Futures-project mikt op Mertens-gevallen: "Het verschil kan tot vier jaar zijn"
Veertien jaar geleden startte de Belgische voetbalbond een (destijds) behoorlijk uniek project op: het Futures-project. Grondlegger Bob Browaeys probeert nu al sinds 2008 het allerbeste te puren uit zogenaamde 'laatrijpe spelers'. De motivatiebron? Dries Mertens!
De Futures-afdeling zijn eigenlijk enkele nationale jeugdelftallen die parallel lopen met de échte nationale selecties per leeftijdscategorie, maar dan uitsluitend voor spelers die (voorlopig) nog uit de boot vallen op basis van hun lichamelijke kenmerken. Ze zijn bijvoorbeeld te tenger, te klein of onvoldoende volgroeid om hun talentvolle leeftijdsgenoten partij te geven.
"We hadden al even vastgesteld dat het moeilijk was om laatrijpe spelers internationale ervaring te laten opdoen. De nationale jeugdploegen moeten zich zien te kwalificeren voor EK's en als je meerdere laatrijpe spelers in je elftal hebt, maak je geen kans", legt Browaeys de ontstaansgeschiedenis van het project uit bij Het Nieuwsblad. Niemand minder dan succes-Duivel Mertens bracht hem destijds op het idee. "Je moet weten dat Dries een extreem laatrijpe speler was", herinnert Browaeys zich.
Heel wat bekende namen
De filosofie is zo klaar als een klontje: talentvolle spelers die voorlopig nog wat te kort komen op lichamelijk vlak, krijgen toch de mogelijkheid om kwalitatieve, internationale wedstrijden af te werken. In hun puberteit maken vele laatrijpe voetballers immers geen schijn van kans tegen leeftijdsgenoten die er wat sneller bij zijn. "Bij erg vroegrijpe spelers kan die spurt twee jaar eerder komen, bij heel laatrijpe spelers tot twee jaar later. Het verschil in biologische leeftijd tussen die eerste en tweede categorie kan dus vier jaar zijn", legt Browaeys uit.
In al die jaren hebben ook enkele welluidende namen uit het hedendaagse Belgische voetbal zich via het Futures-project naar de top geknokt. Denk daarbij onder meer aan Yannick Carrasco, Zeno Debast, Charles De Ketelaere, Alexis Saelemaekers, Hugo Siquet of Yari Verschaeren. Zij moeten als "inspiratiebron" dienen voor de volgende generatie. "Het gaat er als jeugdspeler niet om de beste te zijn, wel om het meest te leren", luidt de filosofie van Browaeys.