VP's rapport van Genk: Individuele klasse te koop, maar onvoldoende weerbaarheid

VP's rapport van Genk: Individuele klasse te koop, maar onvoldoende weerbaarheid

24-05-2022 17:00 Laatste update: 22:07
11

Veertig speeldagen lang hebben de Belgische clubs het beste van zichzelf proberen te geven. Bij de ene lukte dat al beter dan bij de andere. Inmiddels heeft de Jupiler Pro League haar poorten onherroepelijk gesloten, althans tot eind juli. Tijd om de verschillende topclubs uit ons land op rapport te laten komen bij VoetbalPrimeur.be. Tweede afspraak: KRC Genk.

Het seizoen van Genk in cijfers
Eindstand: 8e met 51 punten (15W, 6G, 13V) - In Europe Play-Off: 2e met 37 punten
Doelpuntensaldo: 76 voor, 55 tegen
Topschutter: Paul Onuachu (21)
Assistenkoning: Junya Ito (16)
Speler met de meeste minuten: Maarten Vandevoordt (3420)

Analyse van de resultaten
Het lijkt gerechtvaardigd om het etiket met 'grootste ontgoocheling' op het logo van Genk te plakken. Voor aanvang van het seizoen spatte de ambitie er nog van af in de mijnstad. Alle middelen werden ingezet om sterkhouders als Théo Bongonda en Paul Onuachu aan boord te houden, met die ene doelstelling als drijfveer: de vijfde landstitel uit de clubgeschiedenis veroveren. Daar kwam het Limburgse bestuur ook opvallend openlijk voor uit.

Jammer genoeg kwam van die torenhoge verwachtingen helemaal niets in huis. Integendeel, na een onvoorstelbaar wispelturige herfst en winter slaagde Genk er zelfs niet in om de Champions Play-Off te halen. Straffer nog: pas op de allerlaatste speeldag van de reguliere competitie kwalificeerde het zich, met de hakken over de sloot, voor de Europe Play-Off! Ook die laatste strohalm voor Europees voetbal knakte genadeloos af. In de match van de laatste kans, thuis tegen KAA Gent, acteerden de Limburgers bijzonder zwak.

Of gebruiken we beter het woord 'lusteloos'? Zelfs na tien maanden doorspekt met teleurstellingen valt moeilijk de vinger te leggen op wat nu precies de oorzaak is voor deze mislukte campagne. Aan individueel talent ontbrak het al zeker niet. Volgens de buitenwereld waren de oorspronkelijke titelambities zelfs gerechtvaardigd, gezien de sterkte van de Genkse spelerskern. Die aanname kan ook gestaafd worden met verschillende feiten: Onuachu en Ito lieten straffe cijfers optekenen, de Colombianen in de achterhoede schopten het één voor één tot international en Maarten Vandevoordt versierde een (vroegtijdige) droomtransfer naar RB Leipzig.

Twee mogelijke verklaringen kwamen geregeld aan de oppervlakte. Ten eerste stond het tactische plaatje zelden op punt. John van den Brom kon zijn hartsdrift (een Hollandse 4-3-3) niet uitschakelen ten voordele van een meer pragmatische aanpak (een 3-5-2). Die naïviteit kostte hem uiteindelijk de kop. Opvolger Bernd Storck slaagde er wel in om het elftal tactisch meer aan elkaar te lijmen, maar Duitser irriteerde op zijn beurt dan weer door te pas en te onpas spelers te roteren, waardoor werkelijk niemand door de bomen het bos nog zag.

Ten tweede moest de Duitser nog een ander euvel verhelpen: het vaak terugkerende gebrek aan ruggengraat, weerbaarheid of (om een modewoord te gebruiken) grinta. In lastige wedstrijden, waarin de tegenstander Genk fysiek of tactisch het bloed vanonder de nagels haalde, lieten de spelers te snel de schouders hangen of maakten ze een ongeïnteresseerde indruk. Op het veld kon het bestuur geen leiderschap meer toevoegen, dus moest Storck dat er van aan de zijlijn inpompen. Ook die missie mislukte echter.

