De adelbrieven van Hoefkens: 22-voudig Duivel, blauw-zwart bloed en bruggenbouwer

De adelbrieven van Hoefkens: 22-voudig Duivel, blauw-zwart bloed en bruggenbouwer

25-05-2022 16:42 Laatste update: 21:32
25

Club Brugge legt haar lot de komende tijd in de handen van Carl Hoefkens, die woensdagmiddag officieel werd voorgedragen als opvolger van Alfred Schreuder. Op papier is dat een verrassende keuze, aangezien de gewezen verdediger nog geen ervaring heeft als hoofdtrainer. Welke adelbrieven kan Hoefkens voorleggen? VoetbalPrimeur.be probeert in het hoofd te kijken van Bart Verhaeghe en Vincent Mannaert.

In de eerste plaats heeft de 43-jarige Hoefkens zijn strepen uiteraard verdiend als speler. Aan het einde van de vorige eeuw stak de toen piepjonge mandekker zijn neus aan het venster bij Lierse SK. Dat gebeurde ineens met een klapper, want na zijn eerste seizoen prijkte hij al op het podium met één van de meest verrassende titelvieringen uit de geschiedenis van het Belgische voetbal. Ook in de jaren daarna bleef Hoefkens een vaste waarde bij Lierse.

Dat kampioenschap uit 1997 zou overigens niet het enige zilverwerk blijven uit zijn verzameling. Later voegde Hoefkens daar nog eens twee Bekers van België aan toe, respectievelijk met Lierse (1999) en Germinal Beerschot (2005). De geboren Pallieter weet dus hoe het voelt om op prijzen te jagen en die ook in de wacht te slepen. Over zijn hele loopbaan heen mocht hij ook 22 keer opdraven als Rode Duivel, weliswaar in de 'Donkere Jaren'. Die ervaring zou van pas moeten komen bij het hyperambitieuze Club. 

Na een wisselvallige periode in het Engelse voetbal beleefde Hoefkens zijn mooiste jaren misschien wel bij ... Club Brugge. Tussen 2009 en 2013 maakte hij vier jaar lang zijn truitje nat op Jan Breydel. Dat mag je gerust letterlijk nemen, want Hoefkens stond bekend om zijn winnaarsmentaliteit, drive en ijzeren karakter. Een niet afhoudende bijter, zo kan je hem het best omschrijven. Niet toevallig karaktereigenschappen die uitstekend passen binnen de 'No Sweat, No Glory'-filosofie. Bovendien heeft er altijd een leidersfiguur in hem geschuild, want bij verschillende van zijn ploegen (waaronder Club) belandde de aanvoerdersband rond zijn brede armen.

Van geleidelijke aanpak plots in de schijnwerpers
Toen Hoefkens in 2016 zijn schoenen aan de haak hing, nota bene op Gibraltar, liet hij het voetbal even achter zich. Dat duurde niet al te lang: in 2018 verbond hij zich opnieuw aan zijn grote liefde, Club Brugge. Als assistent van Rik De Mil ging hij aan de slag bij Club NXT, wat één van de paradepaardjes moest worden van de vernieuwde bedrijfscultuur in Brugge. In die hoedanigheid maakte Hoefkens (net als De Mil) ook indruk, want de Brugse beloften gingen er met rasse schreden op vooruit.

Afgelopen zomer kreeg Hoefkens een andere titel op het naamplaatje geplakt. Als Talent Manager stond hij in voor de doorstroming vanuit Club NXT naar de A-ploeg van Club. Daarvoor leek hij de geknipte man. Onder meer Charles De Ketelaere werd door hem geruggesteund en verdedigd, waardoor het huidige goudhaantje sneller zijn doorbraak kon vieren in de hoofdmacht. Ook kwam Noah Mbamba dankzij Hoefkens richting Club.

Laat dat nu net één van de drijfveren zijn voor het Brugse bestuur om Hoefkens aan te stellen als kersverse T1: nog meer jongens laten doorstromen uit de jeugd. Dat is natuurlijk niet de kerntaak van een hoofdtrainer bij een Belgische topclub, die in de eerste plaats resultaten moet behalen. De voorbije maanden heeft Hoefkens intern echter flink verbaasd.

Als rechterhand van Alfred Schreuder bleek zijn impact op de spelersgroep groot. Bij tactische briefingen maakte hij indruk, terwijl een leek in de tribune in de Champions Play-Off gezworen zou hebben dat Hoefkens, en niet Schreuder, de Brugse eindverantwoordelijke was. Zozeer stond Hoefkens te coachen voor de dug-out. Die combinatie aan factoren heeft ervoor gezorgd dat Mannaert en Verhaeghe Hoefkens met vertrouwen een kans gunnen op het hoogste schavotje. Onder het motto: klinkt het niet, dan botst het.