De grootste talenten om in de gaten te houden tijdens WK in Qatar

De grootste talenten om in de gaten te houden tijdens WK in Qatar

19-11-2022 12:30 Laatste update: 20-11-2022 14:50
15

Het WK in Qatar belooft een kraamkamer voor talent te worden. Wie zijn de grootste talenten die dit eindtoernooi de schijnwerpers hopen te pakken? VoetbalPrimeur maakt een selectie van spelers geboren na 1 januari 2001, die kans maken op de eretitel Best Young Player of the Tournament.

Jude Bellingham (19, Engeland)
Jude Bellingham maakte in 2020 moeiteloos de overstap van Championship-club Birmingham City naar Borussia Dortmund, waarvoor hij ondanks zijn jonge leeftijd al meer dan 150 officiële duels speelde. De middenvelder is de absolute ster van Die Schwarzgelben en geldt ook als steunpilaar voor The Three Lions. Samen met zijn maatje Jamal Musiala, met wie hij in de Engelse jeugdteams nog samenspeelde, is hij één van de absolute blikvangers van de nieuwe generatie.

Eduardo Camavinga (20, Frankrijk)
Al op zijn zestiende debuteerde Eduardo Camavinga voor Stade Rennes in de Ligue 1. Vorige zomer pikte Real Madrid hem op, maar in de Spaanse hoofdstad had hij wat tijd nodig om aan te haken. De dynamische middenvelder is dit seizoen wel overtuigend begonnen en die lijn hoopt hij door te trekken bij Frankrijk. Door de vele blessureproblemen bij Les Bleus liggen er kansen, maar hij moet wel concurreren met Real-ploeggenoot Aurélien Tchouameni.

Charles De Ketelaere (21, België)
Mede door de interesse van AC Milan gaf Noa Lang een gedurfd afscheidsinterview, maar de Italiaanse kampioen ging uiteindelijk aan de haal met Club Brugge-ploeggenoot Charles De Ketelaere. Voor de Rode Duivel werd liefst 35 miljoen euro betaald, een recordtransfer in België. De 1.92 meter lange aanvallende middenvelder staat dan ook te boek als één van de grootste talenten van de Rode Duivels. In San Siro krijgt hij geregeld speeltijd, maar zijn statistieken blijven achter. Voor de Belgen is het te hopen dat hij zijn vorm snel hervindt.

Ansu Fati (20, Spanje)
Ansu Fati brak als een komeet door bij FC Barcelona, waar hij na het vertrek van Lionel Messi niet voor niets het prominente rugnummer tien kreeg. Door blessureleed stokte zijn opmars evenwel. Dit seizoen is hij bij de Catalanen nog geen basisspeler, maar bondscoach Luis Enrique concludeerde dat de vorm van het toptalent groeiende is. Daarom besloot hij een plekje vrij te maken voor Fati, die samen met ploeggenoten Pedri en Gavi de blikvanger is van de nieuwe generatie uit Spanje.

Enzo Fernández (21, Argentinië)
Benfica nam Enzo Fernández voor zo'n twaalf miljoen euro over van River Plate en dat blijkt een schot in de roos. De bijzonder complete middenvelder is één van de steunpilaren in de succesploeg van Roger Schmidt. Niet voor niets wordt hij in de wandelgangen al gelinkt aan meerdere Europese topclubs. Nu moet Fernández alleen nog een basisplaats zien te bemachtigen bij La Albiceleste, want dat is hem nog niet gelukt.

Gavi (18, Spanje)
De toevoer vanuit La Masía leek even te stokken bij Barça. Met bovengenoemde Fati en zeker ook Gavi blijkt de befaamde jeugdopleiding echter nog op volle toeren te draaien. De felle spelmaker won onlangs de Golden Boy Award én de Kopa Trophy, de prestigieuze prijzen van Tuttosport en France Football voor het grootste talent. In zijn bedankwoord noemde hij onder meer Ronald Koeman, die hem op zijn zeventiende liet debuteren bij de Catalanen.

Josko Gvardiol (20, Kroatië)
Josko Gvardiol is een product van de beroemde jeugdopleiding van Dinamo Zagreb. Hij speelt sinds de zomer van 2021 voor RB Leipzig, dat negentien miljoen betaalde. Het is de vraag hoelang hij nog bij Die Roten Bullen blijft. Chelsea is bereid heel diep in de buidel te tasten, en dat is niet voor niets. De Kroatische mandekker is fysiek bijzonder sterk, leest het spel uitstekend en heeft bovendien een goede pass in huis.

Gabriel Martinelli (21, Brazilië)
Gabriel Martinelli zou bij de meeste toplanden in de basis staan, maar bij Brazilië was het de vraag of hij geselecteerd zou worden. Ondanks het surplus aan aanvallende talent maakte bondscoach Tite plek vrij voor Martinelli, die bij Premier League-koploper Arsenal over de linkerflank wervelt. In Qatar lijkt hij het vooral van invalbeurten te moeten hebben, gezien de concurrentie van Neymar, Vinícius Júnior, Gabriel Jesus, Richarlison, Raphinha, Antony en Rodrygo.

Nuno Mendes (20, Portugal)
Ondanks de grote hoeveelheid wereldsterren bij Paris Saint-Germain is Nuno Mendes al zeker van zijn plekje bij de Franse kampioen. De linksback ontwikkelt zich in rap tempo sinds hij voor 38 miljoen euro overkwam van Sporting Portugal. Ook in de selectie van Portugal is Mendes een vast gezicht. Met zijn aanvallende acties is hij een plaag voor menig tegenstander, alleen verdedigend kan hij nog stappen maken.