Mooiste zege: 4-1 thuis tegen KV Mechelen (16/2/'22)
Pijnlijkste nederlaag: 0-1 thuis tegen Sint-Truiden (13/3/'22)   

De uitblinkers
Verkozen tot beste speler van het seizoen (en wat ons betreft oververdiend): Junya Ito. In tegenstelling tot het leeuwendeel van zijn ploeggenoten legde de flukse Japanner wél van augustus tot mei een zekere regelmaat in zijn spel. Des te knap voor een creatieve flankaanvaller! Stilaan moet die grote transfer er toch eens aankomen voor de altijd wat onderschatte Ito. In zijn schaduw presteerde ook Patrik Hrosovsky puik. Bij bepaalde supporters was de middenvelder al opgegeven, maar met enkele knappe doelpunten heeft hij zich terug in de lokale harten geschoten.   

Jongens die daar net onder vallen, maar zeker ook een pluim verdienen, zijn Bryan Heynen, Daniel Muñoz en nieuwkomer Mujaid Sadick. Die laatste is voetballend de mindere in de achterhoede, maar voegt wel een portie pure kracht en verdedigende stabiliteit toe. Als laatste heeft ook Luca Oyen recht op een vernoeming. 2022 is sowieso het jaar van de doorbraak voor de piepjonge dribbelkont, al moet hij de vele invalbeurten komend seizoen zien in te ruilen voor meer basisplaatsen.

De tegenvallers
Echt rampzalige toestanden vielen er niet te zien, maar een heleboel Genkenaars stegen niet boven de grijze middelmaat uit, terwijl ze daar wel degelijk de intrinsieke kwaliteiten toe hebben. Dat geldt zowel achterin als vooraan. Door het vele heen-en-weer-gereis voor interlandverplichtingen pikten Carlos Cuesta en Jhon Lucumi, nochtans twee klasbakken, nooit het juiste ritme op. Ook Mark McKenzie, vorig jaar een verademing, worstelde met zichzelf. Zelfs ijskonijn Maarten Vandevoordt liet zich te vaak op foutjes betrappen en kon op opmerkelijk broze steun rekenen vanuit de eigen aanhang.

In de voorhoede slaagden Bongonda en Onuachu er op hun beurt niet in om zich op te trekken aan aanvalsmaatje Ito. Hoewel beide heren samen goed waren voor 33 treffers (respectievelijk 12 en 21), zette hun algehele spelniveau een duidelijke stap achteruit ten opzichte van het ijzersterke seizoen 2020-2021. Onuachu demonstreerde dat nogmaals in de slotpartij op KV Mechelen, waar hij gemakkelijk drie of vier keer had kunnen scoren. Je kan zo een indrukwekkende compilatie maken van zijn gemiste mogelijkheden ...

Blik op de toekomst
Het zou wel eens een zomer met vele beproevingen kunnen worden voor Genk. Eerst en vooral moet de sportieve cel zich de vraag stellen met welke spelers het absoluut wil doorgaan en - nog prangender - welke jongens andere oorden mogen opzoeken. Geen eenvoudige denkoefening, aangezien het merendeel van de sterkhouders de voorbije maanden onder zijn gebruikelijke niveau heeft geacteerd. Het lijkt er niettemin sterk op dat pakweg Bongonda, Onuachu en Lucumi straks geen Genks blauw meer dragen.

Daarbij zullen Dimitri De Condé en co financieel wel enkele keren moeten slikken. Waar de transferwaardes van bijvoorbeeld het hierboven genoemde trio vorige zomer als een komeet de lucht in waren geschoten, zijn die anno 2022 flink gekelderd. Gelukkig heeft Genk de reputatie van winstgevend te onderhandelen. De miljoenen die ongetwijfeld zullen binnenstromen, zal De Condé moeten aanwenden om hiaten in de kern op te vullen. In de eerste plaats lijkt dat de aanwerving van enkele charismatische figuren met leiderschapskwaliteiten te gaan worden.