Amper nog Belgische clubs in Belgische handen, sporteconoom luidt de alarmbel

Standard wordt binnenkort overgenomen door het Amerikaanse 777, waardoor er opnieuw een Belgische club in buitenlandse handen valt. Inmiddels al de zeventiende profclub. Sporteconoom Trudo Dejonghe luidt de alarmbel.

Er zijn slechts 26 profclubs in ons land en daarvan zijn maar liefst zeventien clubs in buitenlandse handen. Daarmee is ons land sowieso al één van de koplopers in Europa. Enkel de Engelse clubs hebben meer buitenlandse bazen. Een slechte evolutie, zegt Dejonghe.

"Je ziet dat de meeste teams met buitenlandse eigenaars - met uitzondering van Union - helemaal onderin staan. Nochtans zouden zij zich met kapitaalsverhogingen kunnen opwerken tot de top van België dankzij hun rijke eigenaars, maar daar gaat het hen helemaal niet om", begint hij bij Het Nieuwsblad. "Waar het vooral om draait, is dat je in ons land met zijn gunstige ­UEFA-ranking algauw spelers voor drie à vier miljoen kunt doorverkopen. Zo ­creëer je meerwaarde."

Dejonghe vreest dan ook voor die evolutie en de toekomst van het Belgische voetbal. Volgens hem is het nog maar een kwestie van tijd voor elke Belgische club in buitenlandse handen is. Tenzij de Belgische regering ingrijpt. "Maar dat zullen de clubs nooit willen. Zij hebben allemaal immers baat bij dit verdienmodel. Veel van hen liggen ook aan het infuus: als de buitenlandse eigenaars zich terugtrekken, bloeden zij dood", klinkt het.