Youssoufa Moukoko (17, Duitsland)
Voor Youssoufa Moukoko komt een glansrol op dit WK misschien iets te vroeg, maar door de blessureperikelen bij Die Mannschaft liggen er wel kansen. Hij begon woensdag in de basis tijdens de moeizame oefenzege op Oman (1-0). Moukoko staat al langer bekend als het supertalent van Borussia Dortmund, waar hij in de jeugd het ene na het andere record aan diggelen schoot. Die Schwarzgelben hebben goud in handen, al moet hij dan wel zijn aflopende contract verlengen.

Jamal Musiala (19, Duitsland)
Wie in Duitsland helemaal het stempel van supertalent heeft, is Jamal Musiala. De aanvallende middenvelder is dit seizoen al uitgegroeid tot de smaakmaker van Bayern München. De Duitse voetballegende Lothar Matthäus stelde dat Musiala 'Messi-achtig' is en dat hij iedereen betovert. Dat terwijl hij nog jonger is dan ploeggenoot Ryan Gravenberch. Duitsland wrijft zich in de handen, want Musiala heeft een dubbele nationaliteit en speelde eerder nog voor de Engelse jeugdteams.

Pedri (19, Spanje)
Samen met Bellingham en Musiala is Pedri vermoedelijk het grootste talent op deze lijst. De spelmaker is nu al onmisbaar bij FC Barcelona én het Spaanse elftal, hoewel hij tijdens de groepsfase van het WK pas zijn twintigste verjaardag viert. Zelfs Lionel Messi was al snel onder de indruk van het inzicht en de techniek van Pedri, die in 2021 de Golden Boy Award won, maar in de toekomst een gooi hoopt te doen naar de Ballon d'Or.

Giovanni Reyna (20, Verenigde Staten)
Giovanni Reyna maakte drie jaar geleden al zijn Bundesliga-debuut voor Borussia Dortmund, maar hij is nog altijd pas twintig jaar. Zijn ontwikkeling stagneerde vorig seizoen door fysieke problemen, maar inmiddels klopt hij weer op de deur. De zoon van Claudio Reyna, die hem vernoemde naar goede vriend Giovanni van Bronckhorst, is het uithangbord van de Amerikaanse selectie. In maart kreeg hij het publiek op de banken met een fraaie solo tegen Mexico, die op het nippertje strandde.

Rodrygo (21, Brazilië)
Rodrygo trad in 2019 in de voetsporen van Vinícius Júnior door zijn geboorteland te verruilen voor Real Madrid. De Spaanse grootmacht tikte liefst 45 miljoen euro voor hem af. De vleugelspeler had moeite om zich aan te passen, maar dit seizoen mag hij zich dan eindelijk basisspeler noemen. De kans is klein dat Rodrygo ook voor Brazilië start, maar hij mag wel hopen op speeltijd.

William Saliba (21, Frankrijk)
Hoewel Arsenal dertig miljoen voor hem betaalde, werd William Saliba achtereenvolgens verhuurd aan Saint-Étienne, OGC Nice en Olympique Marseille. Dit seizoen lost de 1.95 lange verdediger alsnog zijn belofte in bij The Gunners. Saliba lijkt uit te kunnen groeien tot één van de beste verdedigers ter wereld. Bij Les Bleus is de keuze echter groot met ook nog Jules Koundé en Raphaël Varane.

Bukayo Saka (21, Engeland)
Bukayo Sako is na Martinelli en Saliba alweer het derde toptalent van Arsenal op deze lijst. Net als zijn teamgenoten is ook de Engelse international steeds belangrijker geworden voor de ploeg van manager Mikel Arteta, die niet voor niets bovenaan staat in de Premier League. Saka is met zijn dribbels een belangrijk wapen voor de Londenaren. Na zijn gemiste penalty die Engeland vorig jaar de EK-finale kostte kreeg hij veel over zich heen, maar Saka liet zich niet uit het veld slaan.

António Silva (19, Portugal)
Met twee indrukwekkende optredens tegen het gevreesde PSG-aanvalstrio Messi-Neymar-Mbappé, vestigde António Silva dit seizoen definitief zijn naam als toptalent. Roger Schmidt raakte al tijdens de voorbereiding onder de indruk en zette de verdediger prompt in de basis bij Benfica. Silva kan koppen, heeft overzicht en is goed aan de bal. Het is een kwestie van tijd voordat hij de inmiddels veertigjarige Pepe uit de basis verdringt bij Portugal.

Xavi Simons (19, Oranje)
Xavi Simons kreeg op jonge leeftijd bij FC Barcelona het predicaat wonderboy. Hij vertrok naar Paris Saint-Germain, waar hij trainde met supersterren, maar weinig speeltijd kreeg. In de zomer pikte PSV hem op. Weinig mensen wisten precies wat ze konden verwachten, maar de creatieve spelmaker weet de Eindhovenaren nu al bij de hand te nemen in topduels met Arsenal en Ajax. Louis van Gaal zag dat ook en selecteerde hem voor Oranje. Wat Qatar voor hem in petto heeft, is nu de grote vraag.

Jurriën Timber (21, Oranje)
Met Jurriën Timber komt nog een tweede Nederlander in aanmerking voor de eretitel van beste jonge speler op het WK. Hoewel de verdediger de laatste weken deelde in de malaise bij Ajax, stevent hij af op een basisplaats bij Oranje. Timber heeft namelijk al vaak genoeg laten zien wat hij in zijn mars heeft en aan de zijde van Virgil van Dijk en Nathan Aké komt hij uitstekend tot zijn recht. Een toptransfer lijkt een kwestie van tijd.