‘Topclubs moeten hun echte talenten onderbrengen in de Proximus League’
De Proximus League een kerkhof? Nee, met clubs als Lierse, Antwerp en Cercle Brugge leeft Eerste Klasse B. Daarom laat VoetbalPrimeur.be zijn licht schijnen op de competitie. In de column de Kijk van Karel bespreekt Karel Fraeye – tot voor kort trainer van Lommel United - exclusief voor ons het reilen en zeilen van de Proximus League.
Het seizoensbegin van Oud-Heverlee Leuven was op zijn zachtst uitgedrukt moeizaam. Aanvallers Jovan Kostovski en Esteban Casagolda hebben kwaliteiten in de box, maar het spitsenduo was erg afhankelijk van de flanken. Gelijkaardige types leverden lang stereotiep en voorspelbaar voetbal op.
Na de blessure van Casagolda moesten er andere oplossingen worden gevonden. Waar eerst Din Sula (18) zich als opkomend talent nog wat te onervaren toonde, was het de van AA Gent gehuurde Serge Tabekou (20) die volop zijn kans greep. Bij de Leuvenaars zorgt hij nu voor diepgang en snelheid.
Ook achterin bewijst een huurling zich. Na de ‘promotie’ van Pierre-Yves Ngawa tot rechtsachter ontbolsterde Nathan De Medina (19) in het centrum. Nu al is het duidelijk dat OHL niet het eindstation is voor de Anderlecht-huurling.
De prestaties van Tabekou en De Medina zullen ongetwijfeld deuren openen voor andere talenten. De topclubs uit de Jupiler Pro League moeten hun echte talenten stallen in de Proximus League.
Niet onderdoen
Wat men hoopte met de competitiehervorming is de waarheid geworden. De acht clubs uit de Proximus League moeten niet onderdoen voor de rechterkolom uit 1A. De ervaring die jonge talenten kunnen opdoen in een reeks met wekelijkse druk, veel media-aandacht en een erg hoog niveau kan hen snelle stappen doen zetten in hun doorgroei naar de A-ploeg van een Belgische topclub.
Karel Fraeye