Sint-Truiden oogstte Leko in dienst van Club Brugge (één landstitel, één Supercup) en Antwerp (één beker). 

Na een lucratieve aanbieding uit Shanghai en een keuze van het hart voor Hajduk Split, ook hier bekroond met zilverwerk overigens, streek Leko begin 2024 opnieuw neer in onze contreien. Bij Standard kreeg hij niet meteen de eenvoudigste uitdaging voorgeschoteld. Zonder al te veel middelen en met een matige kern bleek de publieksprijs onhaalbaar, maar De Rouches rondden het seizoen 2024-2025 wel af op één plaats van de Champions’ Play-Off, ruim boven verwachting. Die prestaties konden ook Gent en oude bekende Antwerp naar waarde schatten. Beide clubs hadden hun oogje laten vallen op Leko, maar die koos uiteindelijk voor (alweer) nieuwe oorden. Zijn vierde topclub in België!

Handvol trainers met drie topclubs
Niet uniek, maar wel uitzonderlijk. Zelfs het aantal trainers met drie ervaringen in de bovenlaag van de JPL valt op twee handen te tellen. Georg Kessler is zo’n ronkende naam uit het verleden die zijn stempel op onze competitie heeft gedrukt. In 1972 pakte de Duitser de dubbel met RSC Anderlecht. Na dienstverbanden in eigen land en in Nederland keerde hij in de jaren ‘80 terug naar België. Bij Club Brugge (1982-1984) en Standard Luik (1989-1990) volgden geen prijzen meer, maar het leverde hem wel een eeuwige vermelding op: tot op heden is Kessler namelijk nog steeds de enige die elk van de Grote Drie gecoacht heeft.

Wanneer we ter uitbreiding de G5 nemen, komen nog meer namen in aanmerking. Enkele Belgen hebben bij drie van die clubs naam gemaakt. Uit de iets oudere doos zetten Hugo Broos (Club, Anderlecht en Genk) en Georges Leekens (Anderlecht, Club en Gent) de toon. In de 21e eeuw schaarden Michel Preud’homme en Hein Vanhaezebrouck zich in dat rijtje. Die eerste is in Luik, Gent én Brugge een levende legende. Daarentegen kon Vanhaezebrouck enkel in de Arteveldestad zijn naam op eremetaal bijschrijven, want bij Anderlecht en Genk bleef men toch op hun honger zitten.   

Een gevoelig thema dat we toch willen aansnijden: is de klassieke G5 anno 2025 nog wel representatief? De afgelopen jaren hebben ook Antwerp en Union Saint-Gilloise zich immers bij de elite gevoegd, met meerdere deelnames aan de Champions’ Play-Off en verschillende trofeeën als tastbaar bewijs. Als we die ‘new kids on the block’ in rekening brengen, verdienen ook Laszlo Bölöni, Felice Mazzu en Frank Vercauteren een eervolle vermelding. Bölöni zorgde voor een onvergetelijke krachttoer met Standard, terwijl Vercauteren zelfs drie titels op zijn trainerspalmares heeft staan, bij zowel Anderlecht als Genk. Met die clubs kende Mazzu dan weer minder succes, hoewel hij Union wel weer op de kaart zette op het hoogste niveau.

Van duo naar trio
Tot nu toe zijn enkel nog maar trainers genoemd met drie Belgische topclubs op hun Wikipedia-pagina. Toch staat Ivan Leko niet op eenzame hoogte, want nog twee anderen komen uit op vier. De eerste is een Rotterdammer met een grote mond en een nog groter hart. Dat grote hart deelde Johan Boskamp in zijn trainersloopbaan met meer dan een dozijn clubs, waaronder RSC Anderlecht, KAA Gent, KRC Genk én Standard Luik. De Gouden Schoen van 1975 koppelde daar ook prijzengewin aan. Onder zijn leiding kroonde paars-wit zich midden jaren ‘90 drie keer op rij tot landskampioen. Later veroverde hij nog een Beker van België met Genk. 

Zo’n omvangrijke trofeeënkast heeft René Vandereycken thuis niet staan. Straffer nog, als hoofdcoach won de Limburger nooit wat, op de persoonlijke onderscheiding voor ‘Trainer van het Jaar’ uit 1991 na! Het contrast met de zes titels uit zijn spelersbestaan kan niet groter … Des te opmerkelijk is het dat Vandereycken behalve Club Brugge alle clubs uit de G5 onder zijn hoede heeft genomen. Als klap op de vuurpijl was hij ook nog eens bondscoach van de Rode Duivels tussen 2006 en 2009, weliswaar in één van de donkerste periodes uit onze nationale voetbalgeschiedenis. In clubverband aan de Belgische top hield Vandereycken het enkel bij zijn debuut in Gent langer dan één seizoen uit. Dan is Leko hem intussen wel voorbijgestreefd, toch?